Onze president is al een heel tijdje uit de gratie, sinds het begin van de Vijfde Republiek (1958) de minst populaire ‘huurder van het Élysée’. Zo noemen ze dat hier als iemand even president is en in dat paleis mag wonen. Allicht tijdens een onrustige nacht naast Brigitte lag hij zich af te vragen hoe hij weer een beetje geliefd kon worden. De alom erkend beste optie is dan: geef het volk er een vrije dag bij. De Franse kalender van nationale en dus vrije feestdagen is weliswaar ’s werelds rijkst gevulde, maar er kan er natuurlijk altijd nog wel eentje bij. Hij moest de volgende dag naar de Champs-Élysées, lekker om de hoek, waar hij de Franse Olympiërs en paralympiërs moest gaan huldigen. Toen was het Eureka! Het was die dag 14 september en op dat plankier op de Champs-Élysées kondigde hij aan dat er voortaan elk jaar op 14 september het Fête des Sports zou worden gevierd. De menigte vond het een prima plan: weer een vrije dag erbij!
Gezaag aan presidentiële stoelpootjes
Weer thuis ging de telefoon: stront aan de knikker! Er werd serieus aan de elegante pootjes van zijn Louis XIV-bureaustoel gezaagd. Uiterst links was met een afzettingsprocedure begonnen en een commissie van de Assemblée Nationale had een eerste stap in dat traject goedgekeurd. En het werd nog erger. Zijn nieuwe premier Barnier mailde dat hij de belastingen moest gaan verhogen. Hij was eerder Euro-commissaris en misschien daarom zo ongeveer de enige Fransman die de directieven uit Brussel serieus neemt. In de eerste dagen van zijn premierschap had hij ontdekt dat het begrotingstekort 5,6% bedraagt, terwijl de Brusselse maximale norm 3% is. Dat kan zo niet langer, vond Barnier. Hij tikte in zijn mailtje ook nog op dat Bruno Le Maire, vertrouweling van de president, er in de 7 jaar van zijn ministerschap op Financiën (een record), er een zooitje van had gemaakt. Al had ie zich er in Brussel steeds uitgeluld met de belofte dat het in 2027 allemaal wel weer in orde zou wezen. Le Maire was al afgetreden. Naar eigen zeggen koos hij weer voor de liefde van zijn leven: het onderwijs. Hij zal er wel gaan uitleggen dat je je niks hoeft aan te trekken van afspraken, al helemaal niet van internationale.
Ik verblijf al een tijdje in dit merkwaardige land, waarvan ik steeds minder begrijp. Aan de ene kant heb je hier iets van hoogwaardige beschaving. Haal het niet in je hoofd je buurman iets voortijdig te tutoyeren. En kom altijd een kwartier te laat bij een privé-afspraak. Dat ‘quartier de politsse’, waarop ik inmiddels zelf gesteld ben geraakt. Maar dan aan de andere kant een heel lange neus naar die lui in Brussel, die in ‘afspraak = afspraak’ denken.
Eigenwijs of eigen wijze?
Eigen normen in eigen land, en daar over de grens gaan we onze eigen gang. Zoiets? Ik vind het ingewikkeld.
Ik heb het er weleens over gehad met een collega van de Nice Matin. Ze legde me het onderscheid uit tussen têtu (eigenwijs) en à nos façon (op eigen wijze). Volgens haar zijn dat kenmerkende aspecten als je Frankrijk en de Fransen probeert te snappen. Ze zal wel gelijk hebben. Maar voor mij is dat te hoog gegrepen.
Les français sont têtus à leurs façons!
;)