Wie weet ben ik de laatste Neanderthaler die het leven fluitend doorstaat zonder de assistentie van een mobiele telefoon. Ik zie de attractie van bereikbaarheid niet in, sinds ik in een Provençaals dorpje verblijf. Ik prefereer ongestoord ouwehoeren op het café-terras. Over Macron, de druivenoogst, de zwakke prestaties van ons rugbyteam RC Toulon. Over de groenzure ecolo’s die onze trouwe diesels te grazen willen nemen. Die nooit kaduuk gaan en die in het kader van de kringloopgedachte nog jaren mee kunnen.
Het was alweer zo’n overdreven Provençaalse hete dag geweest. Dus het dagelijks apéro van een paar vaste klanten-dorpelingen, de burgemeester, de president van het Office du Tourisme, de zelf benoemde bazin van het maison de retraite en heel soms de priester, was tot omstreeks 19 uur uitgesteld. Ik hoopte dat Jacqueline van de mairie er zou zijn. Ik zag er voor het eerst in vele jaren tegenop, het apéro.
Want mijn vriend Francies, de aannemer, zou ontbreken. Een of andere rare ziekte. Toen ik bij ’m langs was, trad er een soort overvalcommando binnen. Een dokter met 2 assistenten, iemand die vermoedelijk iets aan maatschappelijk werk deed, met twee stagiares. Het debat ontging me grotendeels. Ik spreek heus wel Frans, maar zodra het over medische en fiscale termen gaat, beland ik in de onderbond van gehoorgestoorden. Nog nooit zo’n circus zonder erkende clowns meegemaakt. Francies nooit zo zien lijden. Hij was allerminst in vorm. Er werd over hem geregeerd. Er was blijkbaar iemand die een telefoontje had gepleegd. Ik denk, die verschrikkelijke heks van zijn buurvrouw. Ze vertoont zich nooit in het dorp, en dat is maar beter ook. Nadat die tsunami van ongevraagde hulpverleners met heel veel aantekeningen (een dossier, de ware liefde van de Fransen!), was opgekrast, besloten Francies en ik tot een glas rosé, in alle rust.
Weer thuis dacht ik aan een Open Brief aan Macron. Dat ik precies weet hoe er in Frankrijk in het medisch traject bezuinigd kan worden. Met iets over efficiëntie. Doe ik maar niet. Je kunt hier als étranger maar beter niet de aandacht trekken.
Die avond werd er uit het café geroepen: “Pieter, pour toi”. Ik wist meteen genoeg: telefoon: dus narigheid en ellende. De dochter van Francies aan de lijn. Haar vader gezwaailicht naar het hospitaal gedeporteerd. Ik meteen de volgende dag naar dat ziekenhuis, waarvan de buitenkant, de binnenkant en de sfeer me om de een of andere reden aan Oost-Duitsland deden denken. Ik wist toch zeker dat ik in de Provence was.
Nog een heel gedoe om mijn vriend te spreken te krijgen. Nee, ik was geen familie, of daaromtrent. Ik zei iets van “ami du bar”. Bij de gendarmerie zou ik in mindere mate als ‘louche’. zijn beoordeeld. Reception stond er boven de balie van de dragonder die me amper te woord stond. In de categorie vuil kijken leek ze me titelkandidaat.
Ik trof Francies in een bed, in een kamer die hij deelde met iemand die vooral vreemde geluiden maakte. Lang gleden ooit eerder in Artis gehoord.
“Haal me hier weg!”, smeekte Francies.
In Frankrijk moet je een beetje oppassen met dokters. Die hebben een soort autoritair gezag, de Fransen zijn gehoorzaam. Nog altijd tot mijn verbijstering. De witte jas maakt blijkbaar meer indruk dan de handtekening van de president.
“Wat kunnen we doen?”, vroeg ik de volgende avond tijdens het apéro. “Niets”, de burgemeester was snel klaar.
Maar de ‘Pens uit Amies’ kende een dokter, die misschien…
Geen idee hoe het gegaan is, maar twee avonden later zat Francies op zijn eigen stoeltje op het café-terras. Hij had het over iets van pillen en water.
“Doe me maar een pastis”, zei hij.
Zo kenden we hem weer.
Herkenbaar verhaal. Mijn vrouw en ik zitten jaarlijks zes maanden op dezelfde camping. Als een Nederlander in de medische problemen komt, staan wij hen bij. We hebben de ziekenhuizen van Carpentras, Avignon en Marseille van binnen en van buiten gezien. De dokters zijn terughoudend, maar gied, maar aan het onderhoud van de gebouwen wordt geen cent te veel besteed.
Als mij wat overkomt, wil ik zo snel mogelijk naar Nederland gerepatrieerd worden.