In deze herfst of van de winter toch nog even een paar dagen naar Zuid-Frankrijk? Vast een goed idee! In deze rubriek gaat het over de aantrekkelijkste bestemmingen voor een stedentrip. Dit keer Cannes (2).
Wie Cannes zegt, denkt Filmfestival. Dat is in mei. Wie Cannes zegt, denkt aan luxe, en de beroemde Boulevard de la Croisette. Met schier onbetaalbare logementen voor de well-to-do, met iconische hotels als het Carlton en een reeks sterrenrestaurants en juweliers. Maar als je Cannes (vooral buiten het seizoen) echt wilt beleven, loop je van de Croisette even door. Naar het oeroude wijkje Le Suquet en je komt in een heel andere wereld terecht.
Le Suquet dus, vrijwel om de hoek’ van het Festivalpaleis. In omvang uitgedrukt een quartier van niks, maar onmiskenbaar de favoriete wijk van de Cannois zelf. Authentiek en springlevend, en in klassiek-militaire zin een strategisch plekje. Geen wonder dat de Romeinen zich er in 154 voor Christus al vestigden. Smalle, steile straatjes, uitzicht over de baai. Hier woonden vroeger de vissers binnen muren die uit de tiende eeuw dateren. ’t Is amper voor te stellen als je over de Croisette flaneert, maar Cannes was ooit een armzalig vissersdorpje. Saint-Tropez heeft dezelfde achtergrond, maar kwam pas veel later tot ‘bloei’, voor zover je dat kunt zeggen. In Le Suguet flaneer je niet, je moet oppassen dat je niet struikelt in de minstens 400 jaar oude straatjes waarvan het plaveisel door minder ambachtelijk geschoolde stratenmakers is aangelegd. De verlichting is er gelukkig ook niet up-to-date. Maar wat zou het, een paar minuten lopen en je bent een paar eeuwen terug in de tijd.
Het lekkerste boodschappenstraatje
Le Suquet (de naam is Provençaals voor ‘kopje’ of ‘topje’) staat voor sfeer en historie. Het Cannes van ooit. En je loopt er zo even door naar de Notre Dame d’Espérance uit 1627, de Tour Carré (vierkante toren uit de 14e eeuw) en het niet te onderschatten Musée de la Castre met kunst en archeologische vondsten uit de hele wereld. Als je naar de zee kijkt, zie je in de verte les Îles de Lérins liggen, een kwartiertje varen. Óók vrijwel ‘om de hoek’ bij Le Suquet de fameuze markt Marché Forville. Moet je wel ’s ochtends komen. Een markt die precies beantwoordt aan het romantische idee van een typisch Zuid-Franse versie van een rijk voorziene supermarkt gedeeltelijk in de open lucht. Uiteraard is letterlijk alle leeftocht van de beste, verse kwaliteit ruim voor handen. Groenten, vis, kaas, brood, noem maar op. En iets verderop heb je de Rue Meynadier, ooit door iemand benoemd tot ’s werelds lekkerste boodschappenstraatje. Daar zit wel wat in. Een hele reeks voortreffelijke specialiteitenzaken.
Eten met de marktkooplui
In dat straatje zou je kunnen gaan lunchen bij Aux Bons Enfants, sinds 1935. Te midden van de marktkooplui van de Marché Forville. Simpel, Provençaals, hun ‘vaste’ adres. En dus prima en over sfeer gesproken! Maar volgens de Cannois zelf is het beste adres in de wijk Table 22 par Noël Mantel in de Rue St. Antoine, met de Rue du Suquet een van die unieke straatjes met aanbevolen (en betaalbare) restaurantjes in het quartier. Mantel staat niet alleen in de wijk bekend als een van de beste chefs van Cannes en wijde omgeving. Aarzel nooit op weg naar Le Suquet gewoon op straat al een paar oesters te verslurpen bij Astoux et Brun, op de hoek van de Rue Félix Faure. Voor andere inkopen: de lange winkelstraat Rue d’Antibes, die parallel loopt aan de Croisette. En vanuit Le Suquet loop je er zo naar toe.
Kortom: wie in Cannes niet verderkijkt en/of komt dan de Boulevard de la Croisette mist veel en doet zichzelf tekort.
Uit eten in Le Suquet
- Table 22 par Noël Mantel, 22 Rue St. Antoine.
- Da Bouttau, Auberge Provençal (uit 1860), 10 Rue St. Antoine.
- Relais des Semailles, (17e eeuws pand), 9 Rue St. Antoine.
- La Mirabelle, 24 Rue St. Antoine.
- Le Tredici, 13 Rue Louis-Perissol (Italiaans).