Cézanne: maître du Mont Sainte-Victoire (met filmpjes)

ma 19 april 2021

Door Maria Edelman

(klik op de foto’s om ze te vergroten)

In die oude steengroeve in Les Baux-de-Provence (Bouches-du-Rhône) die nu Les Carrières de Lumières heet, doen ze elk jaar fantastische multi-media expo’s, gewijd aan een of meer kunstenaars. Na onder anderen Van Gogh, Chagall en Michelangelo zijn nu Paul Cézanne en (in mindere mate) Vassily Kandisky aan de beurt. ‘Maître de la Provence’ heet het deel van de tentoonstelling die over Cézanne gaat (filmimpressie onderaan dit artikel). Ik zou als titel trouwens hebben gekozen voor ‘Maître du Sainte-Victoire’.
Toen ik die aankondiging onder ogen kreeg, dacht ik meteen terug aan mijn bezoek aan het atelier van Cézanne (1839-1906) op de Mont Sainte-Victoire.
Je kunt goed verdedigen dat hij echt verliefd was op die berg van de ‘Heilige Overwinning’ bij Aix-en-Provence. In elk geval heeft hij de 1.011 meter hoge kolos zo’n 300 keer uit alle mogelijke standpunt met verschillend licht geschilderd en er vlakbij bouwde hij zijn atelier.
Een unieke belevenis: als je van zijn atelier ‘en pleine nature’ even doorloopt, kom je bij een uitkijkpost terecht waar een paar reproducties van zijn Sainte-Victoire schilderijen hangen. Op die plek heeft hij zijn geliefde berg talloos vele keren op het doek gezet en het heeft iets heel speciaals als je zelf oog in oog met die Mont staat en tegelijkertijd ziet wat Cézanne ervan gemaakt heeft. Kijk hier voor een impressie: klik hier.
dan ben je al in zijn atelier geweest, een bescheiden pandje van twee verdiepingen, zonder enige opsmuk. Roze luiken, een groot raam op het noorden. Alles is er nog zoals de schilder het achterliet: potjes verf, flessen, zijn ezel en natuurlijk een aantal reproducties.

‘Een heerszuchtige dorst naar de zon’
Cézanne mag nu wereldberoemd zijn en volgens onder anderen Picasso en Matisse zo ongeveer de grondlegger van de moderne schilderkunst, maar de erkenning kwam laat. De bankierszoon uit Aix, door zijn vader onderhouden, kwam destijds in Parijs niet aan de bak en verkocht vrijwel geen schilderij. Hij keerde telkens teleurgesteld naar zijn geboortestad terug waar hij verder werkte aan de ontwikkeling van zijn eigen stijl. Daar werd hij ook niet gewaardeerd. Directeur Pontier van het Musée Grandet in Aix zei in 1901 dat zolang hij de baas was er nooit en te nimmer een Cézanne in zijn museum zou komen te hangen.
Cézanne keek ondertussen dag in dag uit naar de kale kalkstenen Sainte-Victoire. Meestal ging hij erheen, zoals eeuw of wat eerder de Romeinen die er oprukkende Teutoonse troepen hebben verslagen. Vandaar die naam ‘Heilige Overwinning’.
Is de vraag wat de schilder nou precies in de berg zag. Hij zou het aan een vriend hebben uitgelegd: “Hoe ze verrijst, hoe ze heerszuchtig dorst naar de zon en hoe melancholiek ze is in de avond.”

 

In driedelig pak en een bolhoed
Qua verschijning voldeed Cézanne in geen enkel opzicht aan het bevooroordeelde beeld van de kunstenaar. Zo ging hij steevast gekleed in een driedelig kostuum en droeg hij een bolhoed. Oók als hij met zijn ezel naar de Sainte-Victoire toog om zijn geliefde opnieuw te schilderen. Het kan er toch knap warm wezen.
Nadat zijn vader overleden was, kocht Cézanne in zijn ideale omgeving bij de berg een stuk grond. Eindelijk geld genoeg om er een atelier te laten neerzetten. Hij was toen al 63 en ging voortaan vrijwel dagelijks de Saint-Victoire schilderen. Dat feest met zijn eigen atelier zou maar vier jaar duren. Hij zou gezegd hebben dat hij schilderend wilde sterven en dat is hem min of meer gelukt. Op een dag zat hij op zijn vaste stek toen het weer omsloeg. Kletsnat en door de kou bevangen zakte hij op de terugweg naar zijn atelier in elkaar. Een paar dagen later overleed hij. Twee Amerikanen hebben het in 1952 van de sloop gered. Mooi dat het nog helemaal in authentieke staat is.

