Een vers mailtje van mijn vriendin Julia Fortuin. Ze woont sinds een jaar of acht in Parijs en begon daar ooit met een blog over het Parijse leven. Ze is UX/UI designer, schrijver en illustrator. We houden elkaar op de hoogte van onze ervaringen, zij in de lichtstad stad, ik op het platteland.
Hi Renée,
La rentrée is alweer goed onderweg. De tijd dat we konden reizen en lanterfanteren omdat alles nog een beetje in de war was, is voorbij: men werkt weer 120% en de avonden en weekenden zijn volgepropt met afspraakjes en cultureel vermaak – waarvan een groot deel weer wordt afgezegd omdat er altijd wel iemand is die in contact is geweest met iemand die positief blijkt getest, ook al blijkt dat later vals alarm.
Enfin, nadat eerst de mondkapjes verplicht werden op enkele straten, vervolgens in enkele wijken, en het tenslotte ondoenlijk werd om op elke straathoek te checken of die op de lappendeken van rode gebieden lag, zijn ze hier maar overgegaan op duidelijk beleid: mondkapjes zijn désormais net als schoeisel: alleen thuis doe je ze af.
Ik moet toegeven dat ik elke keer nog verbaasd ben in hoeverre de mens in staat is aan dingen te wennen. In de dystopische wereld waarin ik mijn beste vrienden na de lockdown straal voorbij liep toen ik ze voor het eerst weer in levende lijve ontmoette stond het mondkapje voor mij gelijk aan sociale vervreemding voire onderdrukking. Inmiddels is het ding opzetten als ik de deur uitga een vanzelfsprekendheid, en ben ik waarschijnlijk net zoals vele anderen gewend geraakt aan het aanschouwen van gezichten zonder neus en mond. Rest enkel de ogen als toegangspoort tot de ziel.
Want daar schort het nog een beetje aan: nieuwe ontmoetingen. Mijn trouwe vrienden zie ik gelukkig geregeld, maar de gebruikelijke instroom van nieuwe mensen is een beetje dichtgeslibd. Hoewel het mondkapje een spannend suspens kan geven, is het natuurlijk een enorme dooddoener voor geflirt. En Parijs zonder geflirt, dat is een stad die zijn identiteit heeft verloren. Het overkomt me nog steeds dat ik thuis lippenstift op doe, om vervolgens te beseffen dat dat alleen maar leidt tot mondkapjes in de was gooien. Mijn laatste jonge jaren gaan verloren aan Corona.
De eerste dates rancards masqués zijn inmiddels achter de rug. Na een ongemakkelijke herkenningsfase bij de metro-uitgang (is dit ‘m wel?), volgt de half-anonieme wandel naar het café, waar het gesprek al snel leidt tot het al dan niet navolgen van het mondkapjesbeleid. Eenmaal aangeschoven aan het kleine ronde tafeltje kan men even vergeten dat men zich in het midden in een grootstad en in het midden van een pandemie begeeft. Wijn achterover geslagen? Bij het verlaten van het terras gaat het steriele lapje direct weer voor de mond, mij zo moeiteloos beschermend tegen onleuke mannen die iets met me willen proberen. Maar wat als het een keer wél klikt? Op een gegeven moment hoop ik toch op een beetje stiekeme rebellie.
Liefs, Julia
Dag Julia,
Wat nou, ‘stiekeme’ rebellie? Zo zijn we hier niet. Als iets onzin is, dan is dat zo. We zijn hier nogal onafhankelijke types en dus nogal vaak rebels, zeker als ons vanuit jouw Parijs iets dwingend opgelegd wordt. Vanmiddag nog op het dorp geweest, niks maskerade, en volop gezoen. Waaraan ik overigens – met als excuus corona – niet meedoe, ik vond al dat gelebber toch altijd al niks dus daar ben ik mooi vanaf. Op het kroegterras kun je gewoon ongekapt vrijuit ademhalen, alleen in de tabac en de épicierie even gauw dat maskertje op; voor zover ik het begrepen heb, kunnen winkeliers een boete krijgen wegens het toelaten van klanten met een normale verschijning en dat wil ik niet opm’n geweten heben. Maar het zal hier zo’n vaart niet lopen. We hebben één champêtre, zeg maar veldwachter, die patrouilleert met een maskertje onder zijn kin, of aan z’n broeksriem. Hij heeft wel een bonnenboekje, maar dat komt alleen tevoorschijn als niet-dorpelingen op de parkeerplaats voor invaliden daar niet horen te staan.
‘Parijs zonder geflirt heeft z’n identiteit verloren’, schrijf je. Kom kom, Parijs heeft haar identiteit al lang geleden verkwanseld aan het toerisme en ‘le fastfood’.
En dat Parijse geflirt? Daar doen ze hier niet aan op het dorp. Je krijgt (nog net geen) klap op je kont als je in de pul valt. En als dat je niet bevalt, deel je gewoon ‘une mandale’ uit: een oorvijg. Lekker rebels en in elk geval helemaal helder.
Bisou, Renée