De taxi-gijzeling

vr 19 november 2021

Door Peter Hagtingius

Uurtje of half negen ’s- avonds, een vriendin, geliefd in het dorp, eerder getroffen door een licht herseninfarct belde vanuit een taxi.
Of ik geld had.
Ik vond het een rare vraag.
Ze vertelde dat ze uit het ziekenhuis weg wilde, volgens haar de hel op aarde, dat ze met alle geweld zo gauw mogelijk naar huis wilde, en met veel moeite een taxi had geregeld. Een ambulance, no way, volgens het hospitaal, een taxi dan? Ook niet, aldus de balie. In een stad met 45.000 inwoners zou er na half acht geen taxi rijden? Een soort collega-patiënt in het ziekenhuis, met kennelijk een netwerkje in transportkringen, bracht uitkomst en binnen een kwartier stond er zo’n ‘voiture’ met rode en groene lampen op het dak voor de deur van de medische wereld.

Mooi zo, dacht ik, toen ik het verhaal hoorde.
Iemand die wél heil zag in een Mercedes-ritje van een kilometer of dertig naar ons dorp.

Wie gaat dit betalen?
Dit was buiten de waard gerekend.
Men was inmiddels in het dorp gearriveerd en de vraag was: wie gaat dit betalen?
Mijn vriendin had geen geld bij zich, niet het eerste waaraan je denkt als je enigszins verward in zo’n canrnavals-ambulance met zwaailicht en sirene naar een ziekenhuis wordt afgevoerd. En daarna weer naar huis wilt.
Ik vertelde aan de telefoon dat ik slechts € 25 cash in huis had. Veel te weinig.
Ik kreeg de taxichauffeur aan de lijn die over € 104 begon. Contant te betalen.
Ik opperde de optie van een chèque, dan wel de bankpas.

“Onbespreekbaar, monsieur! U regelt de betaling of ik breng uw vriendin terug naar de stad en laat haar als wanbetaler arresteren”.

Op de achterbank sloeg de paniek bij mijn vriendin toe. Kon ik via het mobieltje meer dan goed horen. De stuurbediende had alle deuren alvast op slot gedaan, ze was in gijzeling genomen.

Het dorp ging bellen
Ik zei tegen de opgewonden geraakte stedeling: “calme-toi”, in ons dorp regelen we alles op onze manier, parkeer even voor de deur van de ‘tabac’.

Ik belde mijn vriend Francis de aannemer, legde de situatie uit, en hij stapte met wat bankpapier meteen in zijn Peugeot 404 uit 19zoveel. Hij waarschuwde ook zijn broer, de enige ‘rossige’ Provençaal die ik ooit ontmoet heb. Francis is een schrale verschijning, maar die broer die bij gemeente werkt, daar loop je niet zomaar omheen. Hij had nog wat collega’s gebeld en binnen een kwartier wist de taximan zich omsingeld door wat op een knokploeg leek.

“Je doet nu de deuren van je auto open, of we maken gehakt van jou en je Mercedes”.

Trots op ons succes
De stedeling accepteerde zijn nederlaag. Francis gaf hem € 80. Was volgens hem wel genoeg, hij reed zelf ook weleens naar de stad.
We hadden onze gijzelaar bevrijd die we samen naar huis brachten.
We waren best trotst en de mevrouw van de ‘tabac’ kwam met pizza aanzetten.

Ook internationaal schijnen taxichauffeurs niet populair te zijn. Maar deze uit de stad verderop hadden we als dorp toch maar mooi te pakken.

2 gedachten over “De taxi-gijzeling”

  1. Ik krijg al een aantal weken uw mail niet meer. Ik heb mij vandaag weer ingeschreven. Hoop morgen de nieuwe mail te ontvangen. Hartelijke groet en blijf gezond

Laat een antwoord achter aan Mieke Hille Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven