Mail uit Nice: van een gestresste Parisienne

ma 13 juli 2020

Door Julia Fortuin

De tweewekelijkse mail van mijn vriendin Julia Fortuin. Ze woont sinds een jaar of acht in Parijs en begon daar ooit met een blog over het Parijse leven. Ze is UX/UI designer, schrijver en illustrator. We houden elkaar op de hoogte van onze ervaringen, zij in de lichtstad stad, ik op het platteland. Nu was ze ineens in Nice. Maar even langskomen, ho maar. Snap ik wel. Nice is ‘en voiture’ meer dan anderhalf uur verderop en als je op het openbaar vervoer bent aangewezen, ben je de klos als je niet voor een etmaal eten en drinken bij je hebt. Ik had naar Nice kunnen ‘oversteken’. Maar ik wist niet dat ze Parijs even ontvlucht was.

Hi, Renée,

Ik schrijf je deze brief van dichterbij dan ooit, ik bevind me momenteel namelijk in Nice. Ik begin komende week aan een nieuwe baan, en dat vooruitzicht heeft me nog even Parijs doen ontvluchten zolang het mogelijk is, ook al is het maar voor 2 dagen.
Qua corona zie ik dat het hier eigenlijk zo gaat als in Parijs: alles is vrijwel weer normaal, alleen in de winkels en treinstations draagt men mondkapjes. En buiten corona om is alles hier in Nice nog heerlijk anders. De kleuren van de gebouwen en het landschap stralen als altijd, op straat is men lekker uitbundig en de zon heeft meteen een paar rode plekken op m’n huid gebrand. Doodop was ik, moet ik toegeven, van deze laatste maanden. En deze escapade moet de gestresste Parisienne die ik ben weer even de nodige mediterrane energie geven om een heel jaar verder te kunnen.
Gisteren heb ik heerlijk doelloos rondgelopen door de stad, met een korte stop op het veel te hete strand. Eten deed ik ‘s avonds in een van de nauwe straatjes van het Vieux Nice. In een van de krochten en bochten van de oude stad was er plek zat op een schaduwrijk terrasje van een Italiaanse uitbater van spiagnate bolognese: een specialiteit dat tussen de piadina en de pizza in zit.
De gérant begroette me in een Frans dat eigenlijk meer Italiaans was, en aangezien ik vooralsnog de enige gast was kreeg ik alle aandacht, een rol waar ik nog een beetje aan moet wennen als single reiziger. Al snel kwam er een andere alleenstaande vrouw tegenover me zitten. Zij bleek verkoopster in de souvenirwinkel tegenover. Met een glas witte sangria praatte ze druk aan de telefoon, tot Antonio – de lokale mascotte – voorbijkwam. Die begon eerst een praatje te maken met de uitbater en daarna met mij, tot de mevrouw met de sangria riep: ”Hé, Antonio, ik heb je net al geld gegeven!”
Namens hem excuseerde ze zich, deze wijk zat te vol met dit soort mascottes, een woord dat ze duidelijk gebruikte als eufemisme. De commerçanten kenden ze allemaal en kenden elkaar natuurlijk ook onderling, gezien de ‘afstand’ van de winkels in het extreem nauwe straatje, kun je maar beter vrienden met elkaar zijn.
Ondertussen kwamen er steeds meer klanten spiagnate bestellen om mee naar huis te nemen. De uitbater was er maar druk mee, en stopte de snacks in een verpakking die nog de meest rechtse Parijzenaar spontaan op onze onlangs herkozen burgemeester Anne Hidalgo zou doen stemmen: geklemd tussen twee plastic bordjes, met een servetje eromheen en dàt weer in een zakje. Ondertussen was er rechts van mij een verlegen meisje neergestreken, alleen. Het terras was nu even het territorium van vrije vrouwen dat vond ik dan wel weer leuk.
Ik laat het hierbij, brandend als ik ben om met mijn micro-vakantie verder te gaan. Morgen is het Quatorze Juillet, dat lijkt me hier een dubbel-beladen onderwerp. Er is geen vuurwerk hoorde ik, en van mij hoeft die parade niet zo. We zullen het zien, ik ben benieuwd.

Veel liefs!
Julia

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven