Historisch: de uitvinders van de zomer-Rivièra (met filmpje)

zo 5 juli 2020

Categorieën: ,

Door Maria Edelman (m.m.v. Guus Luijters)

(klik op de foto’s om ze te vergroten)

 

Ook de ‘grote’ hotels aan de méditerrane kust zijn sinds de déconfinement weer geleidelijk aan heropend. Waaronder het befaamde art-déco hotel Les Belles Rives in Antibes/Juan-les-Pins.
Maar tot in de jaren twintig van de vorige eeuw gingen de hotels aan de Rivièra op 1 mei juist dicht. De Côte d’Azur was bij uitstek de plek om in de winter te overleven. Daarna was het te warm. De musicus Cole Porter (1891-1964) was in die tijd de eerste die aan de Côte een zomer doorbracht, op de voet gevolgd door het rijke Amerikaanse echtpaar Gerald en Sara Murphy. Ze kochten in Antibes hun Villa America, het begin van hét grote feesten. Onder meer Picasso, Hemingway en Scott Fitzgerald waren van de partij, de villa leeft voort in een van de grootste romans van de twintigste eeuw, ‘The Great Gatsby’ waarin Fitzgerald de roem en ondergang van de rich & famous beschrijft.
Francis Scott Fitzgerald (1896-1940), die zijn leven lang voor zijn geld heeft moeten werken, vond rijke mensen erg boeiend. Hij zocht hun gezelschap, observeerde hun gedrag en gunde ze graag een plek in zijn verhalen en romans. En niemand schetst hun ondergang mooier dan hij. Zijn vertellingen zijn in deze crisisperiode misschien wel actueler dan ooit. De desastreuze gevolgen van succes. Enfin, lees de door Ernst van der Kwast onder de titel ‘De rijke jongen’ samengestelde bundel Fitzgeraldverhalen (uitgeverij Podium) er maar op na.

‘De rijken zijn anders’
beroemdste opmerking van Fitzgerald over de rijken staat in ‘The Great Gatsby’. “The rich are different”, laat hij zich daarin ontvallen. De opmerking wordt hem nog altijd nagedragen, want wat bedoelde hij precies? Toch niet dat de rijken ‘beter’ zijn? Stel je voor! En als ze anders zijn, in welk opzicht dan? En wat doet het ertoe? De aardigste snier kwam van Scott Fitzgeralds’ vriend Ernest Hemingway. “De rijken zijn inderdaad anders”, zei hij, “ze hebben meer geld”.
Het echtpaar Gerald en Sara Murphy met wie zowel Hemingway als Scott bevriend waren, maar Scott toch het meest, hadden huizen in New York, Parijs en aan de Rivèra, ze bezaten een jacht, gaven financiële hulp aan schrijvers, componisten en schilders, hoefden niet te werken om hun leven als een kunstwerk in te richten, maar rijk, echt rijk kon je ze niet noemen; dat vonden ze althans zelf.
Scott wist wel beter en eenmaal in Parijs zocht hij al snel hun vriendschap. Door midden in de nacht op te bellen en te zeggen dat Zelda en hij de volgende dag met de Lusitania terugkeerden naar New York bijvoorbeeld. De Murphy’s die ook wel wisten dat de Lusitania in de Grote Oorlog tot zinken was gebracht, waren niet geamuseerd, maar toch hebben ze Scott en zijn vrouw Zelda (foto) tot hun vriendenkring toegelaten. Nadat ze zich eenmaal in Antibes gevestigd hadden, zouden Scott en Zelda tot hun vaste gasten behoren.

Van Stravinsky tot Satie
Gerald Murphy, de zoon van een tassenfabrikant en Sara Wiborg, de dochter van een fabrikant van drukinkt, ontmoetten elkaar in 1904 en trouwden in 1915. Aan het begin van de jaren twintig vertrokken ze, om de drooglegging te ontlopen beweerden boze tongen, naar Europa waar ze neerstreken in Parijs. Al snel kenden ze er iedereen, van Hemingway tot Dos Passos, van Stravinsky tot Satie. Zelf werden ze beroemd door het feest dat ze gaven ter gelegenheid van de première van Stravinsky’s ballet ‘Les Noces’. De legendarische party werd gehouden op een aan de Seine afgemeerd beurtschip. Picasso, Milhaud, Tzara, Cocteau, Cendrars, Diaghilev, Stravinksy, iedereen was er. Cocteau verkleedde zich als kapitein en rende in de rondte om iedereen te laten weten dat het schip zinkende was.
Murphy was goed bevriend met Cole Porter (foto midden) die net als hij op Yale gestudeerd had. In de zomer van 1922 deed Cole Porter iets wat in die dagen als uitzinnig werd beschouwd. Hij huurde een château in Cap d’Antibes.

