Ik weet het, dat klinkt helemaal als ‘blote billetjes in het gras’ en dat klopt. Maar ik vind de Franse vertaling zo mooi poëtisch. Zeg nou zelf: ‘fesses nues’ happen toch lekkerder weg dan ‘blote billen’? Voor diegenen die niet met dit streekgerecht uit zo’n beetje alle uithoeken van Nederland (van Groningen tot en met Brabant en Limburg) bekend zijn: het gaat om een stamppot. Ook wel ‘blote kindertjes in het groen’ of ‘juffertjes in het veld’ genoemd. Gemaakt van snijbonen, witte bonen en aardappel. Je plet de hele handel door elkaar en je geeft er een vette rook- of braadworst bij.
Kijk, dat vind ik nou doodzonde. Die blote billetjes komen ergens vandaan, dat is ooit door een creatieve geest bedacht. Waarom noem je een gerecht zo? Simpel: die snijbonen zijn het gras, en die witte bonen vormen de billetjes die er bovenuit steken. Maar dan wil je dát toch ook op je bordje zien? Dan ga je de hele handel toch niet kapot stampen tot een onherkenbare massa?
Dus doen we het anders. We maken er een salade van, met de aardappels er los bij, en iets eventueel vlezigs leggen we er ook gewoon naast. Voor de liefhebber. We geven er meteen een méditerraan tintje aan, met olijfolie, een sjalotje, een teentje knoflook. En Italiaanse cannellinibonen in plaats van ‘gewone’ witte bonen. Die zijn net even iets zachter en hebben een beetje nootachtige smaak. Kortom, zo steken die blote billetjes echt met kop en schouders boven het gras uit. Kun je heerlijk over nadenken met een mooi glaasje frissig wit erbij.

Ingrediënten:
400 gram verse snijbonen
800 gram cannellinibonen (uit blik/pot)
2 theelepels bonenkruid
2 sjalotjes (of een klein uitje)
2 tenen knoflook
3 eetlepels (goede) olijfolie
1 eetlepel citroensap
1 theelepeltje mosterd
zout en peper uit de molen

Bereiding:
Snipper de sjalotjes (ook een stukje van het groen), pel de knoflooktenen.
Snijd de snijbonen fijn. Dat kan met de keukenmachine, maar je kunt ze ook wat grover snijden, met de hand. Kook ze in zo’n 5 minuten beetgaar in ruim water met wat zout. Doe ze over in een vergiet en laat uitlekken.
Gooi ook de cannellinibonen in een vergiet (of zeef), spoel ze af onder de kraan en laat uitlekken.
Verwarm een scheut olijfolie in een ruime (hapjes)pan en smoor de sjalotjes en de uitgeperste knoflooktenen erin aan.
Doe de snijbonen en de cannellinibonen erbij, breng op smaak met het bonenkruid en peper en zout en roer alles goed om. Draai het vuur uit en laat afkoelen.
Klop in een ruime kom de olijfolie, het citroensap, de mosterd en wat peper en zout tot een mollige vinaigrette. Meng er alle bonen doorheen. Verdeel over de borden en geef er een stukje sopbrood en een glaasje fris wit bij.
Voor de liefhebber kan er dan nog aardappel(puree) en zo’n worst bij. Wel zelf prakken; wij hebben onze billetjes liever bloot.