Een ongetrouwde moeder en een riant buitenhuis
Paul Cézanne werd op een koude winterdag (19 januari 1839) in Aix-en-Provence geboren in een opvangtehuis van twee ongehuwde zusters. Toen ze op krachten was, trok de ongetrouwde moeder Anne-Elisabeth Aubert met baby Paul in bij de vader Louis-Auguste Cézanne. Ze woonden boven zijn hoedenzaak, 55 Cours Mirabeau, waar twee jaar later Pauls zusje, Maria, werd geboren. Paul was vijf jaar oud toen zijn ouders trouwden. Tien jaar later kreeg hij nog een zusje, Rose.
Zijn ondernemende vader had inmiddels met zijn compagnon Cabassol in 1848 een eigen bank opgezet, die floreerde. De familie raakte in goeden doen en kocht het grote buitenhuis ‘Jas de Bouffan’, waar Paul een flink deel van zijn leven zou doorbrengen. Even meekijken: klik hier.

Met Emile Zola in ‘Les Deux Garçons’
Zijn schooljaren speelden zich af in Aix, onder andere in het college Bourbon. Daar sloot hij vriendschap met Emile Zola (1840-1902) en hij bracht met hem lange middagen in het café ‘Les Deux Garçons’ door. In zijn laatste schooljaar schreef Paul zich in voor (gratis) tekenlessen aan de locale kunstacademie, gevestigd in het huidige museum Granet. Hij besloot, meer om zijn vader een plezier te doen, rechten te gaan studeren in Aix, terwijl Zola naar Parijs ging om er schrijver te worden.
Na twee jaar rechtenstudie gaf Paul het op en ging hij voor het eerst naar Parijs. Oók en vooral om Zola te bezoeken. Maar toen hij daar werd afgewezen voor de kunstacademie, keerde hij teleurgesteld terug naar de tekenlessen in Aix.
Hij werkte korte tijd op de bank van zijn vader, waar het hem steeds duidelijker werd dat hij hoogstens een talent had om kunstenaar te worden. Zijn vader bleef hem, ondanks de teleurstelling dat zijn zoon hem niet zou opvolgen, financieel steunen.

In Parijs miste hij Aix
In 1862 keerde Paul terug naar Parijs en ging er opnieuw schilderen. Ook was hij vaak in het Louvre om kopieën te maken van Italiaanse en Vlaamse Oude Meesters. Tijdens zijn eerste Parijse tijd had Cézanne Camille Pissarro leren kennen; nu kwamen daar Guillemin, Bazille, Renoir, Monet, Sisley en wat later Manet bij. Pissarro werd een van zijn beste vrienden, die hem altijd zou blijven steunen en stimuleren.
Hoewel hij nu in Parijs kon werken en geestverwanten had, miste Cézanne zijn geboortestad.
Hij schreef aan een jeugdvriend: “Toen ik in Aix was, leek het beter dat ik elders zou zijn, maar nu ik hier ben, mis ik Aix. Als je eenmaal daar geboren bent, is het gebeurd: dan zegt al het andere je niets”.
Hij ging lange periodes terug naar Aix om te schilderen, maar probeerde naam te maken in Parijs. Twee van de drie keer dat hij werk instuurde voor de officiële ‘Salon d’Autumn’ werd hij afgewezen.

Een ‘geheime’ zoon en het ‘verraad’ van Zola
In 1869 ontmoette Paul in Parijs een jong modelletje, Horsense Fiquet, van wie hij een zoon kreeg (Paul, 1872). Jarenlang hield hij het tweetal angstvallig verborgen voor zijn familie. Pas in 1878 kwam zijn vader er bij toeval achter.
De verstandhouding met Hortense, die in de ogen van zijn ouders een nietsnut was, levend op Pauls (dus hun) kosten, bleef altijd miserabel.
Ook al was er geen sprake van een grote liefde, Cézanne bleef Hortense, een onvervalste Parisiene, als een gentleman trouw. Hij zou jaren later, in aanwezigheid van zijn ouders, met haar trouwen (april 1886) in Aix.
Dat gebeurde krap enkele weken na de ingrijpende en onherroepelijke breuk met Emile Zola. Toen diens boek ‘l’Oeuvre ‘werd gepubliceerd, begreep Cézanne onmiddellijk dat het boek over hèm ging: de mislukte kunstenaar uit een provinciedorpje die zelfmoord pleegt.
Hij voelde zich verraden door zijn beste jeugdvriend en verbrak het contact.

 

Monet en Renoir kwamen langs
Cézanne was al 56, toen hij zijn eerste erkenning kreeg met een grote expositie bij de nog jonge, later beroemde, kunsthandelaar Ambroise Vollard (1895, Parijs). De jongere generatie kunstenaars, de Postimpressionisten, onder wie Emile Bernard en Maurice Denis, ontdekten zijn werk en zagen daarin hun grote voorbeeld.
Toen hij in 1880 het huis van zijn zwager bezocht met uitzicht op de onverzettelijk majestueuze Mont Sainte-Victoire, durfde hij voor het eerst het motief van de berg met licht en schaduwen uit te werken.
Op diverse plaatsen zette hij zijn ezel neer en raakte hij gefascineerd, bijna bezeten van de schoonheid van de omgeving.
Hij verliet Aix nog maar zelden. Zijn vrienden Monet en Renoir kwamen hem opzoeken in ‘Jas de Bouffan’, waar hij zijn atelier had en de meeste tijd doorbracht met zijn moeder en zuster Maria.

