Een nieuw mailtje van mijn vriendin Julia Fortuin. Ze woont sinds een jaar of acht in Parijs en begon daar ooit met een blog over het Parijse leven. Ze is UX/UI designer, schrijver en illustrator. We houden elkaar op de hoogte van onze ervaringen, zij in de lichtstad stad, ik op het platteland.
Hi Renée,
Ik heb het volgens mij al eens vaker gehad over hoe Corona de dingen die al een tijdje aan het borrelen waren bij mij tot een kookpunt heeft heeft gebracht. Al die jaren wist ik heus wel dat ik niet eeuwig kon blijven wonen in dat krappe hokje dat alleen in Parijs voor en appartement door kan gaan, maar die gedachten werden altijd afgeleid door apéros op het terras, exposities en feestjes waarvan ik mij inbeeldde dat die een verrijking waren voor mijn leven. Degelijk wonen was een burgerlijk streven was dat ooit, zonder dat ik dat “ooit” nader definieerde, wel op z’n pootjes terecht zou komen. Maar sinds het confinement regent het tekenen aan de wand dat ik mijn knusse hol aan een upgrade toe is.
Na meerdere malen mijn tenen te hebben gestoten en dingen omgegooid heb vanwege gebrek aan ruimte, was er deze week de canicule – dit keer een editie van 38 graden.
Aan het eind van de middag krijg ik dagelijks een heerlijke middag/avondzon, een gratis luxe in mijn Parijse bestaan – voordat de klimaatverandering zich inzette. Maar momenteel werk ik thuis en betekent het dat ik rond 17 uur mijn werk af moet hebben, want daarna beginnen mijn hersenen vanbinnen stilletjesaan te smelten en te sidderen. Dit is dan ook weer het ultieme excuus om te vluchten naar een schaduwrijk terras, waar een kennis dan wel vriend te vinden is voor een Aperol Spritz.
Het is augustus, en dus is Parijs leeg, en dit jaar misschien wel leger dan ooit. Aangezien de mensen die tweede huisjes bezitten überhaupt nooit terug de stad in zijn gekomen, lijkt het alsof de mensen die je in Parijs liever niet ziet des te zichtbaarder zijn geworden. Het is niet fraai om toe te geven, maar in een mensenmassa gaat men vaak aan het leed van een bedelaar, alcoholist of junk voorbij. Nu de straten vrijwel leeg zijn zie ik bijna niets dan dat. Zo heb ik ontdekt dat er nu een junk beneden in het verlaten conciërge-hok woont en mij mogelijk kan bespieden als ik de plantjes in het binnenhofje hun nodige water geef. Eenmaal buiten word ik vrijwel dagelijks begroet door een drietal jonge zwervers dat in een eeuwige staat van roes en vuil verkeert. Toen ik donderdag op het terras een vriend opwachtte voor een spritz was hij te laat omdat hij vlak voor aankomst de pompiers had gebeld. Een mens lag bewegingloos op straat en gaf na enkele luide Bonjours geen teken van leven. De pompiers eenmaal ter plaatsen bleek het mens toch levende. Het bleek een vrouw en ze kon nog praten ook. De pompiers namen haar mee, wetende dat ze binnen niet al te geringe tijd weer op straat zou ronddolen.
Geconfronteerd met dit soort scenario’s ben ik natuurlijk maar wat blij met een dak boven mijn hoofd.
En toch, vrijdag kwam ik thuis na een klein avondje de stad in. Ik pakte mijn tas voor een weekje Normandië. Buiten was het nog altijd 28 graden, binnen met de ramen open nog altijd boven de dertig. Net toen ik even rustig mijn bagage wilde inventariseren hoorde ik een flinke klik en was het donker. Stoppen doorgeslagen. Nu was dat wel vaker gebeurd, maar normaal gesproken kon ik alles redelijk snel weer in beweging krijgen en nu wilde de zekeringsknop echt niet meer. Ook de volgende ochtend niet, toen ik mijn trein moest nemen vanaf de gare Saint Lazare.
