Tijdje terug alweer, maar Avignon was ooit de hoofdstad van het christendom. En in een amper recenter verleden werd de hoofdstad van de Vaucluse (91.000 inwoners) befaamd dankzij dat chanson over Dé Brug waarop gedanst werd. Avignon, in de Rhône-delta, combineert een middeleeuwse sfeer met mondain shoppen en een superieur cultureel festival. Aan toeristische attracties ontbreekt het in de spannendste stad van de regio allerminst.
Stel je voor: je doet even alsof je paus bent, je verlaat Rome en je vestigt je in Avignon, de Cité des Papes in de Vaucluse. Rare gedachte? Dat valt te bezien. De nieuwe paus Franciscus is ook in andere opzichten tamelijk onvoorspelbaar. Dus krijgen zulke hersenspinsels de overhand wanneer je een tijdje vertoeft op de historische straatstenen van Avignon; heilige grond. Op een zonnige dag over het ruime Place du Palais naar de ingang van het voormalige pauselijke paleis wandelend, slenteren is hier als bij decreet niet wenselijk, neemt die gedachte langzaam vorm aan. Het zal te maken hebben met de imponerende omgeving waarin de mens zich een stuk kleiner voelt. Meer nog dan met die laatste marc de provence van de vorige avond die zo goed leek te vallen na die riante maaltijd, begeleid door Châteauneuf du Pape.
Doen we alsof we de pontifex maximus acteren. Maar dan incognito, in burgerkleren, om de stad te verkennen. Onder de vorige paus waren rode Gucci schoenen of gedistingeerde gouden horloges geen probleem, zijn Argentijnse opvolger is wat minder van bling-bling. Dat komt goed uit, wij hebben ook niet van die kapitaalkrachtige spulletjes. De gelofte van armoede is rekbaar.
Paleis met wijnwinkel en boetiek
Na een paar omzwervingen natuurlijk eerst naar het bekendste en belangrijkste gebouw van de stad, het pauselijk paleis. Dit grootste gotische gebouw van Europa kent een avontuurlijke geschiedenis. Paus Clemens was de intriges in Rome beu en streek 9 maart 1309 plechtig neer in Avignon, waar hij echter niet resideerde. Benedictus XII liet het oude paleis aan de noordkant bouwen, waarna Clemens VI, zijn opvolger, het nieuwe paleis liet verrijzen. Daarbij werden kosten noch moeite gespaard: prachtige plafonds en fresco’s. Johannes XXII vestigde zich er in 1316 permanent. In totaal verbleven er tot 1377 zeven pausen in Avignon. Waarna een duistere periode van 27 jaar volgde met tegenpausen. Johannes XXII was volgens overlevering niet geliefd bij de bevolking door het invoeren van zware belastingen. Ook zou hij zich naast de gangbare geestelijke zaken met occultisme hebben ingelaten.
Spectaculair is het verhaal dat Benedictus XIII een aantal gouden beelden in een geheime zaal verstopte toen hij ten tijde van het schisma moest vluchten. Of dat klopt is onzeker. Maar zo’n mythe past precies in het tamelijk beklemmende paleis waar de moderne bezoeker prima op de hoogte wordt gehouden door een, ook in het Nederlands te beluisteren audiotour.
Dat in de slaapkamer van de paus permanent werd overnacht door minder hooggeplaatste geestelijken, stemt tot verbazing. Of juist niet? Als bezoekers die zich even in de rol van paus hebben verplaatst, kijken we wel een beetje vreemd op van de wijnwinkel en boetiek, maar misschien is historisch besef vandaag de dag ook handel. In elk geval in de waarneming van het plaatselijke office de tourisme.
