Saint-Trop’: c’est trop!

di 11 maart 2014

brasserie-restaurant-vecchio-porto-saint-tropez-13835991920Ik had het natuurlijk kunnen weten. Maar ja, wat doe je als het na een hele lange en extreem natte winter eindelijk een dagje mooi is? Inderdaad, je gaat eens kijken hoe het strand erbij ligt. Het ‘seizoen’ begint pas over een paar weken, met Pasen, dus het zou geen rondje over de hoofden lopen worden. ’s Zomers ga ik nooit naar de kust, ik heb het niet zo op meutegedrang en voor je Le Grand Bleu zelfs maar ziet, heb je hinderlijk lang in een file gebivakkeerd. Mij niet gezien.
Onderweg naar zee was het opmerkelijk rustig. Een slenterwandeling door en langs Saint-Aygulf bevestigde dat we nog ‘onder ons’ waren. Geen strandtent open, her en der wat picknickers op het strand en verder bijna serene stilte.
“Nou”, zei de echtgenoot, “dan wil ik eigenlijk ook wel even in Saint-Tropez kijken.” Zonnig gestemd reden we naar Sainte-Maxime en kochten een kaartje voor de pont naar de ultieme touristtrap van de Côte. Geen rij voor het loket, geen rij op de kade, dat zag er veelbelovend uit. Al blijf ik 13 euro pp voor een kwartiertje varen pure oplichting vinden.
Het was fris op zee, maar prettig fris. En bij aankomst in het voormalige vissersdorpje kon de trui meteen weer uit. “Een terrasje in de zon,” opperde ik, “misschien een vorkje prikken?” Het leek er rustig genoeg voor. De keus viel op Senequier, de roodbeluifelde sterrenhotspot waar ook ex-president Chirac graag zijn tomate (pastis met grenadine) drinkt. Maar die was er niet, en gelukkig was er ook geen ster te bekennen. Plek zat, ook in de zon. We maakten ons verlangen kenbaar aan de langs sloffende ober. Uit ervaring weet ik dat je nooit zomaar zelf ergens moet neerploffen, de kans dat je bediend wordt is dan nul. Hij wapperde naar een tafeltje in de schaduw. “Maar wel willen graag in de zon.” Hij schudde ‘nee’ en verdween. We dropen af, op zoek naar iets anders.
Het werd een Italiaan een stuk verderop aan de kade, met veel zonnige, merendeels bezette tafeltjes, waar we met een hartelijk “maar natuurlijk” werden ontvangen en naast een tamelijk luidruchtig gezelschap werden geparkeerd. In de zon, dat wel. De wijn kwam, de kaart kwam, we maakten een keuze en het leven was goed. Voor zijn doen redelijk tevreden stak mijn man een sigaartje op. Daarna ging het snel bergafwaarts met het geluksgevoel van de lente. Het gesnerp vanaf de naastgelegen tafel was niet te missen: “Meneer! Wilt u daarmee ophouden?! Wij verdragen geen rook!”
Verbouwereerd dumpte mijn man zijn sigaartje in de asbak; hij houdt niet van ophef en gedoe, en dat zat er duidelijk aan te komen. Ik wees erop dat we op een terras zaten, dat er gerookt mocht worden, dat er een asbak op ons tafeltje stond. ‘Laat maar’ zei mijn echtgenoot. Hij concentreerde zich op de kaart en koos als altijd voor de marmite pêcheur. Voedsel uit zee.
Het gezelschap aan de aanpalende tafel was ruimschoots een slokje verder, met uitzondering misschien van de peuter, die opstandig krijsend zijn ongenoegen over aan tafel zitten kenbaar maakte. En die zich ook niet meer door het hoogblond gekwaste moederdier liet afkopen met ongewenste hapjes en drankjes. Mijn man nam de uitbundig gebeeldhouwde dame iets nader op en vonniste: “ Kogelstootster uit de DDR”. Dit was niet zo, het gebouw sprak goed Frans.
De te jeugdige vader er tegenover had er geen oog voor, hij kletste in rap Italiaans tegen de pulpversie van John Travolta op leeftijd naast hem. Die -op zijn beurt- nogal in beslag werd genomen door de wanhopig jong acterende oma tegenover hem, die voortdurend ‘chéri’ tegen hem kirde en die boven de tafel zijn zwoele blikken en onder de tafel zijn dwalende handen probeerde te vangen.
De geheel in het zwart geklede imitatie filmster kreeg het er warm van, knoopte het hemd rond zijn behaarde borstkas met luidruchtige tatouages nog maar eens een knoopje verder open en goot kennelijk doelbewust de pittige peperolie niet over zijn kaaspizza maar over de lap vlees met friet die hij ernaast had besteld. Ernaast had besteld? Ja. Ook ik kon mijn ogen niet geloven. Bij wijze van lunch één plus één = twéé hoofdgerechten? Nee, hij had het als voorafje bedoeld; dat hoofdgerecht kwam later pas. Je hoort natuurlijk niet naar andermans tafeltje te loeren. Een kwestie van honger? Volgens mijn dochter kun je in ons deel van de wereld geen honger hebben. Hooguit trek.
Ons hapje kwam: die marmite pêcheur en voor mij zes (!) ‘moules farcies’ die in levertraan bleken te zijn gedrenkt.
We besloten tot koffie, geen dessert, wél de rekening. Die bedroeg € 85. Leergeld, besloten we, we hadden beter moeten weten. Touristtrap, dat Saint-Tropez, zelfs buiten het ´seizoen´. Voor de zekerheid vroeg ik toch nog even aan de ober: “Mochten we roken? Er stond een asbak op tafel….”
“Madame, vous êtes dehors, vous avez le dróit!”
Maar recht hebben en recht krijgen zijn twee verschillende dingen.
Heel even dacht ik: ik zeg dat toch even, tegen die buurtafel. Maar mijn man voerde me met zachte hand weg.
“Kom, we gaan een stukje varen. Kun je afkoelen.”
“Dat zouden meer mensen moeten doen”, dacht ik.
’s Avonds, met een ‘salade niçoise à ma façon’ op schoot, zag ik Feyenoord in de Euroborg winnen van Groningen. Was het toch nog een mooie dag geworden.
En St. Trop dus voorlopig niet meer. Of misschien wel nooit meer.

