Nachtuil

do 15 december 2016

full-moon-names
Volle maan vannacht, een laatste rondje met de honden. Geen wolkje aan de lucht, alles prachtig helder verlicht, zelfs de zaklamp kon uit. Ik word daar altijd een beetje poëtisch van. Niet dat ik dan ga jubelen of zo, maar ik kan dan echt in stille bewondering naar de berijpte takken van de bijna ontbladerde eiken kijken, de kristalpatronen op de autoruiten, het haarscherp afgetekende silhouet van het witte rotsmassief in de verte; allemaal van een zilveren schittering voorzien in dat wonderbaarlijk heldere maanlicht.
“Ja, mooi”, vond de echtgenoot, en huiverde met opgeslagen kraag alvast op huis aan.
En toen was er ineens dat geluid. Een klagelijke, langgerekte kreet, alsof er zojuist iemand met tintelende wintervoeten op z’n tenen was getrapt. Ik kende dat geluid! En huilde onmiddellijk terug in dezelfde langgerekte toonsoort. De echtgenoot kromp ineen, de honden spitsten de oren, ik ook. En even later kwam onmiskenbaar het antwoord in de vorm van een nieuwe jammerkreet: m’n uil was terug! Nou ja, of het dezelfde is moet nog blijken, maar ’t zou best kunnen. Ik bedoel, hoeveel uilen zijn er gek genoeg om midden in de nacht een boom op te zetten met zo’n mens? Ja ja, dat kun je ook omdraaien, dus misschien moet ik het even uitleggen. Ooit woonde ik een paar jaar in Portugal ‘au bout du monde’. Het was daar zo ver van alles en iedereen verwijderd dat je door de lokale dierenpopulatie na verloop van tijd als behorend bij de inboedel werd beschouwd. Zo was het tamelijk gewoon dat er ‘s avonds een dikke pad uit een naburige poel op het venster klopte om binnengelaten te worden, er regelmatig vosjes over het terras snelden, everzwijnen tijdens een wandeling een eindje met je opliepen en zwaluwen gezellig een stukje meezwommen en hun dorst lesten terwijl je wat lome baantjes in het natuurbad trok. Dan vind je het ook zo gek niet meer als er tijdens een nachtwandeling een uil antwoord geeft als je zijn kreet zo’n beetje weet te imiteren. Na verloop van tijd hielden we hele conversaties. Niet dat ik iets begreep van wat hij (of zij) uitkreet, en omgekeerd waarschijnlijk ook niet, maar het was een prettig contact.
En dan nu ineens hier weer! Ik gooide er nog een uithaal tegenaan. Dat was helaas iets teveel van het goede; de honden zagen daarin het sein om ook eens uitgebreid uit te huilen. Volle maan tenslotte, en als het baasje mag, is het vanzelfsprekend volkomen legitiem om ook even voor weerwolf te spelen.
Een heel eind verderop gingen wat lichten aan.
“Fijn, bedankt”, bromde de echtgenoot, de honden mee naar binnen trekkend. Ik bleef nog even talmen, waagde nog een laatste ‘oehoewwww’. Niks meer, behalve de honden, die zelfs in huis weer voorzichtig aansloegen.
Een eind verderop gingen even later de lichten uit. De maan verdween langzaam achter het rotsmassief in de verte. Ik blies een laatste ademwolkje de koude nachtlucht in en ging flink verkleumd naar binnen.
“Morgen is er weer een nacht”, zei de echtgenoot troostend terwijl hij me een hartverwarmend slaapmutsje inschonk, “maar mag het dan wat zàchter?”

16 gedachten over “Nachtuil”

  1. Nee hoor Renée, zeker niet zachter.
    Is het niet prachtig, om zó’n kontakt met dieren te hebben.
    Toch vaak aangenamer dan met mensen.
    Je hebt iets met dieren, of je hebt ‘t niet, misschien die mensen met het licht aan?
    Houen zo Renée.
    Groetjes,
    Jacqui.

  2. Twee verhaaltjes dan maar….
    Toen we net ons huis in de Morvan hadden werd ik ‘s nachts gek van een ‘ping…..ping’ geluid. Net zo’n geluid als de pings van een sonar, je kent dat vast wel uit films. Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik er achter kwam wat het was, een piepkleine uilensoort die eigenlijk op de grond leeft.
    Het uiltje heb ik al jaren niet meer gehoord, maar nu zet ‘s avonds een nachtegaal een keel op dat het een oordeel is. Alsof hij/zij in zijn eentje de Olympia in Paris aan het bespelen is. Dat beest heeft een energie, daar wordt je niet vrolijk van! Heeft héél wat ‘wennen’ geduurd voordat ik weer gewoon kon slapen.

  3. Ik zal het hier maar niet proberen, woon naast de plaatselijke GGZ. Straks word ik onder politiebegeleiding daarnaartoe gebracht.
    Maar je verhaal is prachtig!

  4. De luiken van ons Franse zomerhuis hebben we pas in november gesloten.
    Geen zwijnen,reetjes, vossen en uilen meer.
    ‘Onze’ huispad, die ‘s avonds altijd gezellig over het terras scharrelt, zal een tijdje moeten wachten op ons gezelschap.
    Net als de zevenslapers houden wij ons muisstil. Helaas word ik niet in april mooi slank wakker.
    Ik bereid mij psychisch voor op het vuurwerklawaai dat dagelijks harder aanzwelt en zijn grande finale heeft op 31 december. Neen, de Randstad, niets voor mij. Ben bijna geneigd de dagen te turven tot mijn terugkeer naar Frankrijk.
    Je mag je gelukkig prijzen in de mooie, ‘stille’ natuur.
    Dank voor je mooie verhaal.

    1. Ik voel met je mee Cora. Hoewel geboren en getogen in Rotterdam, ben ik allergisch voor pokkenherrie en ik schrok me altijd rot van die onverwachte rotjes lang voor de 31e. Hier doen ze daar gelukkig niet aan. En voor herrie zijn de de honden aangewezen op jagersvolk, daar gaan ze dan ook altijd furieus tegen tekeer. Jawel, dat mag van ons. Sterkte daar!

Laat een antwoord achter aan Renée Vonk-Hagtingius Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven