We hebben en nieuwe champêtre op het dorp. Geen succes.
De vorige – en thans gepensioneerde, want 55 jaar en 4 maanden – was een tamelijk goedmoedige grote lobbes. Die zijn dagen sleet tussen het stoepje voor de mairie, waarbij hij een soort van teen-hakjewipje op de plaats maakte, en de tabac ertegenover, waar hij zo af en toe naartoe stiefelde om iemand die onrechtmatig geparkeerd stond om even snel een pakje peuken te bemachtigen, vermanend toe te spreken. Met enige regelmaat slofte hij een rondje door het dorp, waarbij hij consequent de steile straatjes omhoog vermeed; je moest je dienst nou ook weer niet al te serieus nemen.
De nieuwe is van een ander kaliber. Waar de oude gekleed ging in een lichtblauwe polo met de letters ASVP (agent de surveillance de la voie publique) op de rug en een paar stevige stappers aan de voeten, is de nieuwe een fanatieke uniformfreak. Probleem is dat een ASVP geen echt uniform heeft. Behalve dan dat lichtblauwe poloshirt. Daar heeft ie wat op gevonden. Niet alleen heeft hij er een donkerblauwe (niet zo) camouflagebroek bij bedacht, hij heeft er ook nog eens een echte vechtpet bij gevonden. Waarvan hij de klep diep over de achter een spiegelzonnebril verdekt opgestelde ogen heeft getrokken. Aan zijn voeten vanzelfsprekend soldatenkistjes. Aan zijn koppelriem alles wat je maar kunt bedenken om aan je riem te koppelen als je geen wapen mag dragen. Zoals daar zijn: een houder voor de mobiele telefoon, een ferme sleutelbos, een ‘talkie-walkie’ (niet officieel verstrekt, dus waarschijnlijk bedoeld om het thuisfront te melden dat hij op tijd voor de lunch zal zijn), een ‘verdacht’ busje dat zowel traangas als zonnebrandspray zou kunnen bevatten, een bidon die hij regelmatig aan de dorpsfontein bijvult, en een apart broekriemtasje voor z’n pen en bonnenboekje. Aldus opgetuigd paradeert hij door het dorp. Deze gezagsdrager heeft wat te bewijzen en dat zullen we weten ook. Denk Louis de Funès maar dan zonder humor.
Op het caféterras zie je van alles, dus ook hoe de ‘nieuwe’ naderbij sloop toen de burgemeester – ook niet geheel van opgepompt ego gevrijwaard – tegen lunchtijd vanaf het bordes van de mairie ‘zijn commune’ met welgevallen in ogenschouw nam. Oké, hij keek slechts uit op de kroeg, de épicerie en de tabac die het minuscule dorpspleintje omringen, maar toch. De nieuwe kwam vanaf zijn plekje naast de airco aan de zijkant van het gemeentehuis aangesneld. Onderdanig kronkelend kruipsloop hij de paar treden naar het bordes op om als een soort wethouder Hekking (tik maar in op Google) naast de burgervader te eindigen. Hij likslijmde zich naar zijn hoogtepunt: de presentatie van zijn gretig gebruikte bonnenboekje, dat hij verleidelijk onder de neus van de maire liet wapperen. Die in het geheel niet geïnteresseerd bleek en de champêtre met een wuft handje terzijde wuifde om in zijn Volkswagen Tiguan-diesel met donker getinte ramen te duiken. De burgervader is officieel milieuvriendelijk, er staan twee nog nooit gebruikte laadpalen naast de boulesbaan, maar daar moet je hem natuurlijk niet privé mee lastig vallen.
Bon, die zagen we vandaag niet meer terug.
De champêtre daarentegen, had nog wat te scoren om zijn ego op te krikken. Met dat bekende platvoetloopje van de klassieke diender banjerde hij dreigend het pleintje rond. Als je in het zicht van het caféterras bent afgegaan, moet je daar wat tegenoverstellen. Heeft ie gedaan. Toen we terug naar de parkeerplaats liepen om naar huis te gaan, zagen we een aantal voitures met een gevreesd papiertje onder de ruitenwisser: infraction. Een prent. Iets onleesbaars erop gekrabbeld. Geen idee waarom, maar op mijn auto prijkte zowaar geen boetebevel. Waarschijnlijk had ie me gewoon gemist, of niet serieus genomen, of was zijn wraakzucht intussen gestild. En ik stond nog wel met twee (!) bandjes op de streep van het parkeervak. Ik keek nog eens goed naar die bekeurde auto’s. Uit hun kentekens kon ik opmaken: toeristen!
Aha, ik wist genoeg.
Het dienstkloppertje had begrepen dat hij met ‘ons van het dorp’ maar beter voorzichtig kon wezen. Wel zo veilig.

6 gedachten over “Infraction”

  1. Toen ik mij vorig jaar hier in de Morvan vestigde was zo ongeveer het eerste wat de Franse buurman zei ‘zet je auto zo snel mogelijk op FR-kenteken want de politie heeft veel meer aandacht voor de toeristen’.

  2. Buitenlanders en Diplomaten hebben het in Nederland makkelijker. Gewoon niet betalen is het devies. Alleen bij wegslepen is dat lastiger ….

    Je hebt weer een mooi verhaal geschreven.

    Zonnige groet,

Laat een antwoord achter aan Kijk, Zuid-Frankrijk! Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven