Couleur locale: Komt allen!

di 27 oktober 2020

Door Peter Hagtingius

Het café alwéér zes weken op slot? De vorige keer had mijn vriend Francis de aannemer, nog een tijdje gewacht voor hij ingreep. Nu had hij meteen zijn belronde gedaan: de tafeltjes en de stoelen van de kroeg staan nog gewoon op het terras, ook al is het rolluik hermetisch gesloten: komt allen! Apéro midi. En daar zaten we dus, met meegebrachte flessen en glazen, nul van die plastic bekertjes. Het was dan wel herfst, maar de zon scheen volop, graadje of twintig, en de mistral hield even zijn kop. De door iedereen begeerde serveuse had geen aanleiding gezien zichzelf en haar altijd diepgaand en derhalve bewierookt décollecté in de winterstalling op te bergen. Behalve rosé bracht ze verder ook nog friandises mee. Het café was dan wel potdicht, ons pakten ze niet. ‘Corona-proof’ toosten we.
Ik had hem al eerder verwacht, maar daar kwam hij dan gemaskerd aantippelen, Francis. Ondanks dat masker zag ik aan zijn manier van lopen dat hij qua geestesgesteldheid in de woedemodus stond. Dat werd bevestigd doordat hij whisky bij zich had. Terwijl we het normaal gesproken op dat uur van de dag op rosé houden. Ik heb geen verstand van whisky. Toen ik hier pas woonde, leerde ik – onder meer – dat de Fransen zelf whisky stoken. En niet zo’n beetje ook. Ik was zo’n dombo die whisky exclusief associeerde met Schotland en Ierland. Maar men zegt, althans de Fransen zelf, dat whisky van Franse makelij puik is. Dat zeggen ze ook van Franse auto’s, de Franse keuken en het Franse voetbal. Ik doe er steevast het zwijgen toe als het Franse nationalisme opspeelt. Ook na zoveel jaar in een gering Provençaals gehucht moet je als ‘étranger’ je plek weten.
Ik vroeg hem wat er nou weer aan de hand was. Wat er te somberen viel. Zo ongeveer de hele vaste bemanning van de kroeg was er. Precies zoals hij het geregeld had.
Hij geldt als de leidinggevende van het dorp, niet alleen doordat zijn familie al sinds de prehistorie of daaromtrent in de boekhouding van de lokale historie een prominente plaats inneemt. Zijn broer is ambtenaar. Als 57-jarige ‘fonctionnair’ heel binnenkort ‘en retraite’, maar voorlopig nog steeds belast met bermonderhoud. Dat doet hij goed. Ik heb Francis toen we ooit een glaasje verder waren, weleens naar die broer gevraagd. Uit ordinaire nieuwsgierigheid naar een roodharige, toch een tamelijk uitzonderlijk fenomeen ‘en Provence’. Was er in de familie op buitenechtelijke wijze met genen gestrooid? Het ging me niet aan, peperde Francis me in. Die broer? Hij stak hooguit z’n hand op als hij hem langs de weg met z’n ‘débroussailleuse’ zag staan.
Francis werd dus ondernemer, met een desbetreffende afschuw van ambtenaren en bureaucraten. In zijn vak heb je nogal te maken met vergunningen en allerlei andere stempels waarop je vaak lang moet wachten. “Vous êtes en France, monsieur”. Ik heb het vaak genoeg zelf gehoord.
Het ongenoegen van mijn vriend bleek voort te vloeien uit een schrijven van La République waarop La Poste hem die morgen getrakteerd had. Een bekeuring, betrapt bij een snelheidsovertreding op de A8. Boete en nog maar weer eens min 2 op zijn qua punten toch al zwaar belaste rijbewijs. Nog een keer, en hij zou het kwijt zijn.
Ik probeerde ‘en Français’ iets in de trant van ‘eigen schuld, dikke bult’. Dit was niet de juiste benadering. Francis schonk zich nog wat whisky in en betoogde dat hij niet zelf gereden had. Maar een bevriende collega die even zijn witte Peugeotje met een ‘conteneur’ (laadbak) nodig had.
‘Et alors?’vroeg ik.
Ik kreeg een hele verhandeling over wat te doen als er een bekeuring wordt uitgedeeld aan een auto die op jouw naam staat, terwijl je zelf niet reed.
Na een paar minuten dacht ik: soit! Vrij vertaald: ‘laat maar zitten.’
We waren met de vaste kroegtijgers min of meer illegaal op ‘ons’ terras. De hoogbejaarde antiquair kwam bij ons zitten. Hij had ons gesprek blijkbaar min of meer af geluisterd. Hij zei ‘enjoyez!’, pakte de fles whisky van Francis en die van mij met rosé. Hij tapte ons allebei in. En zichzelf, tegen elk doktersadvies in, maar dat heeft niks met corona te maken.
Tegen halftwee gingen we allemaal weer naar huis.
Corona of de regering, niks of niemand belet ons het heilige apéro ‘entre nous’.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven