“Of je nog worst lust”, vroeg ik aan de echtgenoot toen ik het pakketje openmaakte dat de posteuse op de tuintafel had achtergelaten. Omdat ik ook nog met enige regelmaat NL-televisie kijk, waarop in de voorbije weken (kou, schaatsen!) de hele koek-en-zopie-traditie weer eens was langs gegleden, had de trek in ‘ouderwetsche’ Nederlandse waar onweerstuitbaar toegeslagen en had ik in zo’n heimweewinkel op internet wat besteld. Rookworst, oude kaas; daar had ik goede herinneringen aan.
“Doe maar een stukje kaas”, bromde de echtgenoot.
Ik maakte een plankje klaar, plus een schaaltje rookworst. We proefden, glaasje erbij, mooi terrasweer dus ideale omstandigheden. We keken elkaar aan. Dat doen we dus niet meer.
Er doet zich een raar fenomeen voor als je gedurende langere tijd geen etenswaren uit het oude vaderland meer gegeten hebt. In je herinnering waren die rookworst, de haring, de kroketten, de oude kaas, de frietsaus en de zoet/zure augurkjes onovertroffen lekker. En hoe langer je het zonder moest stellen, des te mythischer werden ze in je nostalgische zwelgingen. Tot de dag komt dat je er weer eens mee geconfronteerd wordt.
Maar – en ik durf het bijna niet op te schrijven – ik lust die Hollandse handel niet meer. Het lijkt wel of alles ontzettend veel zouter of zoeter smaakt dan waar ik hier in Frankrijk in de loop der jaren aan gewend ben geraakt. Zo’n rookworst, haring, kaas: bremzout. Die frietsaus en die augurkjes: mierzoet!
Ik heb er geen studie van gemaakt, maar als je een beetje vergelijkt kom je gemakkelijk tot de conclusie dat in Frankrijk het zoutvaatje en de suikerschep toch minder uitbundige gehanteerd worden voor hartige waren. En daar ben ik inmiddels blijkbaar aan gewend geraakt. Dus gaan we er maar eens lekker tegenaan met een hartige cake. Geen zoutschep nodig. En mocht je er een kleddertje mayo bij willen, neem dan die van Amora, met mosterd.

Ingrediënten:
3 eieren
120 gram bloem
30 gram amandelmeel
1 zakje droge gist
12,5 cl lauwe (volle) melk
10 cl olijfolie
50 gram ontpitte olijven
100 gram kaas (3 soorten: geit, camembert en bleu)
50 gram saucisson sec (liefst met knoflook)
3 eetlepels sesamzaadjes
8 blaadjes verse basilicum

Bereiding:
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Mix in een ruime kom de eieren, de bloem en het amandelmeel door elkaar.
Mix de melk en de olijfolie erbij tot een glad beslag.
Smelt de in blokjes gesneden kazen in de magnetron, of in een pannetje met een drupje olie op een laag pitje, en doe alles bij het beslag.
Voeg er de gist, de grof gehakte olijven, de ontvelde en in kleine stukjes gesneden saucisson, de sesamzaadjes en de fijngesnipperde basilicumblaadjes aan toe.
Meng alles goed door elkaar en vul er een grote of een aantal kleine ingevette cakevormpjes mee en laat in 40-45 minuten garen in het midden van de voorverwarmde oven. Ze zijn gaar als je er een satéprikker insteekt en die er zonder aankleefsels weer uitkomt.
Laat ze afkoelen voor je ze uit de vorm(pjes) schudt.
Lekker bij de borrel, maar ook als hartig toetje na de maaltijd.