Aangekondigd flitsbezoek uit Nederland. Ze zouden alleen even komen borrelen, en gauw een beetje bijpraten. ’t Zijn mensen die og steeds niet snappen waarom ik ooit voor de Provence heb gekozen. In een poging ze toch van mijn gelijk te overtuigen, dacht ik hen een typische lekkernij van hier bij hun glas wijn aan te bieden. Het werd -wat ik maar noem- kaasrotsjes. Ik heb werkelijk geen idee of er ook een Franse aanduiding voor bestaat.

Ik weet ook niet meer hoe ik op dit super simpele hapje ben gekomen. Waarschijnlijk toevallig, toen ik wat geitenkaas (zijn we in de Provence echt goed in) in huis had en me afvroeg wat ik er ‘alternatiefs’ mee zou kunnen doen. Een kijkje in de kruidenkast en ik voelde aan dat ik op goeie weg zat. In mijn herinnering (kan een vertekend beeld zijn) had ik er meteen succes mee. Zelf drink ik er het liefst een glas (of twee) niet te zware rode wijn bij.

Ingrediënten:

• circa 250 gram jonge geitenkaas
• ½ bosje bieslook (gesnipperd)
• 1 eetlepel paprikapoeder
• 1 teen knoflook (uit de knijper)
• 2 theelepels oregano, tijm, basilicum, of herbes de provence naar keuze
• 100 gram geschaafde amandelen
• zout en zwarte peper uit de molen
• 1 dl vin cuit (of port)

Bereiding:
Meng in een kom de geitenkaas, de knoflook en de kruiden door elkaar. Voeg naar smaak peper en zout toe. Laat het mengsel minstens een uur opstijven in de koelkast, draai er vervolgens balletjes van ter grootte van een stuiter. Zet weer terug in de koelkast. Rooster intussen het amandelschaafsel in een droge koekenpan (dus zonder bakvet of -olie) tot het goudbruin ziet, af en toe omschudden. Laat afkoelen. Rol de kaasballetjes erdoor, zodat ze aan alle kanten van een knapperig amandellaagje zijn voorzien. Schik ze op vier borden en giet er een klein plasje vin cuit of port omheen. Serveer er rogge- of stevig boerenbrood bij.