Uit het rijke kookschrift van Renée Vonk-Hagtingius – “Vandaag even geen trek in de Franse cuisine, daarom dat het van de weeromstuit Indisch is geworden: gado gado, een lichte groentenschotel met een pittige zoet-zure pindasaus. Ik heb het geluk gehad dat ik lang geleden, toen ik nog in Nederland woonde, intensief kennismaakte met (een deel van) de Indonesische keuken. Ik werd bij de hand genomen door een lieve dame die tegen haar zin één van de Indonesische eilanden had moeten verlaten en eenmaal in Nederland gewoon elke dag kookte zoals ze dat altijd al gedaan gehad. Tenminste, voor zover dat kon met wat er destijds aan ‘Indische’ producten verkrijgbaar was. In Frankrijk bleef ik heel regelmatig uit die keuken koken, ik was wat je noemt een liefhebber geworden. Ik herinner me nog hoe ik een keer een Franse vriend iets met pindasaus liet proeven. Dat was een succes waaraan ik bijna ten onder ging, overdrijven is ook een vak. Maar die vriend ging dus rondbazuinen dat er bij mij iets heel aparts en toch bijzonder lekker gegeten kon worden. Lang verhaal kort: uiteindelijk maakte ik in mijn vorige dorp één keer per jaar iets van een bijna complete rijsttafel voor al gauw minstens 10 vrienden en kennissen. Dag of twee sloven in de buurt van het fornuis. Enfin, de gado gado van vandaag is eigenlijk zo klaar.”
Ingrediënten
Voor de groentenschotel:
- 4 eieren
- 1 krop sla
- ½ komkommer
- 2 aardappelen
- 500 gram groenten (Chinese kool, sperziebonen, broccoli, taugé, of andere groenten die je lekker vindt)
Voor de saus:
- 1 dl water
- ½ dl ketjap manis (= zoet)
- 5 eetlepels pindakaas
- 2 tenen knoflook
- 2 theelepels sambal
- sap van ½ citroen
Bereiding
Van de groentenschotel:
Kook de eieren hard. Schil en kook de aardappelen, laat ze afkoelen en snij ze in plakken. Was en snij de groenten in ‘hapklare’ afmetingen, en kook ze -elk in een aparte pan, vanwege de verschillende kooktijden- beetgaar; laat uitlekken in een vergiet en laat afkoelen. Pluk de sla (alleen het binnenste zachte groen gebruiken), was, en maal droog in de slacentrifuge. Schil de komkommer en snij in schijfjes. Verdeel de sla over de borden, daarover de aardappelen, de komkommer en de gekookte groenten: maak van elke soort een hoopje. Pel de eieren, snij ze in schijfjes en verdeel ze over de borden.
Van de saus:
Pel de knoflooktenen, pers de halve citroen uit. Doe het water en de ketjap in een pannetje en zet op laag vuur. Roer er de pindakaas in los, als het vocht warm begint te worden. Knijp er de knoflooktenen boven uit, doe de sambal erbij, en roer tegen de kook aan tot een mooie gladde saus. Doe het citroensap erbij en laat alles nog even onder goed roeren doorwarmen (niet koken!). Proef op smaak en voeg eventueel nog wat van één van de ingrediënten toe tot je het zelf echt lekker vindt. Verdeel de saus over vier kommetjes en serveer die bij de groentenschotel. Geef er kroepoek bij, of empeng (de bittere variant), en trek voor de verandering eens een biertje open.