Een dodelijke longontsteking
Na zijn vaders dood bekommerde hij zich nog meer om zijn oude moeder, van wie hij zielsveel hield. Toch wilde Cézanne, nu financieel onafhankelijk, ook graag zijn zoon en vrouw om zich heen hebben. Hij regelde een appartement voor Hortense en Paul (vlak bij het huis van zijn moeder), maar moest dreigen hun toelage in te houden, om ze te bewegen naar Aix te komen. Tot zijn verdriet vertrok het tweetal toch spoedig weer naar Parijs.
Na de dood van zijn moeder (1897) werd besloten ‘Jas de Bouffan’ te verkopen (1899). Cézanne was, met een huishoudster, gaan wonen in zijn laatste huis, 23, Rue le Boulegon. Hij liet in 1901 een ruim en licht atelier bouwen aan de rand van de stad (Les Lauves) met een prachtig uitzicht.
Daar heeft hij vier jaar lang kunnen werken, onder andere aan de ‘Grandes Baigneuses’, tot hij eind oktober 1906, na urenlang schilderen in de stromende regen, een verraderlijke longontsteking opliep. Toch sleepte hij zich twee dagen later alweer naar het atelier. Hij stierf thuis op 23 oktober, 67 jaar oud.
Een jaar later was er een groot retrospectief van Cézannes werk in de Parijse Salon d’Autumn. Aix-en-Provence deed er veel langer over de belangrijkste inwoner van haar stad te erkennen.

Aix is Cézanne en andersom
Met die erkenning zit het nu wel goed. Aix is Cézanne, in elk geval in de waarneming van het Office du Tourisme. Er is een stadsroute uitgezet, de huizen waar hij woonde, ateliers waar hij werkte, cafés waar hij naar toe ging en de plekken rond de stad waar hij zijn ezel opstelde. Een duidelijk spoor van bronzen plaquettes de ‘clous de Cézanne’ vormen een wandelroute langs de vele locaties waar Cézanne heeft geleefd en gewerkt, beginnend met zijn geboortehuis en eindigend bij de ‘cimitière Saint Pierre’, waar hij begraven ligt. En hij heeft er nu een eigen standbeeld.
Vanuit het centrum van de stad zijn met zuilen (in verschillende kleuren en het portret van Cézanne) vijf parcoursen aangegeven naar locaties waar Cézanne heeft gewerkt, ateliers en gezichtspunten. Eén route leidt onder meer naar het ‘Atelier des Launes’, waar Cézanne zijn laatste meesterwerken maakte. Voor velen is dit de pelgrimsplaats bij uitstek, waar de ‘soufle du maître’ nog steeds hangt. Kijk hier maar: klik hier. Er zijn op de Mont Saint-Victoire tal van fantastische wandelingen uitgezet, van makkelijk tot moeilijk. Klik hier voor meer info.
Maar toen ik er de laatste keer was koos ik voor de fiets. De ‘Tour de la Montagne Sainte-Victoire’, 66 km. Als je start bij het Office du Tourisme ben je een dag onderweg, je komt verscholen Provençaalse dorpjes tegen en wijngaarden die (nog) geen grote reputatie genieten. De route impliceert klimmen, tot boven de 1.000 meter. Je fietst over de RD17 naar Le Tholonet en daarna naar Puylobier, je passeert het boeiende Maison de la Sainte-Victoire, de commune de Saint-Antonin-sur-Bayon. Na een formidabele belevenis kom je tenslotte weer in Aix over de finish. Meer weten? Klik hier.
Net als Cézanne, voor wie de eindstreep daar ook lag, na een lange tocht die er ook begonnen was.

Voor de goede orde: de bedoeling is dat de Cézanne-expo in de Carrières in Les Baux-de-Provence op 1 mei opent. Niets is in deze periode zeker. De tentoonstelling loopt tot 2 januari 2022. Kijk op de site voor updates, en voor alvast een schitterende impressie: klik hier.

1 gedachte over “Cézanne: maître du Mont Sainte-Victoire (met filmpjes)”

  1. Wat fijn dat les Carrières de Lumière weer inerte is hersteld. De eerste geweldige presentatie die we daar zagen was over Vincent van Gogh. Daarna bij elk bezoek aan de Provence ook een bezoek aan de Carrière. Tot we helaas een keer voor niets kwamen. Het was afgelopen met de presentaties. Vanwege wat was niet helemaal duidelijk, jammer ,niet meer die kunstwerken in zo’n grootse omgeving te ervaren. Nu helaas te laat voor ons. Ga ervan genieten als je er nog kunt komen.

Laat een antwoord achter aan L. Jamin Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven