Stom! Nooit eerder in Carpentras gestopt, daar in het uiterste noorden van de Vaucluse. Dankzij (nou ja) autpech kwam ik er vorig jaar terecht en boekte een kamer in Maison Trevier, een pand uit de 18e eeuw of zo, omdat ik er in een van de autovrije straatjes van de binnenstad toevallig langs liep. Nu weet ik dat de stad een bijna extreem rijk verleden heeft en ook anno nu meer dan genoeg te bieden. Nog afgezien van de truffels, de aardbeien en de wijn. En altijd heerst in de verte de Mont Ventoux.
Ik besloot op onderzoek uit te gaan, wat moest ik anders, en kwam in de Rue Raspail terecht. Een bierlokaal, een tapasbar, een loungebar. In een stad waarvan ik eigenlijk alleen iets over het verleden gehoord had.
“Non, non!”, verzekerde de barman toen ik in die straat even in een kroeg een pastis had besteld. Ik had ‘Carpentras, alleen maar geschiedenis?’ gevraagd. Er zou vandaag de dag van alles in de stad te beleven zijn.
Ooit een ‘Latijnse kolonie’
‘t Zal best, vermoedde ik. De volgende ochtend haastte ik me naar het Office de Tourisme (www.carpentras-ventoux.com) waar ik toch eerst getrakteerd werd op een beknopte cursus geschiedenis.
Altijd weer die Romeinen! Zij waren weer de eersten die wel wat in de locatie Carpentras zagen. Ze maakten er een voorname marktplaats van en keizer Augustus proclameerde het gehucht tot een ‘Latijnse kolonie’. Tuurlijk is er nog veel ‘Romeins’ te bewonderen, waaronder L’Arc Romain.
Maar het werd nog veel spannender toen de katholieke kerk zich tijdelijk in Avignon (30 km verderop) vestigde. Paus Clément V regelde het zo dat zijn curie vanaf 1313 vanuit Carpentras de dienst uitmaakte. In die periode werd ook begonnen met de aanleg van verdedigingsmuren waar nu nog iets van over is.
De oudste synagoge van Frankrijk
Maar in historische zin veel belangrijker: Carpentras werd met Avignon, Cavailllon en L’Isle-sur-la-Sorgue omstreeks 1367 een toevluchtsoord voor joden, opgejaagd door Filips de Schone. Per saldo heeft Carpentras er de grootste en mooiste synagoge van Frankrijk aan overgehouden Een superieur monument, Place Maurice Charretier. Mag niemand missen die de stad aandoet. En anders ook niet. Kijk hier maar voor een prachtige ‘visite virtuelle’: klik hier.
Armenzorg en een apotheek
En er valt meer te bewonderen in de stad. Ik kwam terecht in het Hôtel-Dieu de Carpentras, 18e eeuw. Ooit een ziekenhuis natuurlijk, een initiatief van de strenge maar progressieve bisschop D’Inguimbert (1683-1757) die vond dat er met inachtneming van de wetenschappelijke vooruitgang en de schoonheid van de kunst, voor de armen gezorgd moest worden. Hij was in Carpentras ook de grondlegger van de eerste openbare bibliotheek van Frankrijk. Nu is dat Hôtel-Dieu vooral een museum. Met onder meer een apotheek `à l’ancienne’, je weet niet wat je ziet. Er zijn natuurlijk meer musea, zoals het Musée Comtadin-Duplessis, vernoemd naar de lokale portrettist Joseph Siffrède Duplessis. Le Musée Saobirats heeft vooral art déco te bieden, maar bijvoorbeeld ook een salon in Louis XVI-stijl.
De kathedraal, het aquaduct en de fonteinen
Heb ik het nog niet gehad over de gotische kathedraal Saint Siffrein, gebouwd op de restanten van een Romeinse kerk. En in zekere zin ook historische grond biedt het Office du Tourisme zelf, het was ooit een klooster van de Dominicanen, vrijwel verwoest tijdens de Revolutie. Dat er zoveel fonteinen in de stad zijn, is mede te danken aan de bouw van een aquaduct, in de middeleeuwen. Nu is er nog steeds een aquaduct te bewonderen dat geconstrueerd werd tussen 1720 en 1734.
