Morgen Sinterklaas. Daar hoort speculaas bij. En dan bedoel ik niet die matige supermarktkoekjes. Nee, eerlijke brokken, van die dikke. Kom er maar eens om, hier in Zuid-Frankrijk. Terwijl de naam van dit noordelijke snoepgoed waarschijnlijk wel degelijk uit het zuiden afkomstig is. Het schijnt een verbastering te zijn van het Latijnse speculator, ‘hij die alles ziet’, Sinterklaas dus. Want je wilt niet weten hoe vaak die Goed Heiligman extreem goed geïnformeerd blijkt te zijn als het om stoute kindertjes gaat. Vroeger – toen ik nog geloofde – heb ik heel wat angsten uitgestaan als hij zijn Grote Boek opensloeg en langzaam met de wijsvinger langs de bladzijden ging. In de zekere wetenschap dat hij weer eens bij een van mijn ‘wandaden’ zou uitkomen. Maar dat was ruim voor Big brother en Big data; dat boek ging na wat vermanende woorden gewoon weer dicht. Tegenwoordig weet je je permanent bespied.
Nou, kijk dan ook maar even mee als je van speculaas houdt, zoals het in Nederland heet. In Vlaanderen zeg je speculoos en in Wallonië en Noord-Frankrijk spéculaus. Hier in het zuiden breken ze er hun tong over en kom je de bruine Sinterklaaskoek doorgaans alleen in grote supermarkten tegen. En nee, die moet je niet hebben als je voor de echte brokken gaat. Zelf maken dus. Geldt ook voor de juiste mix van speculaaskruiden. Jawel, dat fix je nog makkelijk vandaag. ’t Is namelijk zo gepiept, dus geen paniek voor pakjesavond morgen. Wel de rest van de dag een heerlijk geur in huis als voorbode van de feestvreugde. En wie niet aan Sinterklaas doet: het spul blijft in een goed afgesloten doos nog dagen knapperig.

Ingrediënten:

Voor de speculaas:
450 gram bloem + extra om te bestuiven
225 gram basterdsuiker (eventueel sucre de canne)
350 gram koude boter
20 gram bakpoeder
15 gram speculaaskruiden
1 theelepeltje zout
2 eieren
amandelschaafsel

Voor de speculaaskruiden:
16 theelepels kaneel
4 theelepels kruidnagel
4 theelepels koriander
4 theelepels gemberpoeder
2 theelepels foelie
2 theelepels nootmuskaat
1 theelepel kardemom
1 theelepel witte peper

Bereiding:

Van de speculaaskruiden:
Doe alle kruiden bij elkaar in een goed afsluitbaar potje en schudt even flink. Klaar! Meet de 15 gram af die voor de speculaas nodig zijn, bewaar de rest in het potje op een koele en donkere plek.

Voor de speculaas:
Klop de eieren los in een kommetje.
Doe de koude boter meteen uit de koelkast in een ruime kom en snij hem met twee messen in stukjes.
Gooi er alle andere ingrediënten bij (ook de zelfgemaakte speculaaskruiden niet vergeten!) maar hou het amandelschaafsel apart.
Kneed er een soepel deeg van.
Kan trouwens ook in een daarvoor geschikte keukenmachine.
Vis de bal deeg uit de kom, verpak hem in plastic folie en laat hem een half uurtje in de koelkast opstijven.
Bestuif het aanrecht of een grote werkplank met bloem.
Verhit de oven voor op 175 graden.
Haal het deeg uit de folie, rol het uit tot een dikke plak en snij er vierkantjes van, of steek er met een glas of een bakvormpje vormpjes van, of maak een dikke rol van het deeg en snij die in plakjes.
Bestrijk alles met losgeklopt ei, strooi er het amandelschaafsel overheen en leg de speculaashompjes met enige afstand ertussen op een met bakpapier beklede bakplaat.
Bak de speculaas in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer een half uur gaar. Goed laten afkoelen voor je ze van de bakplaat haalt, anders verkruimelt de boel. Fijne Sniklaas!