Voor velen doet Auribeau geen belletje rinkelen. Dit piepkleine dorpje situeert zich in het departement Vaucluse met le massif du Luberon als dominerende buur. Cucuron, Bonnieux en Apt zijn bij de nieuwsgierige toerist namen die meer als muziek in de oren klinken. Ervaren wandelaars kennen Auribeau bovendien als de startplaats van een stevige wandeling naar de kruin van de Mourre Negre, met zijn 1125 meter de hoogste top in de Luberon. Sinds 2000 zit het aantal bewoners opnieuw in de lift. Met een dieptepunt in 1962, amper 16 inwoners, schommelt het aantal nu rond de 70. Het dorp is een zakdoek groot en heeft noch culinaire noch culturele attracties. De Aigue Brun, een zijrivier van de Durance heeft zijn bron in het zuidwesten van Auribeau.
De beloning is navenant
De tocht naar de Mourre Nègre is niet van de poes. Op een vrij korte afstand (minder dan 4 km) moet je een hoogteverschil van bijna 550 meter overbruggen. De beloning op de top is navenant. Voor de inwoners van Cotignac ligt er een angename verrassing in het verschiet. In de verte duiken oude bekenden op: de Gros en Petit Bessillon, met de berketens Sainte Victoire en Sainte Baume op de achtergrond. Op de ruime hooglakte ontluikt een kleurrijke variatie aan bloemen door de rotsachtige ondergrond die aanmaant tot voorzichtigheid tijdens de afdaling. Losliggende keien en uitgeholde gleuven eisen al je aandacht op. Wanneer je van fauna en flora wil genieten, houd je best halt.
Toeristische trekpleisters
Saignon, een romantisch dorp in de buurt heeft meer te bieden. De église Notre-Dame de Pitié, de Chapelle Saint-Michel en de Rocher de Saignon zijn toeristische trekpleisters maar vandaag is enkel de grillige rots toegankelijk. Ze biedt een schitterend zicht op het dorp, de velden en dorpjes in de omgeving en op de alomtegenwoordige Mont Ventoux. Een wandeling langs de lavendelvelden laat je genieten van de prachtige natuur die tijdens de periode midden juni tot midden juli het kleurrijkst is. De geur van de lavendel is dan nooit ver weg. De kale kruin van de reus van de Vaucluse moet dan het hoofd buigen voor de paarse kleur die dan met alle aandacht gaat lopen.
Charmante dorpjes zonder franje
De villages perchés verschuilen zich in de heuvels tussen de groene tinten van de beboste flanken met hoofdzakelijk loofbomen. Twee ervan zijn Caseneuve en Castellet-en-Luberon, charmante dorpjes zonder franjes, meer dan een bezoekje waard. Gebouwen opgetrokken in de plaatselijke natuursteen, adembenemende vergezichten en ruïnes met herinneringen aan een ver verleden zorgen voor de nodige afwisseling wanneer we door de smalle straatjes kuieren. De Luberon, in het zuidoosten van de Vaucluse, biedt de natuurliefhebber een waaier aan mogelijkheden. Bewegwijzerde wandelingen zijn er schering en inslag. Het is nu wachten op de kersen en de lavendel om een volgende ontdekkingstocht te boeken.