Kinderfeestje

do 7 juli 2016

chat-noir-et-blanc-2

 

‘O god, ik ben ingeburgerd’ dacht ik toen me vorige week op het dorp door een Parisienne (er stond 75 op het kenteken) de weg gevraagd werd naar de Lidl. Ik weet van geen Lidl, althans niet hier in de buurt, maar het feit dat een française me voor een ‘local’ hield vond ik inburgeringsbewijs genoeg. De herbevestiging kreeg ik het afgelopen weekeinde. De moestuinburen van een eind verderop gaven een feestje. Een kinderfeestje (“nee nee, alleen familie”) vanwege de achtste verjaardag van hun zoontje Antoine. Ik ken het joch, van op afstand althans, en er leek me weinig te vieren. Ik heb het niet zo op rotjongetjes die in het geniep – als ze denken dat er niemand kijkt – de huiskat met stenen bekogelen of een rot schop geven, en die een trappeldansje doen op de met bloed, zweet en tranen opgekweekte slaplantjes in de toch al zieltogende moestuin. Nee, ik loop niet te gluren, als ik met de auto de départementale op moet kom ik er nou eenmaal langs. Maar goed, een feestje dus. En het wil wat zeggen als je door Fransen voor zo’n intieme familiemanifestatie wordt uitgenodigd. Het zal misschien te maken hebben met die keer dat ik een week lang de moestuin heb besproeid en de kat verzorgd toen ze er niet waren. Of met de spoedhulp bij het bloedbad van de buurman toen hij z’n onderarm er bijna afsneed met een gebroken ruit. Aardige mensen, daar niet van. En heus, ze zijn van harte welkom voor een glaasje op z’n tijd, maar het vooruitzicht van een familiaal kinderfeestje met vriendjes en barbecue vond ik geen aanlokkelijk idee.
Ik consulteerde de echtgenoot, ook geen groot liefhebber van buurmanifestaties en ander feestgedruis. “We zijn er gewoon niet” opperde hij.
“Maar je komt er langs op weg naar de snelweg, dat feestje is buiten, dus dan moeten we echt weg.”
We keken elkaar aan en dachten hetzelfde, dat gingen we niet doen: overdag nog flink wat werk voor de boeg, ’s avonds het EK op televisie en de samenvatting van de Tour de France. Er zat niets anders op, we moesten gewoon ‘nee’ zeggen. Alleen, hoe zeg je nee? Ik ben daar geen held in, de echtgenoot al helemaal niet maar die roept doorgaans dat ik vast wel een briljante inval krijg.
Kreeg ik ook, al duurde het even voor het tot me doordrong: ik ging gewoon de waarheid zeggen. Niks smoesjes, niks excuses, gewoon ‘geen tijd, geen zin’. Vastberaden pakte ik de telefoon en toetste het nummer in. Het feestvarken zelf nam op. “Van harte met je verjaardag” zei ik opgewekt, en of ik pa of ma even aan de lijn mocht. “Non”, krijste het monstertje de hoorn in, “c’est ma fête, dus alle telefoontjes zijn voor mij!”
“Zeg dan maar tegen papa en mama dat de verre buren helaas geen trek hebben in het feestje met een ‘petit voyou’ als jij. En als ik je nog een keer de kat zie pesten kom ik je persoonlijk achterna”, zei ik waardig, en hing op.
“Jammer dat jullie niet geweest zijn” zei de buurman een paar dagen later.
“We hebben gebeld, het kwam slecht uit”, mompelde ik deemoedig.
“Ja, Antoine had het erover, maar hij heeft toch de hele avond naar jullie uitgekeken.”
Als de dood dat we wel zouden komen, bedacht ik met voldoening. Die liet de kat voorlopig wel met rust.

17 gedachten over “Kinderfeestje”

  1. Een kattenvriend ben ik in hart en nieren, maar ik raak langzamerhand overspannen van de drukte op het terras.
    Het begon toen de buren naar Engeland teruggingen en mij meedeelden, dat ze 2 zwerfkatten achterlieten, ze konden niet mee.
    Ze kwamen meteen de volgende dag verwachtingsvol aan de deur en kregen eten.
    Het beviel schijnbaar goed en ze kwamen trouw.
    Op een dag was de minst mooie verdwenen, maar de wit/ beige, met hemelsblauwe ogen, bleef trouw aan ons huis. Enkele maanden later kwam ze trots haar baby presenteren, even mooi en zo waren er 2.
    14 dagen geleden kwam prinses Tinkel met een grijs/zwart gevlekte en een lichtgrijze met witte voetjes, dat werden Peppie en Kokkie.
    Inmiddels had Tinkel afstand genomen van haar eerstgeborene, Chouchou.
    Die bleef een poosje weg, tot eergisteren, toen zij,( we hebben steeds gedacht dat het een hij was,- enigszins vermagerd kwam eten met 2 kittens, dat waren er dus 6.
    Onze angst wordt groot, ze zijn niet te vangen, kan dus niet naar een dierenarts en waarschijnlijk hebben we na een tijdje het hele terras vol.
    Ze zijn tegelijk vertederend maar ook angstwekkend, quoi faire?
    En hou dat nare buurtjong in de gaten, goed dat ik die niet hier in mijn buurt heb en voor jou, Renée, een warm en rustig weekend,
    Jacqui.

  2. Een aantal jaren geleden hadden wij ook een buurjongetje van zes toen we in de Languedoc een huis hadden. Een schat en super slim. Mijn Frans was dermate beperkt, dat ik niet begreep wat hij me probeerde te vertellen over een hobby van hem. Ik vroeg hem uit te leggen wat dat ene woordje toch betekende. Hij zei toen met een ernstig snoetje, in t Frans natuurlijk, dat is een stok met een dun touwtje eraan en daarmee vang ik vissen. Met zijn zes jaren had hij mij, domme Hollander, perfect duidelijk gemaakt, dat hij t over een hengel had. Knap, hè.

  3. Wie aan onze ‘Freiherr Ritter von Clausewitz’ kat komt kan per kerende post een honkbalknuppel in zijn/haar nek verwachten! Overigens kent iedereen in ons dorpje Vauclaix onze kat en doet ‘m niks. Ook de buurman niet, uit wiens schuur hij schapenkorrels loopt te jatten :)
    Net als onze ruwhaarteckel Tati, inderdaad vernoemd naar Jacques Tati, die is ook geliefd in het hele dorp.

Laat een antwoord achter aan Renée Vonk-Hagtingius Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven