Het duurde even voor het kwartje viel, ik geef het eerlijk toe. Nog eerlijker, het duurde verdomd lang voordat ik doorhad dat er in het dorp een clandestiene pimpelcultuur was ontstaan. Cruijff zei het al: “Je gaat het pas zien als je het door hebt”, en daar had ie helemaal gelijk in. Maar ik had even tijd nodig om het te zien. Ik kom met enige regelmaat in het dorp, voor de tabac, de épicerie, de bakker. Altijd hetzelfde traject door de hoofdstraat (er is nou eenmaal geen andere straat), parkeren voor de tabac, de boodschapperij afwerken, keren bij de fontein tegenover het café en dan weer op huis aan. Inderdaad, veel saaier kun je het niet krijgen. Maar laatst, op weg naar de noodzakelijke inkoopbesognes, viel me iets raars op. Halverwege de hoofdstraat, ergens tussen de nog dichte kapper en de hopelijk niet failliete slager, zit een ‘resto rapide’. Zeg maar een kruising tussen een mislukte snackbar en een gesneefd café, dat officieel ook behoorlijk potdicht hoort te zijn. Vóór corona kwam daar de harde kern van het dorp samen. Het volk dat niet in het ‘officiële’ café een eindje verderop kwam: ‘de notre’ zoals ze dat niet helemaal taalkundig juist zeggen, maar dat wel precies aangeeft dat het hier een ‘clan’ betreft waar buitenstaanders niet getolereerd worden. In m’n begintijd ben ik weleens nietsvermoedend aan een tafeltje op het terras gaan zitten. In de witte wijn (“Rosé? Hoezo rosé?”) die ik lauwwarm voor de neus gekwakt kreeg dreven fliebertjes, de serveuse – een middelbare kenau met een boezem waarvoor de aanduiding ‘bos hout voor de deur’ de wouden rondom het dorp respectvol deden ja-knikken, wist van wegkijken. Zeg maar gerust, doodkijken. Ik ben er niet meer terug geweest. Het café een stukje verderop was het alternatief. Jawel, er schoven ook toeristen aan, die bij het zogenaamd bezoekbare château bovenaan het dorp (classé hè) op de gebruikelijke dichte kasteelpoort waren gestuit. De châtelain – een excentrieke Brit die er zelden is en ook als ie wel thuis is liever geen volk over de vloer heeft – hield zich weer eens niet thuis. Ja, wat doe je dan? Je zakt de steile toegangsweg weer af naar het dorp, voor een afzakkertje. En dan val je vanzelf het café onderaan die afgang binnen. Het werd mijn pleisterplaats, zo’n beetje elke dag wel even. Pre-corona kon dat. Maar deze ‘huiskamer’ is dicht, potdicht. Al meer dan een halfjaar. En of ie ooit nog open gaat is zeer de vraag.
Dus kachelde ik m’n trajectje af, naar het dorpspleintje met de tabac, en de épicerie. Ja, en toen zag ik het dus in het voorbijgaan. Het buitenlicht bij de resto rapide was aan. Op klaarlichte dag. Bon. Dat kan.
Maar de volgende keer dat ik langsreed, stonden er ineens een paar ‘locals’ op het terras een beetje besmuikt te doen. Plastic bekertje in de hand, een beetje nonchalant, nergens mee te maken.
De keer erop stond het hele terras vol met een jagersmeute die zojuist waarschijnlijk de halve sanglier-populatie van Le Var had afgeknald.
En ja, toen begon me iets te dagen. Een café ‘clandestin’. De harde kern van het dorp had het wel gehad met de betutteling uit ‘Parijs’. Hier gelden de eigen regels.
Ik snap het. “Je hebt het pas door als je het gezien hebt”, parafraseer ik Cruijff. En ik blijf heilig uit de buurt.
Zelfs mijn journalistieke nieuwsgierigheid verleidt me niet. Ik weet zo ook wel dat er in die bekertjes geen koffie zit.
Van de regering mogen we nu op straat geen alcohol drinken. We mogen wel iets ‘à emporter’ bij de snack/annex het café halen, en zolang het nog geen avondklok is, mag je voor de deur consumeren. Maar dan dus alleen staand.
Vanmorgen, toen ik weer langsreed, zag ik de champêtre er met zo’n bekertje in de hand. Hij had het druk met wat er aan volk stond. Het zag er niet uit alsof hij bekeuringen aan het uitschrijven was. Ons kent ons. De volgende afgeknalde sanglier is vast voor hem.
Door Renée Vonk-Hagtingius
Dit bericht delen op:
Heel begrijpelijk , we worden het zat , al de regels ten spijt , we zijn nu een jaar verder ( zeer ruim ) en nog steeds is er die corona , zou het niet een gedragsoplegging zijn onder het mom corona
Zou me niks verbazen Peter. Nergens meer een geel hesje te bekennen bijvoorbeeld…