Wijn, aardbeien en truffels
Maar vandaag de dag moet de stad het vooral hebben van de landbouw. En van het toerisme. In de naaste omgeving wijnbouw, truffelcultuur en vooral aardbeien. ‘La fraise de Carpentras’ is een gedeponeerd merk, mocht u ‘après corona’ in de buurt zijn: het jaarlijkse Fête de la Fraise staat normaal gesproken in april op de agenda.
Het behoeft geen betoog dat Carpentras óók een wijnstad is. Ik verwijs alleen maar naar Châteauneuf-du-Pape, min of meer om de hoek. Die wijnbouw begon zo’n beetje 30 jaar voor Christus, maar ten tijde van het bewind van de pausen in Avignon werd er echt werk gemaakt. De religieuze herders lustten wel een slokje en hadden goed in de smiezen dat de grond en het klimaat ideaal waren voor de productie van kwaliteitswijn. Beetje raar eigenlijk dat het tot 1973 moest duren voor de wijnboeren in de nabije omgeving hun AOC Vins Ventoux kregen toegekend (www.aoc-ventoux.com).
Ik was er niet op vrijdag en dus ik miste de wekelijkse (in het seizoen) truffelmarkt op de binnenplaats van het Hôtel-Dieu. Ik noteerde nog even dat er elke vrijdagochtend een Marché Provençal te beleven valt, officieel erkend als een ‘marché d’exception’. Die markt doet al mee sinds 1155! En wie iets anders zoekt: elke zondag een brocantemarkt. ‘Après-corona’ ongetwijfeld ook weer.
De Ventoux, fietsen, wandelen
En dan heb je dus die gevreesde Ventoux (1.912 meter). Er even tegenop fietsen, ik zou het niet doen. Ooit met een Lelijke Eend de top gehaald, in de eerste versnelling. Maar het fietsen is in Carpentras en omgeving misschien wel een van de voornaamste toeristische attracties. Er zijn veel parcoursen uitgezet. Door wijngaarden, langs kapelletjes, noem maar op. Kijk op www.provence-a-velo.com Zelf zou ik liever gaan tippelen in de fantastische natuur van Les Dentelles de Montmirail, waar 15 wandelroutes te ontdekken zijn. Of gewoon met de auto een van de 5 tochtjes maken door de wijngaarden en dan even aanleggen bij een domaine. Glaasje proeven.
“Een bevolking die geen maat weet te houden”
Toen ik weer thuis was, ging ik nog een paar dingen navlooien. Ik stuitte op een citaat van de vrij vermaarde journalist en schrijver Ludovic Naudeau (1872-1949) die zich ook bezighield met de Franse identiteit. Over de Vaucluse schreef hij: “Zoals iedereen weet, is een van de karakteristieken van dit departement dat een deel van de bevolking geen maat weet te houden. Een overvloed aan slecht opgevoede families, in Avignon, Carpentras en Cavaillon die het leven als een speelhol ervaren, met het risico van enorme schulden.”
Ongetwijfeld een beoordeling van toen. In Carpentras hebben ze nu alle oog voor hun rijkdommen, de historie, de natuur, de wijn, het toerisme. Slecht opgevoed? Het is helaas ook waar dat het joodse kerkhof in de stad in de voorbije jaren tot twee keer toe is bezoedeld.
Ik kom er terug
O ja, of ik ook ergens gegeten heb? Ja, bij Chez Serge in de Rue Cottier, prima. Hoorde ik later dat Restaurant Camille (Chemin de la Legue) ook niet verkeerd is, maar dat is een beetje buiten de stad.
Mocht corona straks voorbij zijn, dan ga ik weer (maar dan als toerist) naar Carpentras. En dan misschien even logeren bij het Nederlandse echtpaar Daan en Elvire van Dijkman op hun Domaine de Marotte, 1,5 km buiten de stad, (www.marottevins.com). Een pique-nique in hun wijngaarden, dat lijkt me wel wat. Je kunt er ook fietsen huren. Geruststellend idee mocht mijn auto het in die omgeving opnieuw begeven. Je weet het maar nooit.
Beste Patrick ,
Mooi verhaal , Zuid-Frankrijk ( Le Midi ) blijft boeien door talrijke aspecten en diversiteit , de mooiste anekdotes komen vaak van kleine stadjes , dorpjes en gehuchten ( les hameaux ) en de locals die ze je verschaffen na meestal veelvuldig contact !