Reportage: anno toen en nu in Saint-Rémy-de-Provence

zo 10 januari 2021

Door Rémi de Ridder

Een jaartje ‘avant corona’ ging ik min of meer op zoek naar het ware hart van de Provence maar dan dat van de 21e eeuw. Ik kwam in Saint-Rémy-de-Provence uit. Antiek, middeleeuws én een beetje mondain. In de hoofdstad van het regionale natuurpark Les Alpilles ruikt het als vanouds naar tijm, lavendel en schapen, maar voor Louis Vuitton kun je er ook terecht. Nostradamus werd er geboren, Vincent van Gogh beleefde er zijn productiefste periode, een prinses van Monaco is er de enige niet met een tweede huis en Charles Aznavour had er z’n favoriete eethuisje.
Goed, Saint-Rémy dus.
Een heel erg oud stadje met nu 10.000 inwoners, op zo´n 20 km van Avignon, departement Bouches-du-Rhône (13). Die klassieke sfeer van onbezoedelde platanenpleintjes en dunne steegjes van ver voor de postkoets, aangelengd met een vleug mondainiteit, cultureel erfgoed en het regionale natuurpark van Les Alpilles. Die ‘optelsom’ vind je nergens, volgens mij.
Wie maar een paar kilometer verderop rondneust, ruikt het lekkerste van de Provence, van tijm tot lavendel, en kijkt in dat ‘parc’ zijn ogen uit. En wat die cultuur betreft: in dat opzicht heeft St. Rémy ongelooflijk veel aan ´onze´ Vincent van Gogh te danken.

Hij was er de enige kunstenaar niet
De gekwelde schilder werd er in 1889 in het gekkenhuis opgenomen, overigens vrijwillig. En hij vervaardigde er kort voor zijn overlijden ongeveer 150 doeken en 100 tekeningen, hetgeen impliceert dat hij in St. Rémy zo´n beetje zijn productiefste periode beleefde. En hij was de enige kunstenaar niet die zich in de stad op zijn gemak voelde. Schrijver-filmer Marcel Pagnol, de grootmeester van de Provençaalse vertellingen, was er vaak en graag en in haar Mas d´Angirany ontving de schrijfster Marie Mauron jarenlang Grote Namen als Pablo Cassals en Jean Cocteau.
Kortom: je bent in St. Rémy in een klassiek cultureel centrum en het ligt voor de hand dat de toeristenindustrie er zijn voordeel mee doet. Wandelen waar Vincent van Gogh ook ooit gelopen heeft, is maar één voorbeeld van de desbetreffende aanbiedingen van het Office du Tourisme. Ook geen probleem om – tegen betaling – even een kijkje te nemen in het oude klooster Saint-Paul-de-Mausole. Het is nu een gezondheidscentrum, maar de kerk en een schitterende Romaanse kloostergang zijn er nog. Evenals de – gereconstrueerde – kamer van Van Gogh. Uitzicht op de graanvelden die hem zo inspireerden en irissen die lijken op de bloemen die hij al op de dag na zijn aankomst in het gesticht schilderde.

Begin op de Place Jean-Jaurès
Het was heerlijk nazomerweer, ik ging flaneren, te beginnen op de Place Jean Jaurès waar de oude binnenstad met die steegjes en pleintjes, de fonteinen niet te vergeten, zijn deuren opent. Ik liep langs imposante panden, ooit bewoond door rijkaards, maar nu veelal omgetoverd tot musea. Langs verleidelijke terrasjes, galeries die soms iets moois boden (maar dan wel tegen aanzienlijke prijzen) en langs elegante boetieks die misschien zelfs in Parijs niet zouden misstaan. Geen idee, ik kom daar nooit. Maar ook voor de Grote Merken als Louis Vuitton, Armani en Gucci was er winkelruimte vrijgemaakt.

