De leestips van Kijk, Zuid-Frankrijk! wijzen je de weg naar Frankrijk-boeken die je ook op afstand kunt bestellen, of (meestal) downloaden als E-book.
Door Maria Edelman, boekenrecensent
Het Corsica Virus
Corsica, het ‘Île de Beauté’. Wat mij betreft geen woord aan gelogen. Maar als ik aan het eiland denkt, is ‘eigenwijs’ toch de eerste term die me te binnen schiet. Met eigenwijs bedoel ik dan zowel ‘eigen wijze’ als ‘dwars’. Generaliseren is foute boel, maar ik denk dat een Corsicaan evenveel op een Fransman lijkt als een kat op een hond. Dus ik snap de Corsicaanse nationalisten wel die het Franse regiem als koloniaal beleven. Corsicaanse veroordeelden die bij voorkeur in gevangenissen in het noorden van Frankrijk worden vastgehouden, dus amper bezoekmogelijkheden, onder meer dat soort dingen. Ik vrees dat het eiland en zijn bewoners door toeristen niet of nauwelijks begrepen worden, nog afgezien van het taalprobleem. Op Corsica spreken ze Corsicaans, liever niet Frans.
Cynthia Sirach begon voor haar boek ‘Het Corsica Virus’ als een onwetende toerist, zoveel mogelijk alle vooroordelen omzeilend, aan een ontdekkingstocht op het eiland. Voor haar verslag heeft ze een even unieke als geslaagde vorm gevonden. Op een dorpskerkhof ontmoet ze een Corsicaanse die onbedoeld de ‘gastvrouw’ wordt van haar gedachten. Via 40 brieven aan die mevrouw werpt Sirach een heel persoonlijke blik op het voor buitenstaanders moeilijk te doorgronden. Soms via alledaagse belevenissen, maar je wordt vanaf het stenen dorpsbankje en via nachtelijke acrobatiek ook meegenomen naar een moordzuchtige hond. Elke brief, met humor en fantasie, is als een foto. Het resultaat is een oprechte ode aan het Île de Beauté.
Voorlopig mogen we als toeristen niet naar het eiland, de sanitaire noodtoestand blijft langer gehandhaafd dan in Frankrijk. Dus dan maar over Corsica lezen, in dit uitstekende boek.
Het Corsica Virus, door Cynthia Sirach. Uitgeverij Boekenbent, € 18,50.
De fruitplukkers
Ze zijn er dus niet, ook voor de fruitplukkers zijn de coronagrenzen nog dicht. Grote problemen dus voor de Franse boeren. Bijvoorbeeld in het departement Vaucluse wordt elk jaar gerekend op de instroom van Spaanse flexwerkers, zoals je die tijdelijke werknemers anno nu zou kunnen noemen. Ik heb in de loop der jaren regelmatig ploegjes van die keiharde werkers ontmoet. En nooit begrepen waarom ze vaak door de lokale bevolking met de nek worden aangekeken. Zij reizen, met de seizoenen mee, van dorp naar dorp. Zij plukken en oogsten in het voorjaar asperges en aardbeien, in de zomer meloenen, lindebloesem, lavendel, fruit en druiven en rond kerst olijven en kaki’s. Het zijn vooral mannen, veelal verloren en zoekend, die dat zware werk doen. Uitbuiting door hun werkgevers is misschien te zwaar aangezet, maar ik geloof niet dat ze ‘fatsoenlijk’ betaald worden.
In haar meeslepende boek ‘De fruitplukkers’ introduceert de alom erkende schrijver Catherine Poulain (1960) een vrouw (Rosalinde) die meedoet bij de oogst dat leidt (bijna altijd) tot ophef in het team, of na het werk in de kroeg.
Rosalinde heeft dit leven bewust gekozen. Aan de rand van de maatschappij, tussen de opdringerige mannen, maar altijd buiten, in de onverschillige en prachtige natuur. Ze denkt veiligheid te vinden bij haar vriendin Mounia – in alles haar tegenpool en misschien wel daardoor een baken van liefde en rust. Maar dat blijkt niet meer dan een illusie. Wie kan je vertrouwen en waarnaar ben je eigenlijk op zoek?
Catherine Poulain slaagt erin om je een onbekende wereld binnen te trekken: die van de fruitplukkers in de Provence onder de verzengende zon, met snerpende krekels, korte nachten en ongekende geuren. Of in de Alpen, in de modder en de kou. Dit boek geeft een stem aan deze buitenstaanders die we anders nooit horen. Een verhalend topboek!
De fruitplukkers, door Catherine Poulain. Uitgeverij Cossee, € 21,99, e-book € 9,99.