Noenmaal in een sterrenrestaurant
Na de visite aan het Palais kan een drankje geen kwaad. Goed weer, het terras van Le Cid, gelegen aan het legendarische Place de l’Horloge, lonkt. Een geurige espresso of wellicht, de klok moet het uitwijzen, iets sterkers als een délice des tsars. Dat verwijst dan wel niet naar pausen van weleer maar naar hoogwaardigheidsbekleders met wie het ook niet altijd even goed is afgelopen. Dat schept mogelijk een band via die wodka met crème de menthe en melk. Om ’s ochtends meteen een Château Pétrus te vragen, is overdreven, trekt de aandacht en is trouwens in deze bescheiden gelegenheid niet verkrijgbaar.
Via enkele middeleeuws aandoende straatjes wandelen we vervolgens in alle rust naar restaurant Sevin, gereserveerd voor het noenmaal. Door kenners aanbevolen als het beste restaurant van de stad. Onder meer dankzij de ligging, een tikje verscholen tegen het paleis aanschurkend. De keuken is terecht beloond met een Michelinster en een beetje paus houdt wel van een ster. Het interieur is behaaglijk, de kaart is verrassend, zoals het een onderscheiden etablissement betaamt. En de nabijheid van het paleis verschaft ook gewone stervelingen, zoals de verwende toerist, een extra dimensie. Dichtbij veel, al dan niet omstreden glorie.
De zoete zonde in allerlei kleuren
Shoppen na de lunch. Daar komt dan allereerst de kaarsrechte Rue de la République voor in aanmerking, ruwweg van de vestingmuren bij het station naar het centrale Place de l’Horloge. De republikeinse straat is een meer dan doorsnee winkelgebied met aandacht voor de laatste mode in vele variaties, boeken, brillen en nog zo het een en ander. Natuurlijk zijn er warenhuizen en banken, cafés, plus het plaatselijke toeristenbureau (www.avignon-tourisme.com) met een keur aan folders en andere informatie. Ons oog werd ook getrokken door het kleine snoepwinkeltje met de fraaie en alleszeggende benaming Péchés Gourmands. De zoete zonde in allerlei kleuren. Een doosje Calissons de Provence of La Molasse du Palais des Papes, is nooit weg.
Verder dan maar weer, nu op het culturele pad.
Aan musea geen gebrek. Keuze uit een overstelpende hoeveelheid. Zoals het Musée Calvet, Musée Lapidaire, de Collection Lambert en Avignon (hedendaagse kunst), Musée Angledon (Degas, Sisley, Cézanne, Van Gogh, Modigliani), Musée Louis Vouland (17e en 18e eeuw), Musée Requien (natuurlijke historie), Musée du Mont Piété et de la Condition des Soies.
Dat liedje heette ónder de brug
Om de dag passend af te ronden is de Pont Bénezet een verplicht nummer: Le Pont d’Avignon. De naamgever, een monnik, zou in 1177 via de stem van Christus opdracht hebben gekregen tot de aanleg. In acht jaar lukte dat: 915 meter, 22 bogen. Oorlogen en wassend water deden aanslagen op de verbinding totdat deze midden zeventiende eeuw afbrokkelde tot de huidige lengte. Dat daar volgens het overbekende volksliedje uit de vijftiende(!) eeuw werd gedanst, stamt van een dichterlijke vrijheid. Er werd in het verre verleden eerder feest gevierd en gedanst in kleine, bedompte kroegjes ónder de brug, aan de overkant, op het Île de la Barthelasse. Die ‘guingettes’ waren vaak niet meer dan verkapte bordelen.
Als je in Avignon bent en je doet alsof je even paus bent, nee, dan mis je Rome geen seconde. Anders ook niet. Rome ‘de eeuwige stad’? Avignon heeft minstens zoveel te bieden.
Uit eten:
- Sevin, 10 rue de Mons (1 Michelin-ster).
- Le Moutardier du Pape, 15 place du Palais.
- La Mirande, 4 place de l’Amirande (1 Michelin-ster). Ook bistro Le Mirage met eigen ingang, 5 rue de Tauligner.
- La Brasserie de l’Horloge, 5 place de l’Horloge.
- Italie la Bas, 23 rue de la Bancasse.
- La Vieille Fontaine, 12 place Crillon (1 Michelin-ster)..
- Le 46, 46 rue de la Balance