‘Bonjour Henri!’

do 22 augustus 2024

Categorieën: , ,

Door Peter Hagtingius

De overdreven hitte was alwéér op rendez-vous (afspraak) en dus was het dagelijks apéro met mijn vriend Francies, de aannemer, tot ongeveer zonsondergang uitgesteld. Toen ik het café-terras bereikte, bleek hij al in gesprek met zijn moeder en de priester. Ik schoof aan en begreep dat de kerkelijke hoogwaardigdsheidsbekleder een superzware dag achter de rug had. Een huwelijk en een begrafenis op één dag. Ik was erbij gaan zitten, maar zei even niks. Ik wist niet hoe je ‘lopendebandwerk’ in het Frans zegt. Misschien travail en continue. Of zoiets.

De priester is maar zelden op ons café-terras. Vanwege personeelstekort in zijn branche doet hij iets van 12 parochies, in over vele kilometers verspreide dorpen. Hij verplaatste zich eerst per scooter, tegenwoordig heeft hij een autootje van de zaak. We hebben helemaal geen hekel aan elkaar. De ongelovige versus de prediker, vaak best gezellig. Hij aan het bier, ik aan de rosé. Wat me ook aan hem bevalt, is dat hij nog gewoon in kerkelijk uniform rondloopt. Een soutane, niet zo’n handelsreizigerspak met een wit boordje. Ik moest even op zoek naar die term soutane en ik weet nu via Wikipedia dat priester- en zelfs pauskleding in feestartikelenwinkels te huur zijn. Is het toch allemaal nog harder gegaan dan ik in de smiezen had.

Voor zover ik weet moet je in Franse katholieke kring tegen een zogeheten eerwaarde frère of of zelfs père zeggen. Daar begin ik natuurlijk niet aan, ik heb geen broer en mijn vader is al lang geleden definitief vertrokken. Uit het café, waar ze alles weten of anders in elk geval beter weten, weet ik dat de eerwaarde gewoon Henri heet. Als we elkaar tegenkomen, zeg ik dus ‘Bonjour, Henri” en hij ‘Eh!, Hollandais’.

De moeder van Francies, ergens in de tachtig, vindt dat dit geen omgangsvorm met een kerkelijke autoriteit is. Telkens wrijft ze me in dat Henri zo ongeveer de paus is als hij in het maison de retraite op visite komt. Om iets of iemand te zegenen, vermoed ik.

In zekere zin tot mijn opluchting waren er ondertussen andere vaste klanten aan ons tafeltje aangeschoven. Al het einde van het toeristenseizoen? ‘Ho ho!’, zei de jonge wijsneus die president de l’Office du Tourisme op z’n visitekaartje heeft staan, “het seizoen duurt tegenwoordig tot eind september en misschien wel half oktober”. De Brulboei, niet op vreemdelingen gesteld, begon weer zijn riedeltje over grenzen dicht. De Pens uit Amiens herinnerde zich hoe we jaren geleden op 1 september met het hele dorp aan tafel gingen om te vieren dat we weer onder elkaar waren.

Toen stelde Francies een rondje voor. Bijna ongemerkt had hij iets met zijn telefoon zitten doen. Hij had net gehoord dat hij een grote klus van een Vlaamse huiseigenaar had binnengehaald. We lustten er nog wel één, de burgemeester van het eeuwige mineraalwater, durfde rosé aan en Henri nóg een biertje.

Tegen negenen gingen we huiswaarts. Henri misschien naar zijn klooster.

Het was een mooie avond in de Provence.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Of reageer met je Facebook account

Scroll naar boven