En hupsakee, daar gaan we weer; een nieuw weekeinde ‘confinement’ in de Alpes-Maritimes. Het weerbericht meldt mooi weer, je wilt echt niet opgesloten zitten nu. Je wilt en een terrasje pikken in de lentezon, wandelen langs de zeereep, een ijsco voor de koters kopen op de boulevard. Mag niet. Ophokplicht.
Jawel, het virus waart nog steeds rond, de cijfers zijn niet geruststellend, tuurlijk moet je braaf doen wat de overheid zegt en je aan de regeltjes houden en zo. Veiligheid voor alles. En natuurlijk willen overheden geen massale toeloop in populaire vakantiebestemmingen. Hutje mudje, schouder aan schouder op de Promenade des Anglais in Nice, je moet er niet aan denken en niet alleen als je Christian Estrosi, de burgemeester van Nice, bent.
Maar intussen vraag ik me af, hoe lang nog? Hoeveel meer beperkende maatregelen pikken mensen nog voor de coronabom barst? Voor de kleine middenstander roept “mooi geweest, want zo ga ik ook dood”; voor de hele horeca gewoon de deuren weer opengooit, de terrassen ruimhartig uitspreidt en zelf wel bepaalt of die biertjes voor twee man aan een tafeltje er ook wel vier mogen zijn.
Voor zover ik de al dan niet wetenschappelijke uitspraken volg – en pin me er niet op vast asjeblieft – houden virussen zich een beetje meer gedeisd als de lente ontluikt, het warmer wordt en we de buitenlucht opzoeken en nou juist niet binnen opgehokt blijven zitten om mekaar lekker aan te steken. Maar ja, ik ben ook maar een mening.
Vandaag op het dorp heerste er al een beetje heuse lente-mentaliteit. Voor de tabac stonden ineens twee stoeltjes en een tafeltje. Nou ja, zo zou je de Cdiscount voordeel-aankoop bijna kunnen noemen, tot je er zelf proefondervindelijk op gaat zitten. Maakte niks uit voor de enthousiaste kraslotliefhebbers die er onder het genot van een zelf-meegebracht biertje het lot met elkaar deelden. Bij het bakkertje ertegenover ook al twee van die wankele stoeltjes bezet, met baguette-happers, dus beslist geen dorpelingen, maar toch. Epicerientje droeg bij aan de gezelligheid door maar weer eens een peuk op te steken voor de deur. Zelfs met mondkapje op ruik je de tabakswalmen bij de groenten- en fruitrekjes als je je erlangs naar binnen wurmt. Waait wel weer weg, denk ik dan. Ik maak me meer zorgen over de houdbaarheidsdata van de aangeboden waren binnen. Die lopen verder op (of is dat terug?) naarmate de crisis langer duurt. Je moet zo langzamerhand opletten om niet met een groen uitgeslagen plakje ham of een onbedoeld schimmelkaasje thuis te komen.
Ook ineens reuring bij het café, het rolluik ging zowaar open! Ik bleef even kijken want je weet maar nooit. Maar nee, het bleek geen anticorona-actie van de huidige uitbater, er kwam zelfs geen kopje koffie naar buiten. Er werd geïnventariseerd, waarschijnlijk om de kas op te maken voor een definitieve sluiting. Als je in juli een kroeg hebt overgenomen en je moet meteen weer dicht vanwege die coronamaatregelen, dan kun je het wel schudden. Voor overheidssteun moet je omzetcijfers kunnen laten zien. En die heb je amper, als je net begonnen bent.
We hebben naar elkaar gezwaaid. Het lentegevoel was inmiddels ver te zoeken. Pas thuis, op m’n eigen terras, kwam dat weer een beetje terug.
Door Renée Vonk-Hagtingius
Dit bericht delen op:
Leuk verwoord Renée. Je woont kennelijk in Alpes-Maritimes. Ik woon in Anthéor (Var), 4 km van de grens met Alpes-Maritimes en ontspring nog net de dans. Maar voor hoelang?
Het onderliggend besef, ook hier, is hoelang je overheden het vertrouwen moet geven een pandemie op te lossen. Waar blijven de resultaten? Na een jaar krediet geven en slaafse volgzaamheid begint het geduld op te raken.
Alleen vaccins, die als bajonetten in het volk worden geprikt, lossen de pandemie echt op. Idealiter zou in soortgelijke pandemieën een middel moeten zijn die verhindert dat zo’n virus zich kan vermeerderen. En het middel zonder prikken publiekelijk verkrijgbaar is. Dan wordt het je eigen verantwoordelijkheid in plaats van de overheid. Maar het middel bestaat niet.
Dus zorg dat het middel er komt. Op de achtergrond wordt daaraan gewerkt. Onder het motto “dit eens en nooit meer” sporen onderzoekers de zwakke plekken van een virus op. Oplossingen bedenken hoe het virus zichzelf vernietigt of niet meer in staat is zichzelf te vermeerderen. Daar zijn de nodige stappen in gezet. Ben daar zijdelings bij betrokken.
Er zijn ontwikkelingen gaande. Pak, net als ik, een glaasje rosé en geniet van de lentewarmte.
Cordialement, Ad
Ik woon in Le Var Ad, dus hier speelt een confinement (nog?) niet. Het zou inderdaad mooi zijn als er een wondermiddel gevonden werd, maar ik geloof nog even niet in sprookjes. Dus ik neem, net als jij, een glaasje troostrosé straks. Maar wel binnen: het stormt hier 90 km/u op het ogenblik…
Wees blij dat je gezond bent en nog een rosé kan en mag en kan drinken op je terras?!
En dank Ad Potter voor de uitleg en hoop dat de ontwikkelingen heel hard gaan?!
Geniet van de lente?!! Salut, Conny
Ik ben heel blij Conny, en ik geniet met volle teugen (rosé) ;-]
?
Huh, alweer een vraagteken, ik bedoelde natuurlijk een smiley…
Haha! Emoticons worden automatisch in leestekens omgezet, vandaar. Dit werkt wel: :-)
Beste Renée ,
Even terugkomen op je weekoverzicht :
– Mistral : komt van het Provençaalse woord ” maestral ” , de ” vent maître ” , dus meesterlijke wind .
– Frédéric Mistral : Provençaalse dichter ( Maillane vlakbij Saint Rémy geboren ) , fervente voorstander voor het behoud van het Provençaals als erkende taal .
Bon weekend ,
Vriendelijke groeten ,
Nicolas
Ik weet het, ik weet het. Hij was ook de oprichter van Félibrige, een club die streed voor het behoud van de Provençaalse identiteit en taal.
In het Provençaals heet hij trouwens Frederi. Zijn beroemdste werk is het enorme epos Mirèio. Hierbij het eerste vers:
Cante uno chato de Prouvènço
Dins lis amour de sa jouvènço
A través de la Crau, vers la mar, dins li blad
Umble escoulan dóu grand Oumèro, iéu la vole segui.
Je chante une jeune fille de Provence,
Dans les amours de sa jeunesse,
À travers la Crau, vers la mer, dans les blés,
Humble élève du grand Homère, je veux suivre ses pas.
Jij ook een fijn weekeinde!