Vakantietip: Cavaillon: ‘la capitale du melon’

ma 6 juni 2022

Door Door Rémi de Ridder

Ze waren er vroeg bij dit jaar, stelde ik vast toen de markt in mijn dorp eindelijk weer open was, de meloenen van Cavaillon. Meestal zijn ze er pas als ook de krekels hun gratis Provençaalse concerten weer in de aanbieding hebben. Maar dankzij een zacht voorjaar kon ik er nu al eentje bemachtigen. De groenteman op de markt verzekerde me dat de meloen al knap ‘sucré’ was en dat bleek te kloppen.

Ik dacht: ik moet naar Cavaillon (Vaucluse), bij de altijd spannende Durance (die rivier wil nog weleens buiten zijn oevers treden) en de heuvel Saint-Jacques. Schijnt een onherbergzaam plekje geweest te zijn, maar in de 4e eeuw voor onze jaartelling was er – zegt men – al intensief handelsverkeer met de Griekse kolonie Massalia, dat nu Marseille heet. In elk geval staat er nu nog een Romeinse triomfboog uit de tijd van Augustus, maar in historisch perspectief is boeiender dat er in Cavaillon een joodse gemeenschap was, met een eigen wijk en zelfbestuur. Er is nu nog een prachtige rococo-synagoge uit omstreeks 1774.

Genoeg over ooit.

Betoverend landschap

Het ritje voerde me door een bijna onwaarschijnlijk betoverend landschap. Wijngaarden, bossen, rotsen. Volop zon, kleurenpracht, geen tegenligger te bekennen. Kronkelweggetjes door gehuchten van een paar huizen, waarvan ik de naam stom genoeg niet genoteerd heb. Maar ja, ‘en route’ hè.

Cavaillon is een nogal een stad, met z’n bijna 25.000 inwoners. Iets van 20 km van Avignon en een ideaal gelegen uitvalsbasis voor ontdekkingsreisjes richting fameuze charme-gemeenten als Gordes, Saint-Rémy-de-Provence en L’Isle-sur-la-Sorge. Je bent er zo.

‘Meloen moet je doen’

Ik weet niet van wie dit beknopte rijmpje is, maar ik teken er van harte voor. Want ik houd van meloen. Als simpele lunch met een plakje Parmaham, als dessert met iets van port. Het is mijn vak niet, maar ik heb vaak genoeg chefs ontmoet die lyrisch over de gastronomische mogelijkheden van de meloen zijn.

Fête du melon

En Cavaillon is dus echt wereldberoemd om zijn meloenen en het jaarlijkse Fête du melon, afhankelijk van het klimaat, het weer en de oogst, meestal in het weekeinde vóór Quatorze Juillet. ‘La capitale du melon’, zo afficheert de stad zich graag. In het seizoen krijg je er in veel restaurants vaak knap samengestelde meloen-gebonden menu’s voorgezet en dat is inderdaad bepaald geen straf. Hierbij zij aangetekend: de meloenen van Cavaillon komen behalve uit de Vaucluse soms ook uit delen van de departementen Bouches-du-Rhône en de Alpes-de-Haute-Provence met een vergelijkbaar klimaat. Wat je ook even moet weten: ondanks de onbetwist ongeëvenaarde topkwaliteit van hun product, gaan  de verbouwers gebukt onder zware concurrentie. Ook de Franse supermarchés kiezen tegenwoordig vaak liever voor meloenen uit lagere lonen landen als Marokko.

Groen gestreept

Een echte Cavaillon-meloen is niet groot, groen-gestreept van buiten en oranje van binnen, met stevig vruchtvlees en makkelijk te verwijderen zaadlijsten. Hoe zwaarder de meloen weegt, des te zoeter en sappiger hij zal zijn. En zoet is in dit geval héél zoet. Voorwaarde is wel dat hij goed rijp is. Dat controleer je door er op te kloppen (hoe holler het geluid, hoe rijper), door het steeltje eraf te trekken (dat vinden ze niet overal even leuk) en als dat steeltje ontbreekt, door voorzichtig met de duimen het topje of kontje in de drukken (hoe zachter, hoe rijper). Jawel, op de meeste Zuid-Franse markten doen ze er niet moeilijk over, je wordt dan als een kenner herkend.

