Salon-de-Provence (40.000 inwoners, Bouches-du-Rhône) heeft zijn relatieve bekendheid eigenlijk vooral aan de ‘voorspeller’ Nostradamus te danken. Hij woonde er en ligt er begraven. Maar een waarheid is dat de stad zoveel méér te bieden heeft. Nostradamus had in elk geval gelijk toen hij voor Salon-de-Provence koos.
Wat me direct al opviel was de geschiedenis die je op elke hoek van de straat terugvindt. Een karakteristieke stad met dorpsgevoel en historische charme, zo dacht ik. En om het maar meteen te bekennen: aan het eind van de dag was ik verkocht. Nieuwsgierig begon ik aan mijn tour à pied, die ik al op voorhand had uitgezocht. Langs de, al enigszins gevulde, terrassen liep ik naar het Hôtel de Ville, het stadhuis van Salon. Capronne (1526 – 1576), geboren in Salon, was destijds de knapste ingenieur van de Provence die voor irrigatie zorgde, hij stierf door vergiftiging.
De voorspellingen van Nostradamus
Om de hoek van het stadhuis wandelde ik onder de Porte de Bourgneuf door richting het huis van Nostradamus, aan de Rue Nostradamus natuurlijk.
Michel de Nostredame (1503 Saint-Rémy-de-Provence – 1566 Salon-de-Provence) was een apotheker, misschien een arts, in elk geval niet afgestudeerd. Werd beroemd door zijn boek ‘Les Prophéties’ (de Voorspellingen), waarin hij volgens zijn ‘aanhangers’ wereldoorlogen, Napoléon, Hitler, het communisme, terrorisme en nog zo het een en ander voorspelde. Woonde sinds 1547 in Salon-de-Provence, getrouwd met de weduwe Anne Ponsarde. Ze kregen drie dochters en drie zonen. Was aandeelhouder van het irrigatieproject in de Durance dat Salon aan water moest helpen.
Het ‘Maison Nostradamus’ was tot aan zijn dood de woning van de Franse ziener en is sinds 1922 het museum van de stad. Na een kort bezoek aan dat symbool van Salon vervolgde ik mijn route naar de Tour de l’Horloge. Een, vanuit beide kanten van de toren, prachtig klokkenspel. Met het horen van het klokkengeluid besefte ik dat het alweer twaalf uur was, tijd voor een déjeuner!
Na de korte lunchpauze vervolgde ik mijn tour heuvelopwaarts naar Château de l’Empéri. De temperatuur was inmiddels gestegen naar 23 graden maar in de smalle steegjes kon ik de zon afwisselen met schaduw. Denk trouwens niet dat er maar één weg is naar dit monument of überhaupt naar alle bezienswaardigheden. Salon telt vooral veel en korte straatjes. De afstanden tussen de monumenten zijn klein. Links een fontein, rechts een kerk. Een korte blik op de Église Saint-Michel met zijn twee kerktoren. Soms kom je ogen te kort. Dat Château de l’Empéri, ze zijn in de 9e eeuw al met de bouw begonnen, in de 13e waren ze zo ongeveer klaar.
En als we toch terugblikken: in historische documenten wordt Salon voor het eerst vermeld in 871. Toen was er blijkbaar een Villa Salone, het buitenverblijf van de aartsbisschop van Arles. Kerkvaders wisten toen al waar het goed toeven is. Vertegenwoordigers van de katholieke kerk hebben Salon ook daarna nooit uit het oog verloren, getuige ook de gotische kerk Saint-Laurent.
De beroemde mosfontein
Na de geschiedenislessen was het tijd voor een terras aan de overkant. Een vin blanc en wat zoutjes hielden mij weer een uurtje op. De ideale plek om mensen te kijken. Al waren er in de steegjes ook genoeg cafés met bijzondere terrasjes te vinden. Halverwege de middag ruilde ik de historie om voor het winkelen. Aan de rondweg had ik in de ochtend al een paar Franse boutiques gespot. Salon is geen echte winkelstad maar ik kon er zeker mijn shopping-hart voor even luchten. Voldaan en onderweg terug naar de auto spotte ik ook nog de beroemde mosfontein op het centrale punt van de stad, Place Crousillat. Daar hadden ze in de 16e eeuw al een fontein, in 1775 maakte de beeldhouwer Bernus er eentje met twee bekkens van die onder mos verscholen gaan.
Ik beken: ik had in deze omgeving altijd een voorkeur voor de steden Aix-en-Provence en Nîmes. Maar nu ik er geweest ben, staat Salon óók hoog genoteerd. Het compacte karakter, de vele sightseeings en de variëteit aan goed eten maken Salon ideaal voor een kort óf langer bezoek.
Uit eten
Villa Salone, 6 rue Maréchal Joffre, (1 Michelin-ster).
Saveurs de Cuisine, 80 rue Frères Jourdan.
La Page Blanche, 13 place Charles Latin.
L’Atelier de la Cheffe, 3 place de la Révolution.
Les 3 Zèbres, 70 cours Gimon.
L’Olivier, 32 rue du Bourg Neuf.
Il Forni da Vito, 97 boulevard Jean Jaurès
leuk om te lezen, dank je wel. Wij waren er ook een halve dag, heel wat jaren geleden, maar de herinneringen komen weer boven