Yech! Opgepimpte pastis!

do 4 april 2013

Clipboard01Bezorgdheid in de huiselijke kring: in 2045 zou er geen markt meer zijn voor de Franse klassiekers Pernod, Ricard en Pastis 51. En volgens de regels van het kapitalisme zou het spul dan dus niet meer geproduceerd worden. Vertelde een woordvoerder van Ricard (tevens eigenaar van Pernod en Pastis 51) in de krant.
“Man! 2045! Waar hebben we het over?!”
“Nou ja…., ’t is toch een onprettig idee.”
Hoewel de kans te verwaarlozen is dat mijn man (of ik) 2045 haalt, beviel het bericht hem niet. Weer een bewijs dat Frankrijk en de Fransen ophouden te bestaan, bromde hij. Voorafgaand aan elke maaltijd drinkt hij een glaasje Ricard en in de dorpskroeg bestelt hij nooit iets anders. Het bier uit de pomp voldoet niet aan de Hertog Jan-normen die hij zich van jaren geleden uit Nederland herinnert.
Wijn is geen optie: de kroegse huiswijn kan gerust worden afgeserveerd als afbijtmiddel, en de minstens zes maal over de kop geflikkerde ‘serieuze’ wijn (overgegoten ramsjrotzooi in een zorgvuldig gekoesterde fles-met-etiket uit de lokale supermarkt) is ook niet te zuipen. Maar als je kiest voor de zogenaamd exclusieve rosé van het plaatselijk château (€ 1 duurder dan een glaasje ‘normaal’) is het best te doen; de wijnboer is vaste klant en ook zelf wel te pruimen.
Met anisettes wil ik niks te maken hebben. Wat mij betreft strikt medicinaal spul. Alleen als ik last van mijn maag heb, meestal na alweer zo´n copieuze Provençaalse maaltijd die uren duurt en waarna hooguit langdurig uitbuiken enige kans op herstel lijkt, drink ik een klein kelkje van dat spul. Puur. Een geheimtip van mijn hoogbejaarde buurman die toevallig een keer langskwam toen ik me net zo opgeblazen als het Michelinbandenmannetje Bibendum voelde. En het werkt!
“Ça marche, hein”, constateerde hij tevreden, nadat ik gruwend een borrelglaasje achterover had geslagen en bijna in coma neerviel, terwijl er een soort guerilla-oorlog in m’n ingewanden woedde. Maar na een kwartiertje moest ik hem gelijk geven. Zelfs tegen een volgende lunch zag ik ineens niet meer op.
“Iets met geneeskrachtige kruiden”, zei hij nog. Zal best. En stiekem dacht ik er achteraan: iets met 45 % alcohol. Maagzuurbevorderend, vetafbrekend. Prima spul dus.
Maar naar nu blijkt zijn steeds minder Fransen van anisettes gecharmeerd. Veranderde eetgewoontes, de waterdrinkcultuur: ‘l’apéro à 45 degré’ bestaat nog slechts bij de gratie van de oude garde, de verstokte plattelandsdrinkers.
Dat doet pijn, bij Ricard/Pernod/51. Verlies van ´marktaandeel´.
Dan gaan we er volgens marketingprincipes maar eens goed mee knoeien.
En jawel hoor. De firma Ricard lanceert aan de vooravond van het zomerseizoen het aperitief ´51 rosé (€ 13 per fles): een rare mix van rosé en anisette, met ‘maar’ 35% alcohol. Behalve naar anijs zou het goedje ook naar rood fruit (aardbeien, frambozen) smaken. Helemaal te hip/zomers/musthave.
Wat een geleuter zeg. ’t Is alsof je kreeft met sardines prakt. En bij de firma Ricard zijn ze blijkbaar vergeten hoe ze in (ik geloof 2005) de mist zijn ingegaan met hun ´51 citron´. Ook al een legendarisch fiasco. Anijs met citroen aangelengd! De ‘wow’-factor deed voornamelijk het glazuur van je kiezen springen.
En dan denk ik: àls het dan moet, doe dan maar een nieuw dingetje puur. Kijk naar absint. De Franse arts Ordinaire bedacht ooit een drankje op basis van halicogene plantjes. Dat bleek tamelijk heftig, maar werd in afgezwakte vorm toch in 1805 in productie gebracht door Henri-Louis Pernod. Van het oorspronkelijke drankje absint, in artistieke kringen vereerd als de ´Groene Fee´, werd je kennelijk dol, al kun je je ook afvragen of types als Vincent van Gogh, Beaudelaire, De Maupassant, Hemingway, Monet, Oscar Wilde en Paul Verlaine zonder absint-doping even geïnspireerd te werk waren gegaan.
Absint mag nu weer (sinds 2005 ook in Nederland), maar dan in ‘ontgifte’ vorm. Er zit 25 keer minder ‘neurogif thujon’ in dan destijds. Ik heb die legale variant onlangs geproefd in Antibes. Onder de olijfoliewinkel Balade en Provence die in de kelder een absintbar huisvest. Een bedompte, vreemd aangeklede cave: oude hoeden, affiches, glazen, het leek wel een rommelmarkt. Er speelde een trieste pianist. “Maximaal 3 glaasjes” gaf uitbater Monsieur Rosenfelder me te verstaan. Al na twee ervan leek het me voor iedereen het beste spoorloos en -slags in de donkere nacht te verdwijnen.
Maar natuurlijk ga ik binnenkort die ´51 rosé even nippen. En wel meteen even lekker lunchen. Noblesse oblige.

7 gedachten over “Yech! Opgepimpte pastis!”

  1. Paul Raasveldt

    Dag Renée,

    Ik weet niet of je te diep in het glaasje Absith gekeken hebt, maar je begrijpt je man gewoon verkeerd :-)
    Hij is nu een échte Fransman geworden en hij denkt als zodanig. Dat hij persoonlijk in 2045 geen pastis niet meer zou kunnen drinken vindt hij niet belangrijk. Het gaat hem als échte Fransman erom dat er gewoon een artikel geproduceerd moet worden ondanks dat er geen vraag naar is, maar zo blijft tenminste de werkgelegenheid behouden!

  2. Hier in de Hérault blijft een pastis het favoriete apéritif, zelfs ik ben nu overstag en heb de droge muscat ervoor ingewisseld.

    Apropos bier: met Alfa pils kan zich Kronenbourg inderdaad niet meten, maar wel met Hertog Jan pilsener… Doe maar eens een blinde test met je man.

  3. Waar gaat het met de (Franse) wereld naartoe! Een vriend uit Marseille zet niet eens een voet in huis indien we hem bij het apéro geen pastis kunnen schenken. Zelf snap ik nog altijd niet dat mensen kunnen genieten van een ‘Panaché’

    1. Dag Rosa,
      Hier zijn ze -gek genoeg- nogal van de whisky, al gaat een pastis er ook goed in hoor. Maar zo’n pananché, nee. En aan een mauresque, tomate, perroquet, of rourou moet je toch ookniet denken….

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven