Helena Jurriëns is eigenares van de chambres d’hôtes ‘Le Vent d’Etoile’ in Mormoiron in de Vaucluse. www.leventdetoile.nl
Het is 4 uur in de ochtend en met een slaperig hoofd, geen make-up en de oudste kleren aan (geen onbelangrijke details) ben ik samen met mijn ‘brocantevriend’ Serge in zijn oude krakkemikkige vrachtwagen op weg naar de brocantemarkt in Montfavet, bij mij in de Vaucluse. De radio staat zacht en de verwarming in de cabine op vol.
Serge zegt niet veel… Hij is al aan het dagdromen over de eventuele ‘schatten’ die hij hoopt te vinden op die markt. Ik val steeds in slaap en schrik elke keer wakker als ik mijn hoofd stoot tegen de zijruit door het heen-en-weer-geschud van de oude ‘fourgon’ op de kleine donkere landweggetjes naar Montfavet.
“Hélène… reveille-toi! We zijn er!”
We staan in de rij om het parkeerterrein op te rijden tussen allemaal kleine autootjes met aanhangwagentjes volgepakt met van alles wat je je maar kunt bedenken. Het lijkt wel ‘de vlucht uit Egypte’. Eindelijk een plek gevonden en we stappen uit. Allebei hebben we een zaklamp want het is nog donker… en verdomd koud ook nog.
Waar komen al die mensen toch vandaan? Ik zie een paar bekende auto’s, die blijkbaar opgewacht worden. Meteen als de kofferbak opengaat staat er allerlei volk omheen. Handel die waarschijnlijk ‘van een vrachtwagen gevallen’ is. En ‘s ochtends om 4 uur is er nog geen gendarme te bekennen. Alhoewel er toch wel gecontroleerd schijnt te worden op gestolen goed. Ik blijf maar uit de buurt.
Om 5 uur al liggen frites en worsten te spetteren
Ik snuffel met mijn zaklamp langs diverse kramen. Nou ja kramen… de waar is uitgestald rondom geparkeerde auto’s. Het doet me een beetje zeer er zo rond te lopen. Want er zijn ook mensen die noodgedwongen hun enigszins waardevolle spullen moeten verkopen. Maar ze willen graag verkopen en kunnen elke euro gebruiken.
Omdat het voor mij niet de eerste keer is dat ik hier rondneus, beginnen enkele handelaren me al een beetje te kennen. Ik maak hier en daar even een praatje met handelaren uit Villeneuve d’Avignon en L’Isle-sur-la Sorgue. Ja, die kopen hier ook in en verkopen de spullen later weer voor een godsvermogen op de beroemde antiekmarkt in L’Isle.
Ik vind drie heel mooie oude schalen bij een marktman en informeer wat ze kosten, hij vraagt 5 euro per stuk. Nou zijn die schalen prachtig maar vrij groot, dus ik koop er maar één. De mooiste, vind ik. Afgedongen tot 3,50 euro. De man die naast me staat koopt de andere twee.
Ik slenter nog even rond, maar het is zo ontzettend koud en dan ook nog de mistral wind… We drinken koffie bij het koffiestandje, waar ‘s morgens om 5 uur al frites en worsten liggen te spetteren in de frituur… brrr… en we vertrekken snel naar Villeneuve d’ Avignon.
Oud kloffie, geen sieraden, geen make-up!
Want Serge die zijn buit binnen heeft, wil erheen. Daar begint om 9 uur de antiek- en brocantemarkt op het dorpsplein. En daar is een terras waar ‘s morgens al heel vroeg verse oesters en witte wijn geserveerd worden. Serge heeft daar zijn zinnen op gezet. Ik griezel van oesters. Dus na de witte wijn en de oesters bouwt Serge zijn stand op en begint hij, enthousiast geworden (door de wijn natuurlijk, het resultaat van de oesters was nog af te wachtten en te bezien) aan de verkoop van zijn handel die hij die ochtend in Montfavet heeft vergaard.
Ik maak een wandelingetje over de markt en zie tot mijn verbazing ‘mijn’ twee andere schalen op een stand staan, 65 en 75 euro per stuk vraagt de brocanteur! Jeetje, denk ik, dat is gauw verdiend. Was ik in mijn dagelijkse kleding met een beetje make-up, leuk horloge en mijn pareloorbelletjes geweest, dan had die man mij iets rijker ingeschat en was de vraagprijs vast verdubbeld. Dus vandaar: een oud kloffie, geen sieraden en geen make-up! Héél belangrijk, het blijft toch een spel.
‘Er móet een flink prijskaartje aan hangen’
Een keurige dandy heer, een goede bekende van de brocanteur blijkt later, trekt zijn flink met bankbiljetten gevulde portefeuille en koopt de beide andere schalen én de rest van de kraam. Nieuwsgierig wil ik wel eens weten wat daar nou mee gaat gebeuren… met die zwarte handel, want dat is het toch?! Ik vraag of hij misschien een winkel heeft. Ja, hij heeft een antiekzáák in L’Isle-sur-la-Sorgue en hij koopt onder meer hier zijn handel. Alle brocanteurs kennen hem en willen allemaal erg graag zaken met hem doen, blijkt.
“Wat doet nou zo’n schaal?”, vraag ik hem tussen neus en lippen door. “’Oohh”, vertelt hij, “makkelijk 260 tot 300 euro per stuk. Weet je…, Amerikanen en Japanners kopen alles en niet te vergeten de welgestelde bourgeoisie. De bemiddelde burger. Er moet een flinke prijskaart aanhangen, anders nemen de klanten je niet serieus en kan het in hun ogen niks bijzonders zijn.”
Dan denk je toch: 260 tot 300 euro voor zo’n schaal en ik heb er 3,50 euro voor betaald, ook nog de mooiste.
De mens wíl toch belazerd worden.
Bedankt voor tip Michael Berg zeer spannende detectives . Ik kijk telkens weer uit naar jouw verhalen.Veel groeten en succes .
Merci. Blijf ons vooral volgen, er komen weer nieuwe boekentips aan.
Prachtige verhalen.
Heerlijk om te lezen. Het is genieten!
In gedachten ben ik even in de Luberon
waar we in de buurt van Apt zoveel
fantastische vakanties hebben gehad.
Even weg dromen.
Dank hiervoor.
Antje Keller