Slenteren langs werelderfgoed

do 29 juli 2021

Door Renée Vonk-Hagtingius

En dan loop je zomaar ineens door het werelderfgoed. Beetje raar wel, je kijkt ineens toch anders naar de stad. Sinds afgelopen dinsdag is Nice genoteerd op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Ze hebben er iets van tien jaar voor moeten lobbyen, maar nu was het toch echt zo ver. Ik moest er die dag toevallig even wezen, iets met een specifiek auto-onderdeel, en ik maakte van de gelegenheid gebruik om een ommetje door de stad te maken. Zo dwaalde ik langs de Colline du Château en schrok me werkelijk kapot van de 12 (!) kanonschoten die werden afgevuurd om het feit te vieren. Normaal is dat er eentje, rond midi, maar dat doen ze al sinds 1861 dus daar schrik je niet meer zo van. Het is net zoiets als de alarmsirene op m’n dorp die elke vrijdag om 12 uur de toeristen de platanen van de dorpsallée in jaagt; als je het weet, stuiter je niet uit je terrasstoeltje, neem je nog een nipje van je drankje en zit je het oorverdovende geloei begripvol uit. Mooi dat die roeptoeter er is, voor als er brand uitbreekt.
Ik ben vaak genoeg – en tot genoegen – in Nice geweest, maar sinds dat coronagedoe zat de klad er een beetje in, dus ik vond het wel prettig de stad weer eens te verkennen. Hoewel ik nog steeds heel veel ademnood krijg van dat mondkapje, dat nu weer overal op straat verplicht is. Ik haastte me dus maar snel naar het strand, waar dat onding af mag. Een koel glaasje bij zo’n strandtent leek me wel wat. Moest ik daar dat bekbedekkertje nou weer op of niet? Een pass sanitaire paraat houden? Ik stapte wat aarzelend het strandterras op, keek rond naar een vrij plekje, en werd door een beleefd jolig jongmens – type werkstudent – met het mondkapje bungelend onder de kin naar een vrij tafeltje verwezen. Naar zo’n pariapas werd niet gevraagd, en als je zit hoef je geen mombakkes meer voor. Het werd een genoeglijk uurtje.
Op de terugweg slenterde ik nog even over de markt op de Cours Saleya (dagelijks, behalve maandag, van 6-17.30 uur) maar ik vond het er veel te druk en kreeg het knap benauwd onder m’n mondmisère. Maar ja, de garage was nog lang niet klaar met dat onderdeel, leerde m’n mobieltje. Dan toch maar even de Colline op, frisse lucht happen.
Er zijn niet veel mensen die het weten, maar sinds 1951 kun je met een oude doch betrouwbare lift naar één van de mooiste plekjes van Nice. Ver boven het stedelijk gewoel, op de hoogste heuvel waartegen de stad gebouwd is, ligt een onwaarschijnlijk rustig en schitterend park met fraaie waterval, van waaruit je geweldige panoramische vergezichten hebt over Vieux Nice aan de ene, en haven en zee aan de andere kant. Het château waarnaar het park vernoemd is bestaat al sinds 1706 niet meer (er zijn nog wat ruïne-resten), maar een kniesoor die daarover valt. Halverwege de vorige eeuw werd die lift middenin de stad bedacht, die je zonder problemen 91 meter hoger bracht. Vroeger met een heuse piccolo aan boord, maar de laatste decennia volledig geautomatiseerd. Te bereiken via een ‘geheime’ locatie, helemaal aan het einde van de Rue des Ponchettes, verstopt in een tegen de rostwand aangeplakt gebouwtje met het weinigzeggende opschrift ‘Ascenseur du Château’. Helaas, ook nu weer was de lift buiten gebruik. Geen coronamaatregel, iets technisch en dat gebeurt steeds vaker, dus ik vraag me af hoelang het nog duurt voor de ascenseur definitief wordt afgeschreven. Zou ik niet doen, werelderfgoed tenslotte; dit zijn nou precies de dingen waar het om draait bij zo’n toekenning. Ik zag het niet zitten om die 91 meter via de ongelijkmatige struikeltrap te overbruggen. Dus ben ik terug geslenterd naar hartje Vieux Nice, naar m’n favoriete pleintje – la Place Rossetti – met z’n befaamde Cathédrale Sainte-Réparate en z’n klaterende fontein. Maar ik schrok van de enorme toeristenmassa, met lange rijen voor de beroemde ijssalon Fenocchio. En ik dacht: ‘bekijk het maar met je werelderfgoed, ik kom buiten het seizoen nog wel een keertje terug.’
Bij de garage kreeg ik een prima espresso, en de rekening. Dat was even slikken. Maar ik kon in elk geval fluitend naar m’n eigen platteland terugrijden. Ook werelderfgoed wat mij betreft.

2 gedachten over “Slenteren langs werelderfgoed”

Laat een antwoord achter aan Kijk, Zuid-Frankrijk! Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven