Tour de Vacance

do 6 juli 2017

Goed, ik gooi maar meteen even de knuppel in het hoenderhok: de Tour de France is topamusement waar je helemaal zen van wordt. En dan heb ik het niet over de fatale slippartij van Valverde meteen al in de eerste etappe (die gruwelijke tijdrit in de regen), en ook niet over de vermeende elleboogstoot van Sagan versus de vermeende kopstoot van Cavendish die hen beiden de Tour kostte. Dat was spektakel genoeg. Nee, ik heb het over zo’n wandeletappe als vandaag tussen Vesoul en Troyes, waarvan er ongetwijfeld nog vele zullen volgen de komende weken. Gebeurt er wat? Nee. Des te beter, want zo krijg je de kans om eens goed om je heen te kijken. Je bent als het ware met vakantie in eigen land. Nu ja, eigen land, ik blijf erbij dat Frankrijk niet bestaat. Zoveel verschillende streken, zoveel verschillende bevolkingsgroepen; elk departement is een landje op zich. En ik kijk graag over de landsgrenzen, zeker als ik er m’n stoel niet voor uit hoef. Neem nou vandaag, de 6e Tour-etappe. Ik viel er een beetje laat in – ja ja, ik moet ook weleens werken – en werd verrast door helikopterbeelden van een oeverloos uitgestrekt bos met hier en daar een meer, nog nooit zoveel bos van boven gezien, met een dun streepje weg ertussen waarop een kluitje kleurige renners voort peddelde. Een kopgroepje van drie voorop waarvan je meteen al weet dat die vlak voor Troyes bijgehaald zullen worden, saai! Maar dat bos fascineerde me, met z’n loofbomen als kathedralen. Parc naturel régional de la Forêt de l’Orient gaf het bijschrift aan. Ik zocht het op: 80.000 hectaren in de Aube, soort van oerbos maar dan samengesteld uit de bospercelen van 56 gemeentes (sinds 1970) met 3 grote en 106 kleinere aangelegde meren/reservoirs voor de waterhuishouding van de aanvoer uit de Seine, ideaal voor natuurliefhebbers en trekvogels op weg naar Afrika; zo leer je nog eens wat. Ik had eerder op de middag tijdens de lunch ook al even een sneakview meegekregen van de Col de Langres, bergje van de 4e categorie, maar voor mij onlosmakelijk verbonden met vroegere vakanties, toen het zien van de Soleil de Langres – een spuuglelijke metaalconstructie op zo’n 3 km van de tolpoorten van Langres, waar je van de A31 naar de A5 wordt overgeheveld – betekende dat je definitief op weg was naar het zuiden. Het ding uit 1983, vervaardigd door de kubistische kunstenaar Louis Leygue (1905-1992) staat er nog steeds en wordt gerekend tot de ‘art autoroutier’. Maar het blijft lelijk.
En dan rijden de renners Troyes binnen, schiet Kittel als eerste over de finish in de massasprint en denk ik terug aan m’n oud-dorpsgenoot wijlen Fred Debruyne. Hij won hier in 1954 de voorlaatste etappe van de Tour, 216 km van Nancy naar het Stade de l’Aube, hartje stad. Het zat er stampvol, maar dat kwam ook omdat de SNCF (de Franse NS) 40% reductie had gegeven op de kaartjes. Fred en de Zwitser Emilio Croci-Torti waren uit het peloton ontsnapt en moesten nog één rondje op de wielerbaan toen het jagende peloton in een wolk van stof de onverharde klei-piste kwam opstormen. Debruyne won nipt, de Nederlander ‘ijzeren’ Wim van Est werd derde. En hup, daar ben ik alweer op reis. In 1951 won Van Est tijdens een Pyreneeën bergrit als eerste Nederlander in de geschiedenis de gele trui. De volgende dag lazerde hij tijdens de afdaling van de Col d’Aubisque 70 meter diep het ravijn in. Met aan elkaar geknoopte fietsbanden werd hij omhoog gehesen en sprak huilend de legendarische woorden: “M’n hart stond stil, maar mijn Pontiac liep nog”. Het is tot in lengten van jaren de reclameslogan van dat horlogemerk gebleven.
Ik kijk op mijn eigen Pontiac, een erfstuk van m’n grootvader met een prehistorisch opwindknopje, en constateer dat de tijd tijdens deze ‘oersaaie’ etappe omgevlogen is. Wat een vakantie! En morgen is er weer een Tourdag.

6 gedachten over “Tour de Vacance”

  1. Je zou een eigen tv-programma moeten krijgen. Betaald worden door de lokale toeristenbureaus en de organisatie van de Tour de France.

    Ik verwacht dan dat je ook nog veel kijkers zult trekken …..

    Vrolijke groet,

  2. Ik heb helemaal niets met die TdF, de wielersport heeft zich met al die dopingschandalen zo volkomen belachelijk gemaakt.
    Wel heb ik goede herinneringen aan de verhalen van Kees van Kooten over de TdF. En aan de TdF van 1974, geen idee wie er toen gewonnen heeft overigens. Maar mijn moeder was eind 1973 plotseling overleden, mij en mijn zusjes als wezen achter latende nadat mijn vader al in 1967 was verongelukt. Ik kwam bij een oom en tante in huis, waar ik het prima heb gehad. In 1974 gingen we met de tent naar FR, ik had nog nooit gekampeerd en was nog nooit in FR geweest. We deden een route vanaf de Elzas via de Jura, de Mont Blanc, Mont Ventoux, de Camarque, de Languedoc-Roussilon en uiteindelijk de Pyreneeën.
    Maar iedere middag was er voorafgaande aan de Franse ‘Radio Tour’ een uitzending over de blijkbaar beroemde filmregisseur Erich von Stroheim (1885-1957), die we in de auto hoorden. Ik verstond er helemaal niets van, maar aan het einde van dat programma waren we terecht gekomen bij een kroeg of restaurantje alwaar mijn tante en ik aan wijn of bier gingen en mijn oom verdween naar binnen om daar de etappe verder op de tv te volgen.
    Allebei zijn ze al lang overleden, maar ik koester de herinneringen aan die reis, waarin ik ook kennis maakte met allerlei Franse lekkernijen. Ik weet nog steeds de nodige restaurantjes en wat we er gegeten hebben, zo leuk!
    Ik ben inmiddels bijna 63 en mijn Lief en ik hebben al sinds 2001 een huis in de Morvan, waar we volgend voorjaar naartoe verhuizen.

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      Je hebt een mooie jeugd gehad Arie, ondanks alles. Koester de fijne herinneringen, en geef de mindere een plekje…

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven