Chômage technique en de dorpstamtam

do 11 februari 2021

Door Renée Vonk-Hagtingius

Je hebt van die nachten (nou ja, ik) dat je met een onbestemd gevoel wakker wordt in het holst van de duisternis en zeker weet: hier klopt iets niet. Negeren, nog eens op je andere zij draaien helpt niet, inslapen lukt niet meer. Er is iets mis. De echtgenoot ronkte rustig door, dus dat was het niet. Ik keek op de elektrowekker om te zien hoe laat het was, er keek geen verlichte wijzerplaat terug. Ik wist genoeg: stroomstoring. Op dat moment begon boven op het thuiskantoor de ‘onduleur’ (accu voor de computers om de fluctuaties is de altijd al wankele stroomtoevoer op te vangen) benauwd te piepen. Wat betekende dat die stroomstoring al minstens een paar uur aan de gang was. En m’n voorgevoel zei me dat het ook nog weleens geruime tijd zou kunnen duren. Ik keek met de zaklamp – we zijn hier ten plattelande voorbereid – op mijn mechanische horloge en zag dat het 6 uur in de ochtend was. In lijdzaamheid wachtte ik de morgenstond af. Luisterend naar de regen die inmiddels met bakken uit de hemel viel. Mooi geluid wel, maar als je weet dat je straks je waterschuwe honden met geen stok de deur uit krijgt, toch ook niet echt opbeurend.
“Stroomstoring”, concludeerde de echtgenoot toen het eerste daglicht door de reten van het elektrische rolluik kierde en hij oogcontact met de wekker maakte.
Ik wilde iets cynisch zeggen, maar we moesten vandaag nog even verder. Dat er zolang er geen stroom was, ook elders in huis geen rolluik zou opengaan stond vast. Dat er geen vers geperst sapje voor het ontbijt, geen koffie en geen ochtendnieuws op de tv te zien zou zijn, ook. Dat er niet gewerkt zou kunnen worden eveneens. Woensdag nota bene! Corona-cijferdag, het wekelijkse overzicht van de stand in het land over de pandemie. Hier zaten mensen op te wachten! Nou, daar was ik mooi klaar mee.
Bij het noodnummer van de EDF kreeg ik een zenuwziek wachtmuziekje te horen dat af en toe onderbroken werd door de mededeling dat de wachttijd meer dan 7 minuten bedroeg. Volgens de standaardstem van de geautomatiseerde EDF-mevrouw die ik uiteindelijk aan de lijn kreeg was er een stroomstoring gaande. Ik werd bedankt voor mijn belangstelling, de verbinding werd verbroken. Ik belde de buurman. Nee, geen stroom. De tabac op het dorp: geen gehoor. De épicerie, ook geen stroom. Of ja, toch wel, o nee, nu weer niet. Bij het gemeentehuis draaide een bandje: ik kon een afspraak maken.
Intussen was het opgehouden te regenen, het liep tegen twaalven. Dan maar een aperitiefje op het terras; dit was ‘chômage technique’, technische werkloosheid, overmacht. Je kon er maar beter het beste van maken, er was zon, en even geen mistral.
De glaasjes waren nog niet ingeschonken of vanuit de verte klonk het aanzwellende geluid van de dorpssirene, die doorgaans alleen op vrijdag wordt getest op functioneren. In mijn pre-coronaherinneringen weet ik nog goed dat je je dan te pletter schrok als je net op het caféterras van een aperitiefje nipte en dat luchtalarm vanaf het dak van het naastgelegen gemeentehuis begon te loeien.
Dat herrie-ding is er niet voor niks, het doet bijvoorbeeld nog steeds dienst als brandalarm. Hier op het platteland heeft echt niet iedereen een appje op z’n mobieltje, en anders gewoon geen bereik. Dus een ver-dragende alarmsirene bereikt ook de mensen in de afgelegen ‘witte vlekken’ van de zendmastenmaatschappij. Eén sirenestoot: brand. Twee stoten: brand in de buurt. Drie stoten: paniek. Of zo iets.
Maar het had gehoosregend, brand was uitgesloten. Het was woensdag, dus geen testdag. En toch die sirene?
“Zou de stroom het misschien weer doen?” opperde ik tegen de echtgenoot, terwijl ik een plakje van m’n glaasje slurpte.
Hij vond me – als altijd bij Franse narigheid die onmogelijk aan mij kon liggen – overdreven optimistisch, maar ik ging toch even binnen kijken.
Stroom! Vrolijk liet ik de luiken omhoog ratelen (hij schrok zich een rotje) en concludeerde, terwijl ik een quiche in de oven schoof voor de lunch en het espresso-apparaat aanklikte: we wonen in de derde wereld.
Altijd gezeik met de stroomvoorziening of anders wel met het internet, maar op de dorpstamtam – ook al is het een sirene – kun je rekenen.

4 gedachten over “Chômage technique en de dorpstamtam”

  1. En daarom hebben wij luiken ?!
    Vandaag was er een kleine stroomonderbreking.
    Geen idee waardoor.
    Het regent niet meer.
    T mooie weer komt vlgd week in de Var aan .

    1. Leuk stukje om te lezen. We hebben ook in Frankrijk gewoond, ik kan me er helemaal iets bij voorstellen. We hadden ook met regelmaat stroomstoringen, we woonden op het platteland.

Laat een antwoord achter aan Henri Bik Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven