Het diepere zuiden … ontdek het Pays de Sault!

vr 7 juni 2024

Marcel Reimer is art director van o.a. Côte & Provence en En Route. Ook is hij fotograaf.

Dit is deel 1 van een feuilleton over het Pays de Sault (Pyreneeën) …


Château de Camurac

Zeg je Zuid-Frankrijk, denk je onwillekeurig aan de Provence en de Côte d’Azur. Maar Zuid-Frankrijk is zoveel meer. Van Bordeaux (hippe stad) via de Pyreneeën naar de Occitanie. Er is een overvloed aan mooie bestemmingen te ontdekken. Ik vierde al een paar maal vakantie in de Pyreneeën en dat is me zeer goed bevallen. Als uitvalsbasis raad ik Hotel Château de Camurac aan, strategisch gelegen in het het land van de Katharen. Camurac ligt ongeveer anderhalf uur onder Carcassonne op de grens van Aude en Ariège. Het hotel wordt liefdevol gerund door Nederlanders Marjon en Rodrique Clijssen. Zij hebben ooit meegedaan aan het programma Ik Vertrek. Je snapt de link … De kamers en appartementen zijn eenvoudig, maar sfeervol ingericht en de keuken is uitstekend. Je voelt je er direct thuis. Je kunt deze zomer kiezen uit een van de geheel verzorgde arrangementen (Katharen-, Zuid-Frankrijk- en meerdere wandelarrangementen – zie deze link). De perfecte manier om de omgeving te leren kennen.

Met de benenwagen of toch liever de auto?

Die omgeving – we praten over het Pays de Sault – is met zijn 1200-1400 meter geen hooggebergte. Hoeft ook niet, voor de wandelaars onder ons biedt het voldoende variatie en uitdaging. De Gorges de la Frau bijvoorbeeld, waar bijna geen plat stukje pad te vinden is. Schitterend, maar voor verstokte autorijders zoals ik erg vermoeiend. Er staat niet voor niets op het bord: ‘passage dangereux, risque d’éboulement par fortes intemperies’ … Nee, dan kun je maar beter naar de Gorges de Galamus gaan, en voiture. Hier rijden is echt een belevenis. De twee kilometer lange weg kronkelt tussen Cubières-sur-Cinoble en Saint-Paul-de-Fenouillet en voert onder andere langs de hermitage en de grotkapel van Saint-Antoine de Galamus, rechtstreeks uit de rotsen gehouwen in de 7e eeuw. Er is een terras en je kunt er koekjes kopen. Die schijnen beroemd te zijn. Ik vond ze niet bijzonder … De auto kun je kwijt op de parkeerplaats bij het uitzichtspunt (Belvédère). Onderaan klettert het water van de Agly, waar wildwaterkanoërs hun kunstjes vertonen. Voor de fotografen onder ons een niet te missen plek!

Katharenkastelen in overvloed

Peyrepertuse

Montségur

Zeg je Aude, dan zeg je Katharenkastelen. In het hotel liggen de boeken van Ankie Nolen over het Katharenverleden van de streek. Dat maakt nieuwgierig. Gelukkig hoeven we niet ver te rijden om de sfeer op te snuiven. Het kasteel van Puivert ligt op een halfuurtje rijden van het hotel in Camurac. Het Château de Montségur is zo’n drie kwartier rijden, dat van Roquefixade nog geen uur, net als het Château de Puilaurens. Een van de beroemdste en best bewaard gebleven exemplaren is het kasteel Quéribus, vlak bij het dorp Cucugnan in de Corbières. Maar een van de allermooiste is dat van Peyrepertuse. Dat ligt er schitterend bij en het uitzicht op het omringende landschap is adembenemend. En als je net de Gorges de Galamus hebt gedaan en Quéribus, ben je praktisch al in Peyrepertuse. Kijk maar even hier om een indruk te krijgen.

Onverklaarbare rijkdom

Église de Marie-Madeleine – Rennes-le-Chateau
Rennes-le-Château – Tour Magdala

Ook niet te missen tijdens een vakantie in het Pays de Sault is een bezoek aan het door mysteries omgeven dorpje Rennes-le-Château. Het dorp waar priester Berenger Saunière naartoe moest om de bevolking van de nodige religieuze brandstof te voorzien. Niets bijzonders, zou je zeggen, tot het moment dat onze Berenger plotseling en vanuit het niets een onnoemelijke rijkdom aan de dag legde. De speculaties waren niet van de lucht. De meest voor de hand liggende verklaringen waren dat Saunière tijdens een bescheiden verbouwing van de kerk op een schat was gestuit. Of dat een tempeliersschat, een van de westgoten of van de katharen moet zijn geweest, laten we even in het midden. Volgens het boek Het heilige bloed en de heilige graal zou Saunière bewijzen hebben gevonden dat Maria Magdalena de vrouw was van Jezus Christus, en samen met hem kinderen had die na de kruisiging met hun moeder in Frankrijk zijn terechtgekomen. Dat zou het vermoeden gevoed kunnen hebben dat Saunière aan zijn geld kwam door de katholieke kerk in de persoon van de bisschop van Carcassonne te chanteren. Hoe dan ook, hij liet zijn bescheiden kerkje, gewijd aan Maria Magdalena, grootschalig opknappen en huurde daarvoor de beste – en dus duurste – beeldhouwers en glaskunstenaars in. Het gebouwtje barstte bijkans uit zijn voegen van zoveel pracht en praal. Ook liet hij een grote villa midden in het dorp bouwen. Villa Béthanie heet het (hebreeuws voor ‘huis met het antwoord’). Saunière gebruikte het gebouw om gasten te ontvangen en te huis- vesten. Ook gaf hij er extravagante feesten. In het park achter de villa bouwde hij een toren voor zijn boekenverzameling, La Tour Magdala, genoemd naar Maria Magdalena. Net voordat Saunière op 22 januari 1917 overleed, droeg hij zijn geheim en bezittingen over aan zijn immer trouwe huishoudster Marie Dénarnaud. Die laatste heeft het geheim meegenomen in haar graf. Halverwege de jaren zestig nam de schatzoekerij dusdanige vormen aan dat elke vorm van graven in en om Rennes-le-Château werd verboden. Nu is het plaatsje vooral een inspiratiebron voor bestsellerauteurs zoals Dan Brown.

Wordt vervolgd …

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven