Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat de grote Provençaalse schrijver en cineast Marcel Pagnol (1895-1974) overleed. Dat betekent dat Aubagne (Bouches-du-Rhône, 47.000 inwoners) waar hij geboren is, hem grootschalig herdenkt met een Année Pagnol. De aftrap is op 28 februari met een vuurwerkshow. Maar mijn ontdekking van die oude stad had niks met Pagnol te maken. Maar met een glaasje eau-de-vie uit een fles waar Garlaban op stond. Ik weet niet meer van wie, ik woonde nog niet lang in Frankrijk, en ik moest het vooral proeven. Gewend als ik was aan de Nederlandse trots-borrels van Bols en Bokma ging er een wereld voor me open en noteerde ik Garlaban op mijn lijstje favoriete Fransen.
Garlaban: een marc de Provence
Al gauw wist ik dat die naam verwees naar de Mont Garlaban, die enorme rots aan de voet waarvan Aubagne ligt. De berg is 714 meter hoog, maar het plateau in het Plan d’Aigle is vele malen breder. Soms kun je Garlaban zelfs vanuit Marseille en Aix-en-Provence zien liggen. Pagnol was er apetrots op dat hij onder de Garlaban is geboren toen er daar nog geiten liepen. En ondertussen weet ik natuurlijk ook dat een fles Garlaban hoog genoteerd staat als een Marc de Provence, met een appellation réglementée, sinds 1942. De samenstelling en bereiding (distlllatie) worden scherp in de gaten gehouden. En ik erken: ter afsluiting van een sjieke maaltijd kies ik al jaren eerder voor ien Marc de Provence dan voor een cognac of armagnac.
Hoofdkwartier van het Vreemdelingenlegioen
Ook met tweede kennismaking met Aubagne had niets uitstaande met de grote Pagnol. Iemand vroeg me naar het beroemde en/of beruchte Franse Vreemdelingenlegioen, Légion Étrangière, en ik kwam erachter dat het hoofdkwartier sinds een halve eeuw of zo in die stad gevestigd is. Het idee van dat legioen kwam van koning Louis Philippe die in 1831 soldaten nodig had voor een oorlog in Algerije. Iedereen kon (en kan) zich aanmelden, ook Fransen, die kregen dan de nationaliteit van een niet bestaand land. Wat wel weer grappig is. Het legioen werd bij conflicten waar ook ter wereld ingezet en kreeg de reputatie van het legeronderdeel met strengste discipline. Nu zou het legioen vooral bestaan uit Oost-Europeanen. Ze hebben gratis kost & inwoning, plus een maandsalarisje.
Het decor dat Pagnol schilderde
In Aubagne vind je het Musée de la Légion Étrangère, ik ben er nooit binnengelopen. Want ik liet me liever bekoren door de oude binnenstad met z’n smalle straatjes en vaak mooi gerestaureerde huizen die een heel lang verhaal zouden kunnen vertellen. Ze passen naadloos in het decor dat Marcel Pagnol, die naar eigen zeggen zijn mooiste jaren in Aubagne beleefde, in zijn boeken als La Gloire de mon père en Château de ma mère schilderde. Verstilde dorpjes waarvan de daken zinderen in de zon, terwijl in de nauwe straatjes het licht het hobbelig plaveisel niet bereikt. De Provence van de doorstoofde dennenbossen, het intense parfum van tijm en rozemarijn. Talloze locaties uit het werk van Pagnol zijn er nog, al hebben ze niet allemaal de tand des tijds doorstaan.
Enfin, Aubagne biedt tal van rondleidingen, zeker in dit Année Pagnol.
Uit eten
- Effect Mère, 40 ave. des Goums.
- La Table de Voltaire, 12 cours Voltaire.
- Crèperie L’Albizia, Chez Ed & Oli, Place Joseph Rau.
In de buurt overnachten
- Vue de Mer in Sollies-Ville
Voor meer logeeradresjes kijk je op de Chambres d’Hôtes Wijzer …