‘Duur’  is – ben ik bang – het meest gebruikte woord in deze mistroostige tijd van energiecrisis en geldontwaarding. Bij ons in Frankrijk is het niet anders hoor. De voedselbanken (banc alimentation) van onder andere de Resto’s du Coeur, kunnen de vraag om eten nauwelijks aan.

Des te beter dat je in elke supermarché ook met een heel kleine portemonnee terecht kunt voor de ingrediënten van een heel lekkere maaltijdsoep: soupe à l’ail.

Knoflook dus. Geen onderzoekje gedaan of zo, maar ik denk dat er nu veel minder mensen afkerig van zijn dan twintig-dertig jaar geleden. Mooi zo. Zelf doe ik veel met knoflook, sommige pasta’s kook ik bijvoorbeeld in een bouillon met knoflook. Er wordt gezegd en geschreven dat knoflook gezond is en tegen van alles en nog wat helpt, maar daar bemoei ik me niet mee. Al kan ik uit ervaring bevestigen dat dit soepje prima van pas kan komen, mocht een uitbundig feest in een kater geresulteerd hebben.

Zou je dit gerecht armoe-voedsel mogen of zelfs moeten noemen? Ik vind dat z’n rijkdom van smaak heel overtuigend het ware verhaal vertelt.

Ingrediënten

• 1 liter bouillon (mag van tablet: rund of kip)
• 1 grote ui
• 8 tenen knoflook
• 1 preitje
• 2 eieren
• 1 rood pepertje (of een lik sambal)
• 1/2 bosje platte peterselie
• scheut droge witte wijn
• 4 sneden boerenbrood
• olijfolie
• ketjap

Bereiding

Trek de bouillon van runderschenkel of kipkarkas, of gebruik een bouillontablet.

Pel en snipper de ui.

Pel de knoflooktenen, snij twee tenen in dunne plakjes, de rest gaat straks door de knijper.

Haal het donkere groen, de wortelklont en het buitenste blad van het preitje, snij de rest in dunne ringetjes.

Snij het pepertje doormidden, haal de zaadjes eruit en snij de peper ragfijn. Of gebruik een lik sambal.

Hak de peterselie fijn.

Klop het ei los in een kommetje.

Breng de zelfgetrokken bouillon (of een liter water met bouillontablet) aan de kook.

Verhit intussen een scheut olijfolie in een koekenpan en fruit de ui erin aan. Knijp de hele knoflooktenen er boven uit, doe de preiringetjes erbij, plus een scheut witte wijn, roer nog heel even om en kieper de prut in de hete bouillon.

Doe beetje bij beetje het pepertje (of de sambal) erbij en proef elke keer of het pittig genoeg is. Het is niet de bedoeling dat de vlammen je uitslaan.

Doe er een scheut ketjap bij; dat geeft een mooi kleurtje en maak het zouter, niet teveel tegelijk dus.

Voeg de peterselie en de apart gehouden knoflookschijfjes toe, roer om en draai het vuur uit.

Daarna het losgeklopte ei onder goed roeren aan de soep toevoegen, zodat er sliertjes ontstaan.

Leg in vier diepe borden een snee brood en giet de hete soep eroverheen. Als dat te machtig is, het brood er los bij geven. Plus een ferm glas rood; dat zorgt voor een mooie balans. Is trouwens ook goed tegen de knoflookdampen, dus als je nog de straat op gaat …