Ik hou van klassieke auto’s. Van oude Citroëns in het bijzonder. Daarom heb ik vorig jaar een vriend in een witte Citroën AX uit 1987 geholpen. Gekocht van een jonge Fransman die meerdere auto’s op zijn terrein had staan. En deze AX is een beauty! 37 jaar oud, zonder roest en met een mokkabruin interieur om je vingers bij af te likken. Helaas bleek bij de Controle Technique dat het autootje een paar mankementen vertoonde. Met name de remmelarij, iets met de vering, het stuurhuis en verlichting zorgden ervoor dat de AX niet door de keuring kwam. Défaillances majeures staat er dan op het keuringsrapport. Dan krijgt je als eigenaar twee maanden de tijd om die defecten op te (laten) lossen en terug te komen voor een contre-visite. Nu kreeg mijn vriend wel een leuke korting op de aanschafprijs, maar de reparaties heeft ie nooit laten uitvoeren. Hij rijdt er ook heel weinig mee.
Nu sta ik op het punt de auto over te nemen. En om het kenteken op mijn naam te laten zetten moet er een recent keuringsrapport (niet ouder dan 6 maanden) aanwezig zijn. Ik ging dus naar mijn vrienden van keuringsstation Pinol in Salernes. Na de nodige nickels en olala’s over de staat van het koekblikje nam monsieur Pinol hem mee de werkplaats in. Ik had hem al gewaarschuwd voor de mankementen en had hem het oude keuringsrapport overhandigd. Half uurtje later kwam de keurmeester weer tevoorschijn. Ik hield mijn adem al in. Was het dan nóg erger dan gedacht? Nou nee, De AX verkeerde in een veel betere staat! Bijna alle grote mankementen bleken te zijn verzonnen. Niks geen slecht stuurhuis, draagarmlagers, vering, verlichting … nou jaaa!
Pinol vertelde me dat hij deze praktijken al vaker heeft meegemaakt. Zeker als het een populair autootje betreft, dat gekeurd wordt wordt voor de verkoop. Jongere keurmeestertjes doen dan net of ie grote gebreken heeft om zo het gebakje voor een zacht prijsje te kunnen overnemen.
Ik ben met een grote grijns teruggereden, wetende dat de restauratie veel goedkoper gaat uitvallen dan aanvankelijk gedacht!