12 gedachten over “Saint-Trop’: c’est trop!”

  1. Weer een heerlijk stukje Renée, jammer dat het uitstapje op die mooie lentedag, jullie een beetje zwaar op de maag is gevallen, ik geniet van je “commentaar” want wat wil je je moet toch even om je heen “loeren”. Op zo’n mooie dag in het voorjaar had je toch rust en vreugde mogen verwachten van zo’n uitstapje naar St. Trop, over het water prachtig, ik geniet alleen al van het idee. Je was er toch niet op een zondag ?
    Iets dergelijks is ons overkomen een paar jaar geleden toen we met vrienden een toasti aten op misschien hetzelfde terrasje aan de haven eind januari in ‘t zonnetje op een doordeweekse dag, afrekenen: € 115, ook leergeld !
    Bref, ik blijf van je stukjes genieten en denk soms dat we door dezelfde bril kijken, ik kan het niet zo mooi opschrijven helaas. Net van een vriendin uit NL je boek gehad en in korte tijd verslonden, begreep al snel dat we tijdgenoten zullen zijn, in ieder geval weinig verschil, opvoeding en jeugd enzo, maar ik ben voor m’n 20ste naar FR (‘t zuiden en wat later Callian) vertrokken en kon bij het lezen van jouw verhaal begrijpen wat er in NL gebeurde in die tijd, waarin ik dacht dat de vooruitgang voor de vrouw in NL, vrijheid, blijheid, gelijke kansen en rechten, sneller en beter opgang kwam dan hier in ‘t zuiden. Na het lezen van je boek vraag ik me toch af of dat wel zo was, het ging hier anders maar vrouwen hebben ook altijd hard voor hun rechten moeten vechten hier net als in NL, nu nog of weer ?
    warme groet, Ineke

  2. Je had het kunnen weten Renée, je bent geen beginneling.
    Ik ben ooit één keer in St. Trop geweest, meteen ook de laatste keer.
    Zit nog liever met een stokbrood en een fles wijn op een stil strandje.
    En proficiat met je kluppie.
    Geniet van het mooie weer,
    Jacqui.

  3. Krijg je dan een menukaart zonder prijzen? Dat heb ik wel een meegemaakt dat vrouwen er een zonder prijzen kregen en de mannen met.

    1. Ja, dat heb ik ook meegemaakt, zo’n speciale dameskaart, zelfs als ik met een zakenrelatie ging eten en ik de rekening zou krijgen. Zo’n vrouwtje hè. Mijn oplossing is simpel en doeltreffend. Als de ober de bestelling komt opnemen vraag ik gewoon om een serieuze kaart, met prijzen. Doorgaans krijg ik er ook nog excuses bij.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven