De calandrier van de posteuse

do 20 december 2018

Alweer getoeter voor de deur vandaag, dat zijn we niet gewend. Het gebeurt zelden dat iemand de weg naar onze afgelegen boshut weet te vinden. Bezoek halen we doorgaans in het dorpscafé op, en het jagersvolk stampt meestal te voet langs en weet zich ongewenst en luidkeels afgeblaft door m’n viervoeters. 
Het bleek opnieuw de posteuse, daar keek ik van op. We maakten dan weleens een praatje als ze iets pakketachtigs had af te leveren, maar het pad naar ons huis is niet echt uitnodigend genoeg om er zonder reden voor de lol langs te kachelen. Zeker na de zware regen van de vorige nacht stonden de plassen tot chassishoogte en was de kans op een glibber richting rivierravijn allerminst denkbeeldig. Ik blijf dan thuis. Maar zij kwam onbekommerd afgedaald. Dit keer voor de kalender. Tja. 
Le calendrier is een jaarlijks terugkerend fenomeen in heel Frankrijk, maar hier op het platteland is het een onontkoombaar sociaal ritueel. Ook de brandweer doet er aan. Kort door de bocht is de verkoop ervan een soort armoede-offensief waarvoor elke (lokale) overheid zich zou moeten schamen. Want dat doorgaans foeilelijke flutkalendertje waarmee postbeambten en brandweerlieden langs de deuren gaan, is bedoeld om een grijpstuiver te vergaren waarmee een minimalistisch extraatje kan worden toegevoegd aan de krappe verdiensten van deze dienstverleners. Jawel, de staat betaalt voor de kerndienst maar bijvoorbeeld de opbrengst van ‘mijn’ kalendertje dat ik eerder deze maand van de pompiers kocht, gaat naar het een beetje leefbaar maken van de kazerne, naar een extraatje voor de weduwen en kindertjes van gesneuvelde brandbestrijders, naar een jaarlijks uitje. Ook de posteuse leurt niet uit luxe met die goedkoop in elkaar geflanste en van onooglijke lokale advertentietjes voorziene jaaroverzichtjes. De opbrengst van de hare gaat naar de kinderopvang, naar de bejaardensoos, naar handschoenen zonder vingers.
“Handschoenen zonder vingers?”
“Je krijgt hele kouwe handen hoor, als je de post in al die buitenbrievenbussen moet stoppen waarvan de klep vaak ook nog niet open wil.” 
Die handschoenen moest ze zelf aanschaffen. Ik snapte het. Ik trok de knip en dokte. Het bedrag mag je zelf bepalen, vanzelfsprekend geef ik altijd (te) gul want geen idee. Maar ik voel me er minder lullig bij dan wanneer ik beleefd ‘non merci’ zou zeggen.
En ja, president Macron heeft onder dwang van de ‘gilets jaunes’ een aantal grote (staats)bedrijven zover gekregen dat er een zogenaamd ‘vrijwillige’ eenmalige eindejaarsbonus van zo’n 200 euro wordt uitgekeerd – ook La Poste doet mee – maar dat verandert structureel niks aan de belabberde salarissen van de kleine krabbelaars zoals deze posteuse, die net boven het minimumloon verdient. 
Ze bedankte hartelijk. En zoende me ineens spontaan op de wang. 
“Nou, graag gedaan”, bloosde ik, zoveel was het nou ook weer niet.
“En nog hele fijne feestdagen”, voegde ze er een tikje weemoedig aan toe. “We zullen elkaar wel niet meer zien.”
“Tuurlijk wel”, riep ik spontaan, “kom gerust een kopje koffie doen, mag ook zonder pakje of kalender hoor!”
Nee, dat had ik verkeerd begrepen. Ze had een andere route toebedeeld gekregen, vanaf volgende week kwam hier een nieuwe collega langs. 
Ik keek blijkbaar nogal beteuterd. 
“Ach, misschien komen we elkaar nog weleens op het dorp tegen”, opperde ze blijmoedig.
“Ja wie weet”, stemde ik in, “woon je daar dan?”
“Nee, in de stad.” Ze wuifde uit het raampje van haar gele postautootje terwijl ze het pad opdraaide en flink doorgaste om de klim omhoog te kunnen maken.
Die zien we nooit meer terug, wist ik. Toch benieuwd hoe lang het duurt voor de opvolging hier naar beneden durft. Maar háár ging ik missen.

10 gedachten over “De calandrier van de posteuse”

  1. Inderdaad, ‘Le Calendrier’. Hier van de brandweer en ik stond een paar jaar geleden raar te kijken toen ik persoonlijk voorop stond. Ik had in de zomer een frontale klapper gehad met een motorrijder en daar waren de pompiers ook bij geweest. Toen ik verkoopsters daar op attendeerde was het van ‘wat leuk blablabla’. Dus los van 10 Euro heb ik ze toen ook maar een fles bubbels meegegeven.

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      De vuilnismannen, ja natuurlijk. Maar die zien we hier niet, die legen de grote verzamelbakken langs de départementale en in het dorp. Ze zijn nog nooit langs de deur geweest, maar anders had ik ook dat kalendertje gekocht, tuurlijk!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven