Kaartlezen is nooit mijn sterkste punt geweest. Als er vroeger, toen ik nog schools onderwijs genoot, een blinde kaart voor de klas werd gehangen en ik geacht werd daarop in het wilde weg provincies en plaatsnamen aan te wijzen die er in het geheel niet op stonden aangegeven, had ik altijd al zoiets van “zet die namen er dan gewoon lekker zelf bij!” Scheelt een hoop gezoek, met een beetje goeie bril vind je ze zó terug, iedereen tevreden, ik een voldoende. Dat bleek niet de bedoeling; je moest getraind worden in het blindelings ‘lezen’ van zo’n kaal gepoetste kaart. Het zat er niet in, ik bleek een topografische blinde vlek te hebben. Ik was de enige niet. In het tv-programma ‘De vakantieman’ dat RTL4 eind vorige eeuw uitzond en dat werd gepresenteerd door de legendarische Frits Bom (1944-2017) werden argeloze Nederlandse toeristen op favoriete vakantiebestemmingen overvallen door een verslaggever met zo’n blinde landkaart. Of ze maar even wilden aanwijzen waar ze waren, en waar Nederland lag. In de meeste gevallen: geen idee. Hilariteit alom. Het geintje is nog vaak herhaald, meer recent door Omroep Max bijvoorbeeld, en door PowNed. Klik hier maar: lachen!
Intussen had ik het er maar moeilijk mee. De liefde voor Frankrijk zit er al een tijdje in, dus het heen en weer gereis begon al ruim dertig jaar geleden. In dat pre-digitale tijdperk zonder satelliet gestuurde navigatie aan boord van je bolide, was je afhankelijk van papieren routekaarten. Enorme lappen uitvouwbare landkaarten waarop in minuscule lettertjes stond aangegeven waar je geacht werd langs te rijden om van start- naar finishplaats te geraken. Een blinde kaart was er niks bij. Niet te lezen die dingen – ook niet als bijrijder – zonder vergrootglas en een tussenstop waarbij je die lap over de motorkap kon uitspreiden. Er zijn veel echtelijke twisten uit voortgekomen. Maar ook het besluit om hier definitief te gaan wonen.
De echtgenoot reed, ik las kaart en wist het zeker: “hier linksaf”. We waren al diep in het zuiden doorgedrongen, nog een paar kilometertjes en we zouden op de eindbestemming zijn, een hopelijk prettig huurhuis in de buurt van een ons onbekend plaatsje in de Var. De echtgenoot sloeg linksaf. En kwam onderaan een charmant weggetje muurvast te zitten in een zompig weiland. Het regende.
Met de routekaart als paraplu boven m’n hoofd ging ik op zoek naar hulp terwijl de echtgenoot nog maar eens probeerde los te komen. Zowaar, bovenaan het weggetje trof ik een trekker! De joviale boer was best bereid om die buitenlandse dombo’s even de weg op te takelen. In het café een stukje verderop bedankten we hem uitbundig. Hij wees ons bovendien – gewoon met veel handgebaren – hoe we verder moesten rijden. We kwamen probleemloos op onze vakantiebestemming. Het bleek onze eindbestemming, kan ik zo’n dertig jaar later rustig zeggen.
Met dat kaartlezen is het trouwens ook nog (een beetje) goed gekomen. Door het coronagedoe moet ik – op zoek naar de cijfers – inmiddels zó vaak op onduidelijke Franse kaarten zoeken naar informatie, dat ik – afgezien van Parijs en omstreken – minstens 30 van de 104 Franse departementen blind weet aan te vinken. ’t Is maar wat je vooruitgang noemt.
Zou ik er rondrijden, dan was ik weer gewoon ouderwets de weg kwijt. Zou de echtgenoot ernaast zitten, dan was het weer ouderwets oorlog. Die laat ik tegenwoordig dus gewoon maar thuis als ik buiten ‘vertrouwd terrein’ moet wezen. En nee, een navigatiesysteem heb ik nog steeds niet, sinds de versie in m’n vorige auto me steevast een steile bergwand wilde opsturen halverwege een départementale waar zelfs geen afslag te bekennen viel.
“Je was wel héél lang onderweg”, krijg ik bij thuiskomst na zo’n ‘tour de force’ te horen.
“Blinde vlek”, counter ik dan nonchalant.
Er wordt me dan gewoonlijk hoofdschuddend een glas rosé ingeschonken. ‘t Is al een traditie.
Door Renée Vonk-Hagtingius
Dit bericht delen op:
Goed en knap van je Renée.
Ik gebruik ook nog steeds kaarten, want daar kom je meer te weten van de landschappen en de verhoudingen. En het is gewoon leuk. Je kunt thuis in de voorbereiding al genieten van het landschap wat je later zult passeren.
Naast mijn TV ligt een oud Michelin kaartenboek waar ik graag in zoek als er weer eens een prachtig programma over een landstreek is op TV5. Sterke aanraders en ondertiteld.
Maar de nav is een geweldig hulpmiddel op een donkere avond in een grote onbekende stad op zoek naar 3 hoog achter.
En mijn ervaring op de motor jaren terug met een kaart op tank gaande op de periferique is ook niet te versmaden. Die navigatie apparaten zijn er nu gelukkig wel en betaalbaar.
Hoewel ik in mijn vakanties jaren terug op onverwachte prachtige plekken ben gekomen en vaak op doodlopende boerenerven was dat niet direct een reden geweest om niet verder te gaan met mijn (ex)echtgenote. Tot zover ..
Ik geloof dat we het behoorlijk eens zijn René. Kijk bij gelegenheid ook eens naar de streekreportages op France3 Regions. Genieten. Maar op de motor met een kaart op de tank over de périphérique, non merci. Ik heb geen doodswens. ;-]