Zo kwamen we aan La Galette des Rois

zo 3 januari 2021

Door Renée Vonk-Hagtingius

(klik op de foto’s om ze te vergroten)

Woensdag 6 januari mogen ze hier eindelijk weg, de kerstversieringen. En dan krijgen we er de ‘Galette des Rois’ voor terug: driekoningentaart! Een heerlijk bladerdeegbaksel gevuld met romige amandelspijs. Want dat eet je, op Épiphanie, oftewel Driekoningen. Een feestje dat wordt gevierd ter ere van de drie ‘wijzen uit het oosten’ die kwamen kraamkameren – of misschien moeten we kraamstallen zeggen – bij Josef en Maria en het Kerstkindje. Geen gemeente hier in Zuid-Frankrijk die het in z’n hoofd haalt om eerder dan die dag de kerstversieringen te ontmantelen, dat brengt maar ongeluk. Later is geen punt, in sommige buurgemeenten hangen ze er ergens in maart nóg, maar onze voortvarende burgervader heeft graag stipt op tijd de boel aan kant: Driekoningen ‘pile’ (exact) dus, en geen dag later. Vindt de dorps-épicerie ook: daar ligt de driekoningentaart meteen prominent in de aanbieding.
Die drie koningen zelf waren indertijd wat minder ‘van de klok’, maar dat zal met de reismogelijkheden te maken hebben gehad. Balthasar was bisschop van India, Caspar kwam uit Afrika en Melchior moest ergens uit het verre Oosten vandaan komen. Dus ja, dan ben je een tijdje onderweg.

Navigeren op een ster
Ze kwamen weliswaar met eigen vervoer (kameel) en navigeerden naar Bethlehem door achter een stralende ster aan te hobbelen. Moet je tegenwoordig eens proberen, navigeren op een ster. Je zou binnen de kortste keren vastlopen in het verkeer, of ergens tegenop knallen omdat je niet op de weg lette. Oké, die lui waggelden merendeels door de woestijn, maar daar zou jij waarschijnlijk vast komen te zitten met je SUV in een zandduin, of zonder brandstof komen te staan omdat je nèt dat laatste tankstation had gemist voor je aan je rally begon. En je komt bovendien ook niet veel verder als je geen bereik hebt met je eigentijdse GPS. Nee, knappe jongens die wijzen.
Ze kwamen dus een beetje laat aan voor een geboortefeestje van 25 december, maar ze hadden wel cadeautjes meegebracht die je niet meteen op marktplaats zet: goud, wierook en mirre (kruidige olie), in die tijd bijzonder kostbaar allemaal. Vanzelfsprekend werden de drie warm onthaald en kregen ze een mooie maaltijd voorgezet, met taart toe.
Balthasar had mirre op zak, hij kwam uit India, Caspar uit Afrika, hij bracht wierrook mee, en Melchior – goed voor het goud – moest ergens vanuit het verre Oosten vandaan komen. Zegt de legende.

Een feestje uit de 4e eeuw
Alleen is die in de loop der eeuwen zo vaak en zo onwaarschijnlijk veranderd en aangepast aan geldende (godsdienstige) normen en gebruiken, dat er maar weinig staat op te maken valt.
Het ‘feest’ ontstond ergens in de vierde eeuw, dat lijkt wel vast te staan. Met name in kerkgenootschappen in het oosten van het Middellandse Zeegebied, in het bijzonder die in het Byzantijnse Rijk werd het gevierd. Dat breidde later uit tot Oost-, Zuidoost-, West-Europa en het Midden-Oosten, en zelfs Amerika.
La Galette des Rois evolueerde mee met de legende en met de godsdienst van dienst. Van heidens tot geloof tot bijgeloof, zullen we maar zeggen.
Inmiddels is die taart niet meer weg te denken uit het Franse culinaire landschap.
Zo’n 96 % van de Fransen koopt in deze periode minsten een galette, meestal meer. En per keer eet je er minstens 3 à 4 partjes van, volgens een onderzoek van ‘la plateforme Epicery’. Veruit de meeste galettes worden gekocht bij de betere boulangeries-pâtisseries (45%), gevolgd door de grandes surfaces (41%). Slechts 8% komt uit de diepvries.

Geluksbrengertje
Een goede galette des rois is gemaakt van bladerdeeg met amandelvulling, en er moet absoluut een fève in meegebakken worden: een geluksbrengertje. Dat was ooit een rauwe boon, in de Romeinse tijd een muntstuk (had te maken met belastingen) en in onze tijden moeten we het doen met een ingebakken frutsel waarop doorgaans nog reclame staat ook. Van Schtroumpfs en Disneydingetjes tot en met verbleekte sterren en politieke typetjes. Ik zou tegen thuisbakkers willen zeggen: gebruik gewoon een rauwe boon, het gaat om het idee. En wie de boon in zijn taartpartje treft, mag zich de ‘koning van de dag’ noemen. In supermarkten wordt er dan ook een goudkleurig kartonnen kroontje bij geleverd waarmee je voor schut mag gaan zitten. Overigens is de dagkoning(in) ook verplicht om de volgende galette te fourneren. Wat trouwens wel ook volgend jaar mag, anders blijf je aan de gang. De taart moet in net zoveel stukken gesneden worden als er aanwezigen zijn. Als je met z’n tweeën bent wordt dat wel een hele kluif, een halve taart de man is toch wat machtig, dus daar zou ik maar niet te zwaar aan tillen: de volgende dag smaakt een stukje (even opwarmen in de oven) net zo lekker.

Een stukje apart houden
En niet vergeten, er moet één stukje apart gehouden worden. Dat is – naar keuze – voor God zelf, voor de armen, of voor de onverwachte bezoeker. Goeie kans dat minstens twee van de drie verstek laten gaan in deze barre tijden, dus dat kan de volgende dag ook opgesmikkeld worden.
Het seizoen – als je dat zo kunt zeggen – loopt van twaalf dagen na Kerst tot vastenavond, maar de enige echte Galette des Rois consumeer je natuurlijk op de dag zelf: 6 januari.
La Galette des Rois is bij vrijwel elke supermarkt en banketbakker te koop. Bij een goeie patisserie kun je doorgaans een uitstekend exemplaar bemachtigen. Maar als er zo’n stapel oneindig houdbare dozen in de supermarché staat, laten staan! Gortdroge muffe bladertroep, gemalen wittebonenpasta erin.
En het is zo simpel om ‘m zelf te maken. Hierbij het recept.

Ingrediënten:
2 rollen bladerdeeg (of 8 plakjes)
100 gam amandelpoeder
75 gram suiker
1 ei
1 eierdooier
50 gram zachte boter
3 eetlepels crème fraîche
3 eetlepels amaretto
1 zoetzure appel
1 boon of muntstuk

Bereiding :
Bekleed een bakvorm met de eerste rol bladerdeeg, of plak vier plakjes aan elkaar en bekleed daar de bakvorm mee (eerst de vorm invetten, of het bakpapier onder het deeg laten zitten). Prik het deeg over de hele bodem in met een vork.
Klop het ei los en meng alle ingrediënten (behalve die extra eierdooier en de appel) in een kom door elkaar en verdeel het mengsel over het bladerdeeg. Verstop er ergens (niet in het midden, dan weet iedereen meteen waar ie zit) de boon of het muntstuk in.
Verwarm de oven voor op 210 graden.
Schil de appel, haal het klokhuis eruit en snij ‘m in flinterdunne partjes.
Verdeel de appelpartjes over de vulling.
Drapeer de tweede rol bladerdeeg (of de overige vier plakjes) over de vulling, druk de zijkanten goed aan, en bestrijk het oppervlak ruimhartig met eierdooier voor een mooi bruin korstje straks. Prik met een vork wat gaatjes in de bovenkant, anders zwelt/ploft de boel tijdens het bakken.
Laat de galette in het midden van de voorverwarmde oven in ongeveer een half uur gaar en goudbruin worden. Maar er mag best een minuutje of tien bij indien nodig. Wel even laten afkoelen voor je er punten van snijdt. Kan bij de koffie, of als dessert, met een lekker glaasje zoete witte of bubbels erbij. Royale!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven