De bio-Figaro

do 30 juni 2016

produits-bioEen beetje onwennig snuffelde ik langs de houten schappen van de pas ontdekte Biocoop. Dat is geen tikfout en ik bedoel ook geen cinema, het gaat hier om een biologische (bio, zonder s) coöperatie (coop) en coöp schrijf je in het Frans zonder trema. Nee, ik vond het zelf ook geen lekker bekkende naam, maar volgens de moestuinbuurvrouw van een kilometertje verderop verkochten ze er spullen die zelfs haar geitenwollen goedkeuring konden wegdragen. Ik vreesde dus het ergste toen ik aan de rafelranden van de grote stad waar ik anders nooit kom, een hobbelig parkeerterreintje opreed en tussen twee plassen van de hoosbui van de afgelopen nacht inparkeerde. Niet dat er veel auto’s stonden, het was gewoon een krap bemeten parkeerterreintje. Fout één, dacht ik meteen. Hier kom je niet met de auto. De afkeurende blikken van de langs wandelende boodschappers – gehuld in ‘eigenbrei’ en ‘goedkatoen’, plus verantwoord linnen tasje – gaven me gelijk. “’t Is maar een klein zuinig autootje hoor”, had ik ze bijna verontschuldigend nageroepen, “van de echtgenoot, niet eens van mij!” Maar dat ging me toch te ver. Bovendien, ik woonde bepaald niet om de hoek en kwam uit een gehucht zonder openbaar vervoer. “Wat had je dan gewild?” sputterde ik narrig na, en stevende vastbesloten op de ingang af. Die zoefde zonder blikken of blozen volautomatisch open en ik stapte een wonderbaarlijk compromismodel binnen. Jawel, het was een supermarkt, middelgroot en ook als zodanig ingericht. Geen rommelig kruidenierswinkeltje, maar kaarsrechte gangpaden en een logische indeling op de schappen, die dan weer wel van hout waren. Met een spatverse groenten- en fruitafdeling, een rijk gesorteerde kaasvitrine, een schappelijke selectie fijne vleeswaren en een goed voorziene hoek met glutenvrij producten. En een batterij behoorlijk grote koel/vrieskasten met vis, vlees, groente, patat, ijs. Plus een heel aantrekkelijke wijnafdeling. Nou ja, eigenlijk alles wat je in een gewone supermarkt ook zou verwachten. Maar dan toch net even anders. De hele winkel straalde iets rustgevends en ongedwongens uit waar ik net niet helemaal de vinger op kon leggen. Aan de semi-drogisterijafdeling grensde bijvoorbeeld een soort openkeukenachtig huiskamervertrek waar een peuter zoet zat te wezen en een opgeruimde mevrouw thee aan het zetten was. Ik werd vriendelijk toegeknikt en knikte bedeesd terug, alsof ik zomaar in iemands privéleven was binnengedrongen. Maar naar de kassière later uitlegde was dat gewoon een klant geweest en had ik rustig kunnen aanschuiven voor een kopje kruidenmelange. Tja. Voorlopig scharrelde ik langs de schappen op zoek naar eigenlijk niks. Gewoon kijken, kennismaken, en ik kwam niet alleen stroopwafels tegen maar ook pindakaas! Terwijl ik me stond te verbazen over zoveel Hollandsheid klonk er achterin de zaak bij de koelkasten een schitterende aria op. Puccini, ik wist het bijna zeker. Ik had al half en half een voorstelling verwacht van een of ander lokaal operagezelschap maar het was de vakkenvuller, een middelbare heer in lang donkerblauw voorschoot met grijsblond golfjeshaar en donkerbruine pretogen. Zelden zo mooi vakken horen vullen. Na de laatste uithaal complimenteerde ik hem (applaus leek me ongepast) waarna hij glunderend vertelde dat hij in een koor zong en onlangs deze solopartij had gescoord. “Dan moet je wel oefenen hè. Ik zou hier graag mee doorgaan.”
Bij de kassa legde ik m’n boodschapjes op de niet-lopende band, die was er niet maar ik weet niet hoe je het pre-gebied voor de kassa anders moet noemen.
“Ah”, zei de kassière, terwijl ze m’n trosje rode uien omhoog hield, “eerste keer zeker?” Ik knikte. “Die moet u hier zelf afwegen”, fluisterde ze samenzweerderig, en hupte fluks vanachter de kassa vandaan om me snel van een prijskaartje te voorzien. Ik bedankte, ze glimlachte en wees me stralend op een stapeltje kartonnen doosjes die ik gratis mocht gebruiken voor m’n boodschappen. “Ik heb een tas in de auto” stamelde ik, me meteen bedenkend dat ik die niet zou durven pakken; het was er weliswaar eentje die al zes jaar geleden als wegwerpvervanger in dienst was gekomen, maar hij leek me toch net iets te ‘plastic’ ogend voor de gelegenheid.
“Dank je wel”, straalde ik terug, en laadde mijn boodschapjes in een doosje waarop rode uien stonden afgebeeld. Het rook ook zo.
Van achter uit de winkel klonk opnieuw een prachtige aria. Mozart, Le Nozze di Figaro. Die komt er wel, dacht ik. En ik kom hier terug, absoluut.

13 gedachten over “De bio-Figaro”

  1. Zal ik sokken voor je gaan breien, hoor je er ook bij.
    Als ik de naam biocoop hoor, zie ik geen supermarkt met openzoevende deuren voor me, eerder een ietwat donker holletje, waar groenten en fruit niet zo ogen als op jouw foto
    Maar de ariazingende vakkenvuller, de stralende kassajuffrouw met haar rode uiendoosjes, maken je dag toch goed.
    Fijn weekend Renée,
    Jacqui.

      1. jacquemine.jansen@orange.fr

        Grapje, kan helemaal niet breien.
        Verder dan een gehaakte pannenlap kom ik niet.
        Als ik weer eens in de Var ben, ga ik naar de vakkenvuller luisteren!!!!
        Jacqui.

  2. Wat een heerlijk verhaal,ik hoor hem bijna zingen.
    Hier in Den Haag komen erg veel bio winkels . We hebben natuurlijk die vreselijk dure Marq Maar ook kleinere winkels Ik vind ze heerlijk . Alleen die geur al die er hangt
    Heerlijk .
    Fijn weekend
    Gr Leni

  3. Wat heerlijk zo’n supermarkt! Maar ook mijn kleine biologische winkeltje, 2 dorpen verderop voldoet mij prima!! Het draait op vrijwilligers, waar ik één van ben en is beregezellig!!

  4. Hier vlak bij ook een biocoop goede producten en geitenwollen sokken ! Trouwens heb je nu schitterende sokkenwol in allerlei kleuren dus helemaal niet oudbollig heel hip zelfs .

Laat een antwoord achter aan Renée Vonk-Hagtingius Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven