De olijfbomenexpert die de staat van het geboomte zou analyseren, vreesde mijn huis niet te kunnen vinden. Dus dan een rendez-vous in het café. We hebben hier maar weinig vierwielers met een tomtom of zoiets. We zijn al tevreden met een richtingaanwijzer die het doet. Geen probleem, mijn vriend Francis de aannemer en ik zijn er toch elke dag voor het apéro.
De boomgeleerde kwam met zijn nieuwe Citroën -occasion pronken. Hij vond dat we moesten kennismaken met het ingebouwde beeldschermpje, naar zijn zeggen een ‘écran tactile’. Zelfs met vieze vingers kon je via aanraking van dat venster met de hele wereld in verbinding treden. Of een plaatje draaien. Maar mijn huis vinden, dat zat er niet in. We haalden onze schouders op en Francis liet noteren dat hij al jaren radio met K7 in zijn Peugeot 404 van voor de opstand in 1968 heeft. K7 staat voor cassetterecorder. Dat leek hem en mij mooi genoeg en we sjokten naar de bar terug.
Beetje vroeg op de dag, maar we overwogen even een ‘eau de vie’. Een ‘petit Garlaban’.
De gevreesde blaaskapel
We zagen er verstandelijkshalve vanaf. Hij en ik zijn gehuwd. Dus ja, dan is het niet alleen vanwege de gendarmerie oppassen geblazen. Echtgenotes en ‘policiers’ vormen naar ons inzicht samen een blaaskapel waarvan de muziek per definitie minder jofel klinkt.
Toen begon Francis ineens over een avontuur.
Hij had gehoord over een illegaal stokerijtje van echte eau de vie dat met génépi de kwaliteit van ooit garandeerde. Geen idee. Van génépi wist ik alleen dat het een plantje is dat zich in de Alpen op z’n gemak voelt. Of ik geïnteresseerd was.
Ja natuurlijk, en de volgende avond gingen we. In zijn gedateerde voiture, schuddebuiken, en niet van het lachen. Iets met de amortiseurs, de schokbrekers. We trokken de bergen in, de route leek me door hulpbehoevende en stellig zeer slechtziende wegwerkers aan het wegennet toegevoegd. We sloegen linksaf, een karrenspoor op.
Een herdershond met zwaailicht en sirene
We waren al bijna een uurtje onderweg toen ik in de verte een lichtje zag. ‘Destination’, bromde Francis. We werden verwelkomd door een herdershond die op zijn manier met zwaailicht en sirene kwam aanstormen. Hij werd teruggeroepen door iemand die op zijn vingers floot en even later kreeg ik een eeltige handdruk van een schrale verschijning met zo’n bedroefde Dorussnor van Tom Manders en een wielerpetje op. Iemand van een jaar of zeventig. We bevonden ons in een keihard tl-verlichte salon, een zo complete showroom van brocantes had ik niet eerder gezien. In de hoek vlamde een houtvuur. Nadat ik als betrouwbaar sujet was geïntroduceerd, mocht ik van de marchandise proeven.
Minstens 100 flessen met schavuitenwater
Om te adstrueren dat deze ‘étranger’ van wanten weet, sloeg ik het gebodene in één teug achterover. Dom. Iets van 40 procent, soit. Maar 60 ‘degrées’ is van een andere orde, vooral op een lege maag. Nadat ik min of meer gerecupereerd was, luidde de vraag: hoeveel flessen?
Een mogelijk beledigende ietsiepietsie order leek me geen optie en ik zei: doe maar zes. We werden bij zaklantaarnlicht meegetroond naar een schuurtje dat zo te zien de volgende kerst niet zou halen. De herdershond liep mee. Er stonden minstens 100 Perrier-flessen op vlonders in de modder, tot de nok gevuld met het begeerde schavuitenwater. De flessen werden in oude Nice Matins verpakt, we installeerden de buit op de achterbank van de 404, voorzichtig als betrof het een doodzieke baby.
Fiscaal vriendelijk afrekenen
Bij het afrekenen ging ’t er vriendelijk aan toe, ook in fiscale zin. Niks creditcard, ook geen chèque. De rekening bedroeg 6 x € 5, een bijna overdreven sympa kleuterprijsje vergeleken bij die in de supermarchés.
“Pas chèr”, zei ik tegen Francis.
“Connard!”(klootzak), kreeg ik te verstaan. “Leer nou eens dat het om kwaliteit gaat.”
Ik zal altijd wel een leerling-Provençaal blijven.
Ha heerlijk!
Ik eil graag meedoen aan deze escapades ?
Grr auto correctie ?
Ik wil graag meedoen aan dergelijke avonturen