Zaadjes uit Cantalupo

De originele melon de Cavaillon stamt al uit de Romeinse tijd. En zelfs toen al was Cavaillon – een vestiging op een belangrijk knooppunt van wegen – zo’n beetje de hoofdstad van de meloen, ideaal gelegen aan de toegang tot de Luberon.

Vast staat dat de meloen zijn oerwortels in de Oriënt heeft, India, Egypte. En in eerste instantie ‘onze kant’ op kwam als medicijn. Tijdens het verblijf van de naar Avignon uitgeweken pausen (Babylonische ballingschap, 14e eeuw) kwam de meloencultuur tot grote bloei. De grond in de buurt van Cavaillon bleek ideaal, het water van de nabij stromende Durance uitbundig, de pausen gulzige genieters. Met name ene kardinaal Mazarin heeft veel voor de promotie en ontwikkeling van de ‘goddelijke’ vrucht betekend. Hij kwam vanuit Rome naar Avignon en nam meloenzaad mee vanuit de pauselijke moestuin die in een klein plaatsje vlakbij Rome was gelegen, Cantalupo. Dat werd Cantaloup in het Frans en dus heet de Cavaillonese meloen sinds die tijd ook zo.

Uitbetaald in meloenen

Alexandre Dumas

Overigens ben ik lang niet de enige die de Cavaillon-meloen waardeert. Zo was ook de schrijver Alexandre Dumas (1802-1870, De drie Musketiers) dol op de vrucht: hij bedong voor zijn boeken die de stad Cavaillon in de bibliotheek wilde hebben een ‘huur’ van 12 meloenen per jaar. Levenslang.

Vanuit de Vaucluse begon de opmars van de meloen, samen met die van het spoor, tot aan Parijs en zelfs over de landsgrenzen heen naar Algerije, Tsjaad en zelfs Egypte. En Marokko. En daar wringt dus de schoen, want inmiddels wordt er meer en meer ‘melon de Cavaillon’ in bijvoorbeeld Marokko geproduceerd. Die aanduiding is namelijk niet beschermd door een AOC (appellation d’origine protégée) omdat de meloen oorspronkelijk niet uit Cavaillon komt maar ooit als zaadje uit het buitenland werd meegenomen.

Een IGP-status

Dat er jaarlijks ruim 1.800 ton meloen door de 40 akkerbouwers van het ‘syndicat des Maîtres melonniers’ op Zuid-Franse bodem rond Cavaillon wordt geproduceerd doet daar niets aan af. Geen wonder de ‘melon de Cavaillon het Europese label IGP (Indication Géographique Protégée) toegekend kreeg. Dat label is internationaal gezien belangrijker dan het Franse AOC. En het impliceert dat meloenen uit andere streken niet meer voorzien mogen worden van het predikaat ‘melon de Cavaillon’. Feitelijk houdt het label een kwaliteitsgarantie in.

Platanenpleintjes met lekkere terrassen

Moet ik het nog even over de stad hebben. Een belevenis voor wie de Provence wil ondergaan. Zolang je maar in het oude deel blijft hangen. Platanenpleintjes met lekkere terrassen, zoals het hoort in de diepe Provence, bistrots en pizzeria’s, met toen ik er was een paar straatmuzikanten die ‘à l’heure de l’apéro’ hun overtuigende best deden. Jammer dat ik de markt op maandagochtend niet kon ‘meenemen’.

Als je het feest in Cavaillon compleet wilt maken leg je voor de lunch aan bij Maison Prévôt, 353 Avenue de Verdun.

Volgens collega Duchemin is het ook goed toeven in de voormalige drukkerij Le Partage (61 Cours Victor Hugo) en bij Ostréa Parte (vis- en schelpdieren), 42 Cours Léon Gambetta. Zelf heb ik prima gegeten bij L’ Envol, 35 Rue Gustave Flaubert.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven