Werkster in de wijn

do 13 juni 2019

“Er zit een beetje werkster in je wijn”, grapte ik tegen de echtgenoot terwijl hij tijdens het apéro genietend een plakje van zijn vers ingetapte rosé afslurpte. De pronte Parisienne die met harde hand het heavy huishoudelijke werk voor me opknapt, was net vertrokken. We hebben een eerbiedige bewondering voor haar. Ze is ondanks haar tengere postuur beresterk, beminnelijk en blijkbaar bestand tegen de tegenslagen van het leven. Bretonse van origine, de liefde achterna gereisd naar Parijs en met de restanten van een mislukt huwelijk en twee kinderen neergestreken in de Provence. Ga er maar aanstaan. Zij wel.
Toen ik kort na mijn verhuizing naar hier, bij de kroeg op het dorp informeerde of er ook iemand te vinden zou zijn voor de huiselijke klotenklussen die ik zelf niet meer aankan, kreeg ik meteen háár telefoonnummer mee. “Die weet van aanpakken”, zei de kroegbazin er waarderend bij.
Nou, dat bleek te kloppen. Zodra zij binnenstapt, trekken wij – en dat zijn behalve de echtgenoot en ik, ook de honden en de kat – ons terug op kantoor, het enige vertrek in het pand waar ze niet komt. “Al die kabels, ik kijk wel uit.” We durven er de rest van de middag slechts uit te sluipen als er een hond hoognodig moet. Eigen toiletbezoek stellen we liever uit, dan dat we haar versgedweilde vloer van voetstappen voorzien. Niet dat ze daar moeilijk over zou doen, maar als ze aan de gang gaat – en dat is meteen als ze de drempel is overgestapt – woedt er een soort van gevecht tussen haar en de huiselijke materie waar we maar liever niet tussen komen. In het begin heb ik het nog wel geprobeerd, kopje koffie aangeboden bij binnenkomst, halverwege iets te drinken geoffreerd, kansloos: “Eerst m’n werk af!” En als het dan af was, moesten er koters opgehaald, of was er iets anders dringends. Druk!
Tot een paar weken geleden. Het was me al opgevallen dat ze steeds wat later kwam, maar hé, dit is Zuid-Frankrijk, dat hoort erbij, gaat me verder niet aan. Maar als iemand halfverstuikt binnenstrompelt gaat het me wél aan.
“Lieverd! Ga ff zitten. Wat is jou nou overkomen?” Ik schoof een stoel vrijwel onder haar kont. Ze ging zowaar zitten. Moeizaam.
“Koffie?” Ze protesteerde niet eens. Ik hoefde ook niet aan te dringen, het verhaal kwam vanzelf. Behalve bij mij, en ook nog op een paar andere adresjes als bijklusjes ter aanvulling van haar magere bijstandsuitkering, werkt ze in de wijngaarden. Loodzwaar werk, vrijwel het hele jaar door. Want het gaat niet alleen om de druivenpluk in augustus en september. Er moet gesnoeid, geknipt, gewied, opgebonden, uitgedund. Bukken, buigen, hurken en weer opstaan. Dat laatste was misgegaan: bij het overeind komen was de veter van haar bergschoen (stevig schoeisel is onontbeerlijk in de rotsachtige wijngaarden hier) achter een wijnstronk blijven haken. Ze was languit tussen de staken beland; drie ribben gekneusd, de dokter had een drukverband aangelegd. “Zit een beetje strak, maar als ik eenmaal in beweging ben gaat het wel weer hoor.”
“Geen sprake van! Je gaat lekker naar huis. Volgende week zien we wel verder zeg!”
Ze keek er ongemakkelijk bij. Dat was haar eer te na.
“Doe nou maar”, zei ik sussend, “je hebt al hard genoeg gewerkt. Voor onze wijn”, verduidelijkte ik en liet haar de fles rosé uit de cave cooperative zien waar zij voor in de wijngaarden werkt. “Dankzij jou, dank je wel.”
Ze grimlachte pijnlijk. Maar nee, ze hoefde geen glaasje. Ze ging toch liever maar naar huis. “Tot volgende week dan maar.”
“Niet, als het niet gaat hè!”
De week erop stapte ze monter als altijd binnen “nee, dank je wel, geen koffie”, en ging meteen als een wervelwind door het huis. Van de kroegbazin hoorde ik later dat ze al drie dagen na haar akkefietje weer in de wijngaarden was gesignaleerd.
Dus telkens als ik me een glaasje inschenk denk ik tegenwoordig: er zit een beetje werkster in m’n wijn. Een hárde werkster. Petje af. En merci.

16 gedachten over “Werkster in de wijn”

  1. Kijk Renée dat is waarom ik die stomme NL uitspraak van “werken met de Franse slag” ook nooit begrepen heb, een leven lang al bijna dat ik daar echt kwaad om kan worden wanneer dat weer eens te sprake komt en ik blijf ze met overtuiging verdedigen,het ligt niet aan het “Frans” zijn ! dank je voor het verhaal en warme groet aan je werkster, Ine

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      Ik ken er hier in mijn omgeving niet eentje die met die beruchte ‘Franse slag’ werkt. Allemaal onzin en vooroordeel. Men werkt hier ànders. In de wijngaard bijvoorbeeld van 6-12 uur in de ochtend, omdat je anders een zonnesteek oploopt of geheel gedehydrateerd raakt. En de winkels op het dorp zijn langer dicht tussen de middag dan in NL. Maar als om 7 uur begint en tot 9 uur ‘s avonds open blijft is dat nogal logisch. Ik zal onze wijnwerkster je groeten overbrengen, merci.

  2. Mooie blijk van waardering! ‘Tis dat ik te ver weg zit, anders zou ik zeggen, laat maar komen!
    Mensen met deze inzet zijn goud waard !

  3. Tja, wat wordt gezien als “de Franse slag”? Ik heb wel wat werk gezien dat ik zo noemde.. verwarmingsbuizen die voor ramen gemaakt worden, ketel die neergezet wordt zodat aansluiten makkelijk gaat, maar onderhoud amper te doen is, leidingen scheef, isolatie die na een paar dagen loslaat van de leidingen etc. Maargoed, ook dat gebeurt in Nederland en waarschijnlijk elk ander land.

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      Er is maar 1 criterium: vakmanschap. Dus nooit met beunhazen in zee gaan en uitsluitend met professionals werken. Heeft niks met Franse slag te maken.

      1. Helemaal mee eens.De franse vakmensen zijn heel goed opgeleid en ieder jaar de verplichte bijscholing ! (Conformation) zo blijft men op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen etc.

Laat een antwoord achter aan Rob Alberts Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven