Buiten je belbundel

do 30 mei 2019

“Ha! Je bent buiten je belbundel gegaan”, legde ik de echtgenoot uit, zijn mobieltje onderscheppend dat hij net met een ferme zwaai over het muurtje van het caféterras wilde zwiepen naar de ondergelegen ‘designtuin’ (van tuinarchitect Le Nôtre (1613-1700) die ook de tuinen van Versailles ontwierp) behorende bij het château dat ons dorpje domineert. “Omdat dit kreng het toch nooit doet. En buiten m’n belbundel gegaan?! Ik bél nooit!”
Dat klopt, ík bel met dat ding, in hogenoodgevallen. Als bijvoorbeeld de bliksem weer eens heeft toegeslagen, de livebox en dus alle telefoon- en internetverbindingen plat liggen en de helpdesk van de firma Orange uitsluitend opneemt als je met een Frans mobiel nummer belt, bij voorkeur ook van Orange: “Anders kunnen we u niet terugbellen.” Wat aperte onzin is, maar ik ben inmiddels zo murw geslagen door de legendarische Franse bureaucratie dat ik – naast mijn voor het werk noodzakelijke Nederlandse mobiel – ook maar een Orangeklantje ben geworden. Mini-abonnementje, vast, want pre-paid staat bol van de ongewenste reclame en je beltegoed verdwijnt volautomatisch na een dag of wat, of je nou gebeld hebt of niet. Gevolg was wel dat er een nieuwe mobiel met dat abonnementje meekwam. Daar moest ook de echtgenoot mee leren werken. Voor het geval hij en ik – uiteen gedreven door omstandigheden – elkaar toch zouden moeten kunnen bereiken. Van drukken op knopjes (denk: Nokia) moest hij ineens overgaan op swipen. “Op wat???” Alsof hij zojuist met een tijdcapsule vanuit de Middeleeuwen naar een ver verwijderde toekomst was getransporteerd.
We hebben – veel – geoefend en op zeker moment lukte het om via een ferme veeg over het schermpje daadwerkelijk een oproep te honoreren. Aan zélf bellen waren we nog niet echt toegekomen toen we met een taxistaking/blokkade op het vliegveld van Nice te maken kregen, de echtgenoot lopend van Terminal 2 naar Terminal 1 moest (en weer terug) om de auto kwijt te raken en te laat dreigde te komen om de vertrekkende logee gedag te zeggen.
“Dan bel je toch even”, opperde ik nonchalant. Geen gelukkige opmerking. Maar na nogmaals de highlights van het mobiel bellen te hebben doorgenomen leek er een kwartje ingedaald; hij ging het proberen.
Er kwam geen telefoontje. Vlak voor het ‘embarquement’ kwam hij aangehijgd en dreigde het mobieltje in de dichtstbijzijnde afvalbak te dumpen.
“Ging het niet?”, vroeg ik meelevend (altijd voorzichtig blijven, nooit een ontluikend initiatief ontmoedigen) en nam het noodmobieltje weer onder m’n hoede.
“Jawel hoor. Maar ik kreeg van zo’n blikken mejuffrouw te horen dat m’n beltegoed ontoereikend was, en of ik maar even wilde ‘upgraden’.”
Ik checkte, kocht een paar belminuutjes bij en gaf het mobieltje terug: “Werkt weer, probeer maar.”
“Ik wil hier niets meer mee te maken hebben”, sprak de echtgenoot sereen. Het werd een stille wandeling naar Terminal 1.
Hij heeft het ook verdraaid lang volgehouden om dat mobieltje te negeren. Tot vorige week, toen het weer eens nodig bleek. Ik moest op pad, afgelegen wijngaarden in (lees er maar over in de najaarseditie van Côte & Provence), de echtgenoot zou me opwachten op het kroegterras voor het apéro, daarna zouden we lunchen. Maar ja, dat aperitiefje kreeg ik ruimschoots geserveerd in zo’n schitterende wijngaard, dus het werd ook ruimschoots wat later. De echtgenoot had me gebeld – de reservering voor de lunch en zo – en weer ‘die blikken mevrouw’ aan de lijn gekregen: belbundel overschreden.
En ik herinnerde me ineens dat ik vrij langdurig met dat ding had gebeld, om een pakketbezorger binnen te praten die ons adres niet had kunnen vinden.
Met een ‘oeps’ kwam ik er niet meer vanaf, met de belofte de belbundel uit te breiden ook niet; die lunch in ons favoriete restaurant konden we inmiddels wel vergeten, wegens te laat.
Ik heb opnieuw gereserveerd. Voor het diner. Misschien krijg ik daarmee de echtgenoot weer aan de praat. Maar aan het mobieltje…

13 gedachten over “Buiten je belbundel”

  1. Moet ik nou op m’n oudedag nog een cursus mobiel gaan geven?
    Toegegeven, ik ben wat dat betreft een a-typische bejaarde. 40 jaar de ontwikkelingen vanuit m’n vak gevolgd tot die mobiele krengen eindelijk echt draagbaar en, later, bruikbaar werden.
    Ik wens jullie beiden véél sterkte.

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      Nou Bram, een cursus van jou is altíjd welkom. En A-typisch is een geuzennaam die ik ook graag draag. Maar jij, bejaard? Hou eens op zeg!

  2. Renée waarom geef je je man geen nokia …alsmhij er alleen mee belt zijn ze fantastisch.
    Het is ook niet meer van deze tijd om niet bereikbaar te zijn (vind ik)
    8k heb nog wel.een nokiaatje voor je liggen hoor

  3. Ach Renee, zo herkenbaar, ik ben net als je echtgenoot, zodra mijn mobiel anders boert, weet ik het niet meer, gelukkig ben ik met een computer dokter getrouwd en kan ik altijd roepen ……HELLUP….., dat pokkeding doet het weer eens niet, grrrrrrr en andere enge ziektes……..

Laat een antwoord achter aan Kijk, Zuid-Frankrijk! Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven