Ik las dezer dagen op dit platform dat de Franse regering het stokbrood tot werelderfgoed wil laten promoveren. Daar gaat de Unesco over. Ik ook maar eens een keertje googelen: The United Nations Educational Scientific and Cultural Organization. Dus die lui doen in onderwijs, wetenschap en cultuur, en tevens wereldwijd. Lijkt me een overvolle container in het Suez-kanaal, om even actueel te wezen. Als ik het goed begrepen heb kunnen alle landen bij die Unesco jaarlijks een voorstelletje doen voor mondiale ‘erkenning’ van iets speciaals. En dan komt een er commissie kijken of zo’n propositie werkelijk ergens over gaat. Kan een berg zijn, een of andere klompendans, een antieke ruïne.
De Unesco is het Office du Tourisme van de hele wereld.
Gevestigd te Parijs.
Komt dat even goed uit, leer mij de Fransen kennen.
Blijven bijschenken tijdens een lunch in een goed restaurant in ‘la capitale’ en de tijdelijk ontdooide erfgoednotarissen tekenen bij het kruisje. Zo werd de Franse gastronomie tot immaterieel werelderfgoed verheven. Wie weleens in een Frans restaurant heeft gegeten toen dat nog kon, stuurde in al gauw 5 van de 10 gevallen een ontluisterend memo naar de Michelingids.
Bij mij in het zuiden dachten ze: o, als dat zo makkelijk kan, werelderfgoed worden, dan wij ook! En dus moet de Unesco nu oordelen over de aanvraag van de vrij ordinaire doorgangsroutes als de Promenade des Anglais in Nice en de Croisette in Cannes om als erfgoed erkend te worden. Spannend natuurlijk: gaat bijvoorbeeld een boeddhistische tempel in Nepal of zo het afleggen tegen Zuid-Franse boulevards? Een hele kluif voor de geleerde ‘decisionmakers’ in hun Parijse met veel boeken getooide ambtsverblijf? Nee hoor, want wij in het zuiden hebben heel slim ook de ‘keuken van Nice’ nog even ter beoordeling ingebracht. Waardoor de denk- en studiehoofden de oversteek naar de Côte d’Azur moeten maken. Ze krijgen een bordje salade Niçoise voorgeschoteld, plus een aanmerkelijke hoeveelheid Provençaalse rosé. Ze vernemen dat er wel 15 varianten van het op zich weinig spectaculaire tonijnslaatje zijn uitgedacht, dus geen twijfel mogelijk: la cuisine nissarde verdient het dat de hele wereld erover gaat ouwehoeren.
Die tempel in Azië kan het schudden.
Tijdens een schrale ‘confinement-lunch à emporter’ ten kantore kregen de Unesco-inspecteurs dezer dagen stokbrood bijgeleverd. Iemand moet toen in een vlaag van verstandsverbijstering geroepen hebben: ‘werelderfgoed!’. Of misschien was het gewoon grappig bedoeld.
Ik weet wel dat de Fransen, nogal gespecialiseerd in onzin, hun baguette tot de ernstig serieus te nemen broodjes rekenen, ze doen zelfs aan nationale kampioenschappen ‘beste baguette bakken’. Zelf ben ik er nooit van onder de indruk geraakt, naar mijn mening betreft het een vooral onhandig uitgevallen design van iets eetbaars. Maar de Fransen doen graag alsof de allure van een stokbrood internationaal en historisch gezien niet onderdoet voor de Franse Revolutie. Of de Citroën DS.
Ik was er helaas niet bij. Maar ik denk dat president Macron gebeld is toen het idee van de baguette als werelderfgoed spontaan gelanceerd werd. Het kan niet anders of het staatshoofd reageerde enthousiast, even geen corona aan z’n hoofd.
En nu ligt er namens heel Frankrijk dus het officiële verzoek aan de Unesco om het stokbrood tot werelderfgoed te verklaren.
Alles kan altijd dwazer dan je voor mogelijk houdt. Al helemaal in Frankrijk.
Door Peter Hooft
Dit bericht delen op: