Mijn vriend Francies de aannemer en ik die elkaar dagelijks zo rond midi treffen voor het ‘apéro’ op het café-terras of bij regen dan maar binnen, maakten op voorbijgangers vast een verslagen indruk. Wisten zij veel dat het dorp voor de tweede achtereenvolgende dag zonder internet zat. Wij wel.
Bij de tabac was me al duidelijk gemaakt dat de moderne tijd voor de zoveelste keer in conflict was geraakt met een in allerlei opzichten hoogbejaard dorpje ‘en Provence’. Tijdje terug was er ook geen internet, we kregen glasvezel of zoiets. De aanleg ervan vergde nogal wat tijd.
Die onderbreking van contact met de buitenwereld was in elk geval aangekondigd. Het tweedaags gedoe van de week niet.
Het woei (of is het waaide) nogal, de vervaarlijke firma Mistral had er handenwrijvend zin in, je kon er – voor glasvezel – op wachten dat onze verbinding met het universum tijdelijk naar de degradatiezone van de Filistijnen veroordeeld was. Iets van wind, en hopla, we lagen er weer uit.
Nog voor Francies tamelijk moedeloos kwam aangeslenterd, wist ik het al: in de tabac geen internet. Dan in de rest van het dorp hoogstwaarschijnlijk ook niet.
Hij liet het begrip ‘cash’ vallen
Achter de toonbank stond zo’n invalkracht uit het stadje verderop, die me niet kende. Ik hem ook niet. Het komt wel vaker voor dat er een onbekende snoeshaan om de tabac waarneemt.
Ik houd daar niet van en weet me daarin gesteund door een grote meerderheid van het dorp. Maar ja, de ’tabagiste’ wil ook weleens een dagje flierefluiten. Of een modejurk scoren in zo’n ‘centre commerciale’, 50 km verderop. Nee, dat geloof ik zelf ook niet.
In de tabac vroeg ik zoals altijd om 4 doosjes La Paz-sigaren. Het gemiddelde voor een hele week. Toen hoorde ik: geen internet. Hoe ik dacht te betalen vroeg de wantrouwige stadse snotneus. Hij liet het begrip ‘cash’ vallen dat het woordenboek van mijn dorpje gelukkig nog niet gehaald heeft. Als ‘étranger’ snapte ik wel wat hij bedoelde en uit mijn portefeuille toverde ik een biljet van 20 euro tevoorschijn. Genoeg voor één doosje. Mijn suggestie om normaal te doen, ik zou morgen wel komen afreken voor de vierwekelijkse aankoop, werd smalend afgedaan met een ‘impossible’.
Onderling vertrouwen
Ik wist nu dat Nathalie in de épicerie ook geen internet had. Niettemin stapte ik er in alle gemoedsrust binnen. Ik laadde mijn boodschappentas vol met mensen- en dierenvoedsel, aan de toonbank tikte ik wat getallen in, zei ‘alweer geen internet’ en volstond met ‘à demain’. Onderling vertrouwen is misschien het voornaamste in zo’n Provençaals dorpje.
Francies en ik kregen op het caféterras zoals altijd onze glaasjes rosé bezorgd. Bestellen is al jaren overbodig. Over afrekenen maakten we ons geen zorgen. Morgen verder, en wie zou er malen om vier keer anderhalve euro? Mijn vriend was voor zijn doen bijna extreem slecht gehumeurd. Halverwege zijn offerte aan een buitenlandse klant voor een interessante klus was het internet uitgevallen. Het ging om iets vaan een aanbouwserre, begreep ik. Je maakt zeker op tweedehuisvolk een lullige indruk als je met een halve offerte komt aanzetten.
Beetje onverstandig, maar ik zei dat het internet me niet zoveel kon schelen. Dat ik lezer ben en dat ik vooral aan stroom hecht. de romantiek van bij kaarslicht lezen ontgaat me. En geen stroom is ook geen tv en iets van nieuws kan nooit kwaad.
Voor we op huis aan gingen, besloten we tot nog een glas rosé. ‘Toch geen internet’, verzuchtte Francies.
Nadat ik mijn woonkamer betreden had, zag ik kaarsen op tafel staan. Er alvast voor het donkere neergezet., ook de stroom was uitgevallen. Ik belde mobiel met mijn vriend Marcel in het stadje iets verderop. ‘Hoezo geen internet, hoezo geen stroom?’ Toen wist ik het zeker.
Er woont toch geen hond
Op een mini-gehucht als het onze laten ze je gewoon barsten als er technisch iets niet helemaal goed gaat. Er woont toch geen hond, is vast het idee. Bij voorgaande incidenten op dit gebied heb ik me weleens opgewonden. Nu denk ik: laat maar. Van een aantal uren zonder opdringerige buitenwereld is volgens mij nog nooit iemand ongelukkiger geworden. Of je moet de eerste zijn, zoals Francies. Spannend of hij die order toch binnenhaalt.
Morgen maar verder.
Oef! Je bent eindelijk terug boven water gekomen. Wat zoekwerk leverde alleen maar op dat je nog eens verhuisd bent en dat je een gezondheidsprobleem hebt.
Calles is mij wel bekend, en naar ik me herinner, met pittig klimwerk. Niet bepaald geschikt om met een rollator een dorpswandeling te maken.
Wees voorzichtig, en vooral, val niet, want voor je het weet moet je terug naar de ijzerwinkel. Ervaringsdeskundige, weet je.
Spoedig herstel.Ik miste je .Vrg Christian de Rooij.