De zoete specialiteit van Nostradamus
Vorig jaar – nog net voor corona – weer terug was ik na een uurtje uitgekeken op al die winkeltjes. En ik had trek gekregen in een ´pignolat de Nostradamus´, een zoete specialiteit uit St. Rémy, gebaseerd op een recept uit de ´Traité des fardements et des confitures´ uit 1551. Een mengsel van pijnpitten, suiker, rozenwater en venkel, bedacht door Nostradamus, in 1503 geboren in St. Rémy. Allicht klopt van zijn voorspellingen nog minder dan die van hedendaagse wichelroedelopers die over beurskoersen of de météo gaan, maar hij wist in elk geval wel van ´lekker´. Voor de beste had ik naar Confiserie Lilamand (sinds 1866) gemoeten, op de Avenue Albert Schweitzer. Iets te ver lopen, op een terras op de Place Joseph Hilaire scoor je heel aanvaarbare versie. Met een glas rosé, AOC les Baux de Provence. .
Hoezo Avenue Albert Schweitzer? Nou, gedurende de Eerste Wereldoorlog was de later wereldberoemde arts in het ´ziekenhuis´van Van Gogh geïnterneerd.

De historie van oude stenen
Ook die middag besloot ik toch maar weer een kijkje te nemen in Glanum, in de zesde eeuw voor Christus gesticht door Gallische Kelten. Dit in verband met een heilige bron. Daarna waren de Grieken een tijdje de baas in wat nu St. Rémy is, toen de Romeinen. Eerlijk gezegd boeien oude stenen me minder, maar sinds de opgravingen die in 1921 begonnen, is er wel heel veel indrukwekkends blootgelegd. De triomfboog aan de oude Via Domita, destijds de verbindingsweg tussen Spanje en Italië, en het mausoleum opgedragen aan de kleinzonen van keizer Augustus. Archeologen menen dat er tot nog toe maar 15 procent van de oorspronkelijke stad is teruggevonden, Griekse en Romeinse bouwfasen.
Je moet er –één km ten zuiden van St. Rémy- betalen om er een kijkje te mogen nemen. Staat tegenover dat er een Taverna Romana is die Romeinse gerechten aanbiedt. Voor een prima lunch.
Ik ging ook nog even naar de grotwoningen in de oude Romeinse steengroeven, nu het Musée Rural, het plattelandsmuseum. Biedt toch wat anders dan Van Gogh.

Ook even iets eten
Toen ik wel zo’n beetje uitgewandeld was, gold de vraag: waar eten? In St. Rémy heb je twee restaurants met een Michelin-ster (De Tourrel en Fannyt Rey & Jonathan Wahid), maar dat zijn qua prijskaartje misschien betere adressen voor prinses Caroline van Monaco die in St. Rémy een vakantiehuisje heeft. Ik was getipt dat het goed toeven is bij Le Bistrot de Marie in de Rue Jaume Roux. Hét adres van Charles Aznavour, die tot voor kort bij St.Rémy om de hoek woonde. Uit eten? Altijd bij Marie. Ik ging erheen, tuinterras, lekkere eenvoud, gewoon kwaliteit.
Bij het dessert en de koffie besloot ik daar: ja, St.Rémy is de Provence van de 21e eeuw.

8 gedachten over “Reportage: anno toen en nu in Saint-Rémy-de-Provence”

  1. Beste Rémi ,
    Echt mooi artikel , Aznavour woonde in Mouriès (13) en ging ook vaak eten in ” Le Bistrot du Paradou ” chez Jean- Louis in Le Paradou (13) . Saint Rémy heeft inderdaad ‘n aparte charme ( klein , wat mondain met veel historiek ) .
    Aureille (13) ook ‘n mooi boerendorp met standbeeld van de bekende razeteur André Soler !
    Heb in Maussane – Les – Alpilles gewoond vandaar mijn weetjes haha…..

  2. Klopt , Jean-Louis heeft ook ‘n foto van hem hangen in de bistrot , 2 mooie typisch provençaalse resto ‘s die je vermelde !

Laat een antwoord achter aan carla Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven