Het wil maar niet zomeren. ‘Un peu frais pour la saison’ zegt de wulpse weerdame van CNews erover, terwijl ze haar décolleté weer eens uitbundig etaleert. Ik ken inmiddels haar geheime codetaal: hooggesloten = hogedrukgebied, laaguitgesneden = lagedrukgebied = doorgaans rotweer. En inderdaad, elke middag trekt het zwerk dicht en verduisteren sombere onweerswolken de welwillende zonnestralen van de ochtend. Met een beetje onwil komt er dan ook nog een abrupte mistral opzetten zodat je de buitenlunch wel kunt vergeten. Beetje vroeger lunchen kan, tuurlijk. Maar het moet niet te gek worden; ik heb om een uurtje of elf echt nog geen trek in een middagmaaltijd. Bovendien zou het apéro dan nóg vroeger door het keelgat gegoten moeten worden en zo rond tienen ben ik daar niet helemaal klaar voor.
We ontbijten dus buiten en lunchen binnen, wat half juni een rare gewaarwording is. Je gaat er bovendien vanzelf de maaltijd op aanpassen. In plaats van bijvoorbeeld koele meloen met ham, serveer ik nu ineens bijna winterse happen. Ook niks mis mee, maar raar is het wel om iets warms te willen als over een week de zomer begint. Gelukkig kon ik vanmorgen zowaar weer eens courgettebloemen bemachtigen, dus toen was de keuze snel gemaakt. Een heerlijk voorschotje op de zomer, die ongetwijfeld straks de heetste zomer ooit zal blijken te zijn.
Ingrediënten:
8 grote courgettebloemen (kraakvers!)
2 stevige, pittige geitenkaasjes (samen 100 à 150 gram, bijvoorbeeld Banon)
1 ei
1 teentje knoflook
snufje zout
bloem
scheutje witte wijn
plantaardige olie om te frituren
Bereiding:
Leg de courgettebloemen in de koelkast tijdens de voorbereidingen. Haal de geitenkaasjes uit de verpakking (korstje laten zitten) en snij ze in vieren. Klop het ei in een diep bord los met een vork, met een snufje zout en het uitgeperste knoflookteentje, doe er een scheutje witte wijn bij. Strooi, onder goed kloppen, er net zo lang bloem bij tot een dun beslagje ontstaat: het moet langzaam van de vork afdruppen. Haal de courgettebloemen uit de koelkast, hak een eventueel steeltje weg en friemel de bloemen zo goed mogelijk open. Stop in elke bloem een kwart kaasje en vouw de blaadjes weer dicht tot een pakketje. Verhit een flinke laag plantaardige olie in een braadpan of een wok; drup een beetje beslag in de pan om te controleren of de olie heet genoeg is (dan komt het beslag meteen bovendrijven). Wentel de bloempakketjes door het beslag, zodat ze rondom bedekt zijn. Frituur ze in enkele minuten goudbruin in de hete olie, onder af en toe omdraaien. Laat uitlekken op keukenpapier en afkoelen tot lauwwarm. Glaasje rosé erbij, stukje stokbrood om de restjes op te soppen, laat de zomer maar komen.