Vandaag vanaf het strand EDF bellen was onmogelijk, ik was niet de enige met het probleem. Het bandje aan de telefoon raadde mij wijselijk aan een andere keer te bellen. Dan ook maar even mijn beheerder bellen, waar ik een voicemail kreeg. Uiteraard, niemand werkt deze week nog. Godzijdank ben ik naar Normandië gevlucht en zit ik nu niet tevergeefs bij 38 graden te wachten tot er een overwerkte elektricien bij me langs komt zodat ik de koelkast en ventilator weer aan kan zetten. Nu nog de nodige moed verzamelen om komend weekend de trein weer terug naar huis te nemen.
Veel liefs, Julia
Dag Julia,
Normandië? Het hoge noorden? Volgens mij is daar sinds D-Day 1944 helemaal niemand meer ooit vrijwillig naartoe gegaan. En je klinkt toch al niet opgewekt, zullen we maar zeggen. Als je dan toch zo nodig Parijs wilt ontvluchten: kies voor mijn zuiden!
Oké, ik heb het ook allemaal gedaan en vooral geloofd: Parijs! Daar moest je wezen voor de thrill van het echte leven. Een dag of twee Parijs, je had nog geen Thalys, ik stapte in Rotterdam gewoon in mijn Renaultje en reed er even heen. Want ja, Parijs hè!
Ik ben er vast wel een keer of 20 geweest, ik moet er nu niet meer aan denken er ooit nog te komen. Ik kijk weleens tv en zie teveel dat me niet bevalt. Behalve rumoer, vervuiling en toeristentuig heeft Parijs niks meer te bieden.
Als ik dan lees hoe je probeert te overleven in een ongehoord prijzig hokje dat ze een appartement durven te noemen, denk ik alleen maar: “Kind, hou ermee op.” Kom nou gewoon lekker naar het zuiden. Je huurt hier een heel huis voor wat je in Parijs voor een cel betaalt. En Parijs, dat weet je nou toch wel? Wij hebben hier ook sfeer, cultuur, terrassen en types met wie over van alles en nog wat best te praten en te redetwisten valt. En de zee om de hoek. Op het dorp rookt vrijwel iedereen van de ‘ouwe hap’, maar we hebben toch schone lucht. En stilte. De toeristentoestroom is hier beperkt en ze houden zich redelijk gedeisd. Al is er wel eens eentje die klaagt over de ‘chant des cigales’, maar die wordt dan snel de mond gesnoerd. Niet met een mondkapje, dat hoeft hier niet op het caféterras, alleen in de épicerie en de tabac, en openbaar vervoer hebben we nauwelijks.
De stad, het ‘arrière-pays’, het is misschien nog lastig kiezen. Maar als je toch al tele-werkt, kun je dat net zo goed ergens vanaf het platteland doen. Komt je humeur en je werk alleen maar ten goede. Neem een voorbeeld aan die schilders, schrijvers en andere kunstenaars die min of meer per ongeluk in een Provençaals dorpje belandden. Daar kwamen ze vaak tot hun beste prestaties.
Bon, het is hier natuurlijk ook lang niet altijd 100% in orde. Maar over Parijs versus de Provence ben ik binnen 10 seconden uitgedacht.
Kom nou maar gewoon mijn kant op.
Bises, Renée
enne je kunt ook naar de Dordogne komen, weinig coronabesmettingen, ook zuid-frankrijk , alleen west. Fijn klimaat en de prijzen van huizen zijn wat beter dan in côte d’azur. “Ik bedoel :’ “kom gewoon ff langs en kijk . ” Er gaat ‘n compleet andere wereld voor je open.
Je kunt ook naar de Tarn komen. Toegegeven, we kunnen wel wat water gebruiken maar het is nog redelijk groen. Cultuur is hier ook genoeg. Albi bijvoorbeeld is een prachtige stad. De toeristen die daar zijn maken het nog gezelliger. Ik zeg: doen!!!
Dank Peter & Willie, ik ontdek jullie regio graag! :-))
(PS: Nu was Normandië de keus vanwege een kleine familie-reünie vanuit Nederland! ;) )