Ongetwijfeld behoor ik tot de vrijwel uitgestorven achterblijvers die een papieren krant tot de kroonjuwelen van de beschaving rekenen. Een krant op zo’n scherm is in mijn beleving geen courant, eerder een bijeengeraapt zooitje emails. Die door een ongelukkige samenloop van moderne narigheid en ellende niet in de spam zijn terechtgekomen.
Gedoemd als ik ben is het me niet gelukt de digitaliteit buiten de deur te houden en moet ik veel nieuws langs die vermaledijde route tot mij nemen. Maar elke dag ga ik toch even naar de tabac waar ze (hoe lang nog?) echte kranten verkopen. De regionale van vandaag plus wat buitenlandse van iets oudere datum. In de nabijheid van een kopje espresso de verse Nice Matin lezen, reken ik tot de hoogtepunten van de dag. Het ritselend geknisper als je een pagina omslaat wat meestal alleen lukt als je eerst duim en wijsvinger een beetje bevochtigd hebt.
Een trieste verloving
Jaren geleden toen ik in een Provençaals dorp woonde, ging het snuisterijen- en speelgoedwinkeltje dicht waar je ook voor de kranten terecht kon. Misschien wel eens eerder verteld, weet ik niet, ik bewaar nooit iets. Maar deze magasin werd gerund door de stokoude madame Jeanette die niet zo aangesproken wilde worden. Nadat ik de eerste paar keer als klant keurig madame had gezegd, keek ze me bij de volgende visite bijna nijdig aan en zei: ‘C’est mademoiselle!’ Ik knoopte het in mijn oren en informeerde op een dag bij een dorpsgenoot waarom de mediatycoon geen madame genoemd wilde worden. Ik kreeg een triest verhaal. Tweede Wereldoorlog, ze was verloofd, haar zus ging er met haar grote liefde vandoor. Daarna had de mannelijke soort heel erg definitief afgedaan. Mijn dochter die ook weleens de krant voor mij ging halen, heeft haar ooit uitgelegd dat ik weliswaar van dat verdachte geslacht was, maar dat ik in de praktijk meeviel. Daarna praatte mademoiselle Jeanette af en toe met me.
Ze was 85 en trok zich als pensionada terug in het voormalige stationnetje dat ze huurde. Ik zag haar er soms voor de deur op een bankje zitten. Ging dan even bij haar aanleggen. Hoe ik nu aan mijn kranten kwam, vroeg ze. ‘Internet zeker?’ Ik was meer dan verbouwereerd.
Omweg via Aups
Enfin, vandaag las ik in de echte krant dat Aups (in de Var, bij de Gorges du Verdon, zie foto) is toegevoegd aan de lijst van ‘les plus beaux détours de France’. Dus – ongeveer – een omweg waard. Ik had eerlijk gezegd nog nooit van die lijst gehoord. Je hebt ‘les plus beaux villages de France’, de ‘villages de caractère’ en kennelijk ook omweg-dorpen. Ik denk zoiets als eredivisie, eerste divisie en een amateur-selectie. Je moet haast wel een heel lelijk dorp zijn als je niet op zo’n lijst terechtkomt. Nou ja, de offices du tourisme zijn er vast blij mee.
Promotie zit er niet in
Vanwege de truffelmarkt ben ik weleens in Aups geweest. Ik was niet onder de indruk, promotie naar een hogere klassering zit er volgens mij niet in. Ik weet van de relatieve erkenning van het dorp dankzij de papieren krant. In de digitale versie had ik het mailtje stellig gemist. Bij zo’n namaakkrant ligt het tempo hoog en is de prullenmand nabij.