Liefde op het eerste gezicht
ToenCole Porter als eerste een hele zomer aan de Côte bleef, behoorden tot de gasten die hij ontving Gerald en Sara Murphy.
Tussen de Murphy’s en Cap d’Antibes was het liefde op het eerste gezicht. “When we went to visit Cole,” zei Gerald Murphy later, “it was hot, hot summer, but the air was dry, and it was cool in the evening, and the water was that wonderful jade-and-amathyst color.”
Niet ver van het château, in de Baie de la Garoupe ontdekten ze een smal, door een meter dikke laag zeewier overdekt strandje. Ze groeven een hoek van het strand uit en elke dag kwamen ze er zwemmen en zonnebaden. Cole Porter zou nooit meer terugkeren naar Antibes, maar de Murphy’s hadden aan de plek hun hart verpand.
Een jaar later haalden ze de eigenaar van het riante Grand Hôtel du Cap, Antoine Sella, over een deel van zijn hotel voor hen open te houden. En die zomer nog besloten ze een villa in de buurt te kopen.
Ze vonden een over zee uitkijkend châlet met een schitterende terrastuin vol bloemen en door de vorige eigenaar van zijn reizen meegebrachte exotische planten en bomen. Ruim een jaar later, in de nazomer van 1924, was de verbouwing van het huis zover gevorderd dat ze het konden betrekken. Ze noemden hun huis de Villa America.

Champagne en kaviaar
De volgende tien jaar zou het niet alleen hun huis zijn, maar ook een plek waar talloze Franse, Amerikaanse en ander buitenlandse schrijvers, dichters, schilders en componisten elkaar ontmoetten.
Zo lieten Picasso en Leger zich regelmatig zien. Tot de Amerikaanse gasten behoorden Hemingway en Dos Passos, Charles Bracket, Alexander Woolcott, Dorothy Parker en Francis Scott Fitzgerald en Zelda.
Met zijn in glossy bladen geschreven verhalen verdiende Fitzgerald bakken met geld, maar Zelda en hij leken het sneller uit te geven dan de bank het drukken kon. Het echtpaar kwam daarom naar Europa om hier ‘van niks te leven’, zoals Zelda het uitdrukte.
Als gast van de Murphy’s maakten ze er veel werk van zich te misdragen. Als Gerald en Sara Murphy een champagne en kaviaar-feestje geven in het casino van Juan-les-Pins, waar behalve Scott en Zelda ook Hemingway aanwezig is, begint Fitzgerald ermee het hele idee van een champagne-kaviaar feest belachelijk te maken. Hij begint er ook met asbakken te gooien.

Terug naar Amerika
Gerald en Sara Murphy zijn de uitvinders van het zomeren aan de Rivièra, ze waren de perfecte gastvrouw en gastheer voor beroemde gasten, ze ontwikkelden een heel eigen manier van leven, die ons zoveel jaar later nog altijd intrigeert, ze figureren in romans en toneelstukken, en intussen groeide Gerald Murphy ook nog uit tot een belangrijk schilder aan wie recent een heel boek is gewijd. “Als schilder was ik het gelukkigst”, zou hij later zeggen. Vrijwel meteen nadat hij zich in Villa America had gevestigd, begon hij aan een serie grote doeken.
Helaas, het mocht niet duren. Bij zijn oudste zoon Patrick werd tuberculose geconstateerd. De zorgeloze jaren waren voorbij en in 1933 keerde het gezin terug naar Amerika. Patrick en zijn jongere broer Baoth zouden er kort na elkaar overlijden.
De ‘Villa America’ leeft voort in een van de grote romans van de twintigste eeuw, maar het huis zelf is verdwenen. In de jaren vijftig werd de villa gekocht door een Duitser, die het huis in 1978 doorverkocht aan een Arabisch bedrijf. In mei 1979 moest de villa plaatsmaken voor twee nieuwe huizen.

Voor een video-impressie: klik hier.

1 gedachte over “Historisch: de uitvinders van de zomer-Rivièra (met filmpje)”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven