Een pijp uit Parijs

do 26 september 2019

Van de zomer, het zal augustus geweest zijn, stopte er een dikke Peugeot voor het café-terras. Kenteken 75 en we wisten: o jee, Parijs! Op zich niks bijzonders. De Parijzenaar is in mijn dorpje over het algemeen niet zo’n graag geziene verschijning, maar ‘in het seizoen’ laten we die invasie van volk uit ‘la capitale’ gelaten over ons heen komen. Hun vakantie is altijd wel weer een keertje voorbij en met een beetje mazzel valt er wat aan hen te verdienen. Zo zijn we hier ook wel weer.
Maar bij die Peugeot trok een detail meteen de aandacht. Er stapte een monsieur uit met een pijp tussen zijn tanden. Het trof ons als een fenomeen uit een beduimeld stripalbum. Zoiets hadden we al jaren niet meer live gezien. In mijn dorp rookt iedereen, behalve ik dan. Jaren geleden hatsikidee mee gestopt. Niet vanwege een dokter of zo’n regering die de prijzen maar opschroeft. Maar na vele jaren ‘Gitanes jaune en papier mais’ en de gejatte sigaren van de echtgenoot, vond ik dat gedamp ineens niet lekker meer. Waarom weet ik ook niet. Daarna nooit meer iets opgestookt, althans qua rokerij. Ik heb nog wel heel even Gauloise overwogen, maar ik ben geen trouweloze overloper die naar een ander merk grijpt. Ik wissel Feyenoord ook niet in tegen Ajax, of erger nog: PSV. Ik ben hier geen fan van OGC Nice, voor Olympique Marseille wil ik nog wel juichen als het zo uitkomt; eens sportverslaggever, altijd sportfanaat. Weten ze in het dorp nu ook wel. Als ik op het terras zit, word ik naar binnen geroepen als er op de tv een of andere voetbal- of wielerwedstrijd te zien is.
Ik rook dus niet, maar ik kom om de paar dagen bij de tabac, veruit de best scorende commerce van het dorp. Een paar doosjes sigaren voor de echtgenoot en voor mij een Euromillions. Ik weet ook wel dat dat nergens op slaat, zo’n lootje. Ik heb weleens € 7 euro gewonnen toen er een paar miljoen in het vooruitzicht werden gesteld. Ik deed vroeger ook altijd mee aan de Nederlandse Staatsloterij. Mag niet meer sinds ik een adres in het buitenland heb.
Het aardige van binnenlopen bij de tabac is dat je er net even andere mensen tegenkomt dan in de kroeg. Ouderen en dan vooral vrouwen die je –ongevraagd – bijpraten. ‘Wist ik al?’ Ze weten dat ik geen toeriste ben maar hier het hele jaar woon. Een ‘sociaal ontmoetingspunt’ heet dat geloof ik, in de woorden van beleidstypes. Wat dat betreft zijn de tabac en het café volgens mij even belangrijk.
Toen de pijp uit Parijs uit zijn Peugot was gestapt, stootten we elkaar aan. “Zie je dat? Een pijp!” We bleven verwonderd naar ‘m kijken toen hij op het terras gewoon zomaar een stoel en een heel tafeltje verplaatste. Daarna de parasol. Hoogmoedig ontbood hij met een akelig luide vingerknip Nina, onze lieve serveerster, die als altijd glimlachend kwam aangesneld. De pijp bleef nonchalant in de mondhoek bengelen terwijl hij zijn ‘order’ arrogant uitblafte. Ik zag een druppel speeksel langs de steel naar beneden glijden. ‘Parijs, Parijs…’, hoofdschuddend volgden we het tafereel.
Ik was nog niet langs de tabagiste geweest en vroeg of ze (of in zekere zin wij) pijptabak verkocht. Het idee! Waarom zou je een voorraadje aanleggen als niemand nog pijp rookte! Was ik wel bij de tijd?
Ik liep terug naar het terras en dacht aan commissaris Maigret. De eeuwige pijproker wiens belevenissen ik nog altijd graag lees. En herlees. De pijproker zag ik inmiddels omringd door een gezelschapje. Aan hun uitdossing zag je meteen: niet van hier. In mijn dorpje volgen we de mondiale mode niet echt op de voet, eerder schoorvoetend zal ik maar zeggen.
Het zal wel mijn (Provençaalse?) tic zijn, maar ik ben altijd vooral nieuwsgierig naar dingen die er niet toe doen. Ik vroeg me af: is de pijp aan een nieuw leven begonnen? In het spoor van de e-sigaret die inmiddels ook al in het verdachtenbankje van de anti-dampdivisie is geraakt? Misschien de nieuwe hype onder hipsters of zo, je weet het niet. Parijs is hier héél ver weg, dus belde ik een vriendin in de hoofdstad. “Nee”, zei ze, “niks geen pijpen bij ons. Het idee!”
Die Peugeot-man uit Parijs was uit de tijd. Zeg maar gerust: uit de oertijd. Om de een of andere reden vond ik dat een heel geruststellende gedachte. Al helemaal toen hij de tandwielen van zijn patserversnellingsbak hartverscheurend ouderwets liet tandenknarsen toen ie ‘m niet in z’n achteruit kreeg bij het uitparkeren. We hebben niet geapplaudisseerd, maar het scheelde niks.

8 gedachten over “Een pijp uit Parijs”

  1. Renee, ik speel nog steeds mee in de Staatsloterij, via internet. Automatische afschrijving en af en toe een prijsje op mijn NL bankrekening!
    Ik geniet van je columns, groetjes uit een naburig dorp!

    1. Kijk, Zuid-Frankrijk!

      Iets met vrij verkeer van personen en goederen, geldt blijkbaar niet voor bankrekeningen. Voor (gevluchte) personen trouwens ook niet…

Laat een antwoord achter aan Nanny Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven